Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het ruimtelijk beeld;
-
het landschaps- en bebouwingsbeeld;
-
de sociale veiligheid;
-
de verkeersveiligheid;
-
de waterhuishouding;
-
het woon- en leefklimaat in de omgeving,
en met inachtneming van de procedure zoals voorgeschreven in de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, riool-gemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen en bouwwerken van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m,
met dien verstande dat voor de beoordeling of sprake is van een onevenredige aantasting van het ruimtelijk beeld of het landschaps- en bebouwingsbeeld, de beeldkwaliteitseisen, zoals die zijn geformuleerd in het Beeldkwaliteitplan voor Kruiswijk III, als toetsingskader dienen.
