Artikel 7 Recreatie
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. dagrecreatie, inclusief recreatieve voorzieningen;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - leisure': leisurevoorzieningen, waaronder een hotel met ten hoogste 50 bedden;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'centrum': een informatiepunt, een museum, een geiten- en schapenboerderij, horeca categorie 1, midgetgolf, een botenhuis, verhuurpunt voor kano's, elektrische fluisterboten en fietsen en maximaal één dienstwoning;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - volks- en nutstuinen': volks- en nutstuinen, met dien verstande dat verblijfsrecreatie niet is toegestaan;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch': gecombineerd open agrarisch gebied met weilanden en extensief recreatief medegebruik;
  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondentrainschool': een school voor het trainen van honden;
  7. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein': een evenemententerrein.
  8. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie': een kampeerboerderij, een natuurkampeerterrein in de boomgaard, een zelfpluktuin, met dien verstande dat ten behoeve van de kampeerboerderij maximaal één dienstwoning is toegestaan;
  9. ondersteunende horeca;
met daarbijbehorende:
  1. water, watergangen, oeververbindingen;
  2. waterberging en waterbeheer met de daarbij behorende voorzieningen;
  3. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. oeververbindingen;
  5. groenvoorzieningen;
  6. speelvoorzieningen;
  7. wegen;
  8. voet- en fiets- en ruiterpaden;
  9. parkeren, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch';
met dien verstande dat:
  1. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 13 van toepassing is voor zover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding - Gas';
  2. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding - Leidingstrook';
  3. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 17 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding - Water';
  4. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie';
  5. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat - Waterkering'
  6. het oppervlakte van het kampeerterrein niet meer mag bedragen dan 11.200 m2;
  7. het oppervlakte van de zelfpluktuin niet meer bedraagt dan 8.300 m2.
7.1.2 Voor de als 'Recreatie' aangewezen gronden dient voorzien te worden in voldoende parkeerplaatsen, waarbij geldt dat het aantal parkeerplaatsen ten minste overeen komt met het aantal parkeerplaatsen dat voor de betreffende functie is genoemd in bijlage 1.
7.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 7.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
  1. op de gronden met de aanduiding open agrarisch gebied mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  2. per volks- en nutstuin is maximaal 1 gebouw toegestaan met een oppervlakte van maximaal 12 m2 en een bijgebouw met een oppervlakte van maximaal 6 m2 met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt;
  3. per aanduidingsvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - volks- en nutstuinen' is een gezamenlijk gebouw met een oppervlakte van 50 m2 toegestaan;
  4. het gezamenlijk oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de kampeerboerderij mag niet meer bedragen dan 800 m2;
  5. het gezamenlijk oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de zelfpluktuin mag niet meer bedragen dan 300 m2;
  6. het gezamenlijk oppervlakte van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'centrum' mag niet meer bedragen dan 800 m2;
  7. op de gronden met de aanduiding specifieke vorm van recreatie - hondentrainschool mag het gezamenlijk oppervlakte van de bebouwing niet meer bedragen dan 200 m2;
  8. op de gronden met de aanduiding specifieke vorm van recreatie - leisure mogen, uitsluitend binnen het bouwvlak, 2 gebouwen worden gerealiseerd waarvan het oppervlak niet meer mag bedragen dan 800 m2 respectievelijk 2.000 m2, met dien verstande dat de gebouwen over ten hoogste 30% van het grondoppervlak van de begane grondlaag een verdieping mag bevatten;
  9. de overige gronden mogen met ten hoogste 20% worden bebouwd;
  10. de afstand van een gebouw tot het hart van een waterloop bedraagt ten minste 3 meter;
  11. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een bouwhoogte van maximaal 6 meter;
  12. voor een dienstwoning gelden de volgende regels:
    • de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3.
    • de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m, tenzij de woning inpandig wordt gebouwd;
    • de (bouw)hoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
    • de gezamenlijke oppervlakte van erfbebouwing mag niet meer bedragen dan 100 m²;
    • de goothoogte van erfbebouwing mag niet meer bedragen dan 3 m;
    • de (bouw)hoogte van erfbebouwing mag niet meer bedragen dan 5,5 m;
    • de afstand tot (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning mag niet minder dan 3 m bedragen.
7.3 Ontheffing van de bouwregels
7.3.1 Het Dagelijks Bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 7.2 g ten behoeve van het vergroten van het gezamenlijk oppervlakte van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'centrum' met dien verstande dat het maximale gezamenlijke bebouwingsoppervlak niet meer mag bedragen dan 1.600 m2.
7.3.2 Het Dagelijks Bestuur is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 7.1.1. c ten behoeve van het oprichten van een tweede dienstwoning, met dien verstande dat:
  1. de nieuwe bedrijfswoning moet noodzakelijk zijn vanuit een efficiënte bedrijfsvoering;
  2. er dient sprake te zijn van een volwaardig bedrijf;
  3. de nieuwe bedrijfswoning mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling van omliggende activiteiten.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Strijdig gebruik
In aanvulling op het algemene gebruiksregels in artikel 22 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten dienste van:
  1. het wonen;
  2. opslag van kampeermiddelen.
7.5 Wijziging
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - leisure' kan worden vergroot/verplaatst, indien dit op grond van gewijzigde inzichten omtrent milieuzonering milieuhygiënisch verantwoord is.