Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen;
  2. dagrecreatie;
  3. water, watergangen, oeververbindingen;
  4. waterberging en waterbeheer met de daarbij behorende voorzieningen;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': een nutsvoorziening;
  6. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch': agrarisch gebruik ten behoeve van het laten grazen van schapen en geiten;
met de daarbij behorende:
  1. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. oeververbindingen;
  3. voet-, fiets-, en ruiterpaden;
  4. helofytenfilters;
  5. straatmeubilair:
  6. faunatunnel;
  7. recreatieve voorzieningen;
  8. speelvoorzieningen;
met dien verstande dat:
  1. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 13 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding - Gas';
  2. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 14 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding - Koolstofdioxide';
  3. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 15 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding - Leidingstrook';
  4. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 16 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding - Riool';
  5. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 17 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding - Water';
  6. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 18 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie';
  7. in de eerste plaats het bepaalde in artikel 19 van toepassing is voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat - Waterkering'.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte 2 meter bedraagt.
4.2.2 In uitzondering op het bepaalde in 4.2.1 mag op de gronden met de aanduiding nutsvoorziening een gebouw worden gerealiseerd met een oppervlakte van ten hoogste 25 m2.
4.3 Specifieke gebruiksregels
In aanvulling op de algemene gebruiksregels in artikel 22 wordt tot een gebruik strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:
  1. opslag;
  2. paardenbakken;
  3. parkeren;
  4. het dempen van watergangen, anders dan voor de toegang tot een perceel of voor waterbeheer.