|
Op 15 maart 2011 heeft de raad van stadsdeel Oost het bestemmingsplan Middenmeer I en II vastgesteld. Abusievelijk is in het bestemmingsplan Middenmeer I en II voor de locatie Middenweg 89 bepaald dat de aldaar aanwezige seksinrichting is toegestaan in de eerste bouwlaag en het souterrain c.q. de kelder terwijl deze inrichting ingevolge de in het verleden afgegeven gedoogbeschikking alleen is toegestaan op de eerste verdieping van het bestaande pand. De gemeente wenst deze omissie in de regels van het bestemmingsplan te herstellen zodat de gedoogbeschikking, de exploitatievergunning en het bestemmingsplan in overeenstemming met elkaar zijn. Voorliggende partiele herziening van het bestemmingsplan Middenmeer I en II heeft tot doelstelling daar in te voorzien.
Het plangebied betreft het pand op de locatie Middenweg 89 in Amsterdam. Aan de Middenweg bevinden zich meerdere stedelijke functies, zoals winkels, dienstverlening en woningen. Het plangebied Middenweg 89 ligt tegenover het park Frankendael. Op navolgende afbeelding is de ligging van de locatie Middenweg 89 weergegeven.
Topografische kaart met ligging plangebied
Kadastrale kaart met aanduiding perceel.
Het geldende bestemmingsplan voor de locatie Middenweg 89 betreft het bestemmingsplan Middenmeer I en II. Dit bestemmingsplan is op 15 maart 2011 vastgesteld door de raad van stadsdeel Oost en is onherroepelijk geworden op 7 juni 2011. De locatie Middenweg 89 heeft hierin de bestemming 'Gemengd - 2' (artikel 7) gekregen met een specifieke functieaanduiding 'seksinrichting'. Conform de regels van deze bestemming mogen de gronden en bepaalde bouwlagen van de opstallen voor meerdere doeleinden worden gebruikt, namelijk:
Daarbij is specifiek voor deze locatie (aangeduid op de verbeelding met aanduiding “seksinrichting”) bepaald dat ook een seksinrichting is toegestaan en dat dit gebruik alleen is toegestaan in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of kelder.
Voorts is op de verbeelding aangegeven wat de maximum toegestane goot- en bouwhoogte mag zijn.
Uitsnede verbeelding bestemmingsplan 'Middenmeer I en II' met globale aanduiding plangebied (rode omkadering)
De partiele herziening van het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en deze toelichting. De toelichting is opgebouwd uit 5 hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 “het plan” beschreven. In hoofdstuk 3 wordt de haalbaarheid van het wijzigingsplan aangetoond voor wat betreft het beleid, alsmede de milieu- en uitvoeringsaspecten. In hoofdstuk 4 volgt de wijze van bestemmen, waarin uiteen wordt gezet hoe het in hoofdstuk 2 beschreven plan juridisch is vertaald naar de verbeelding en de regels. Ten slotte komen in het vijfde en laatste hoofdstuk de resultaten uit de procedure aan de orde.
Het pand aan de Middenweg 89 betreft een pand met meerdere bouwlagen. In het verleden is voor deze locatie een gedoogbeschikking en exploitatievergunning afgegeven om ter plaatse een prostitutiebedrijf uit te oefenen. Dit gebruik is ingevolge de gedoogbeschikking en exploitatievergunning toegestaan op de eerste verdieping van dit pand. Zoals in paragraaf 1.1 al is aangegeven is dit gebruik in het geldende bestemmingsplan abusievelijk toebedeeld aan de eerste bouwlaag (begane grond), het souterrain en/of kelder in plaats van aan de eerste verdieping. De gemeente wenst deze omissie te herstellen. Voorliggende partiele herziening heeft tot doelstelling hierin te voorzien. Daartoe wordt het toegestane gebruik van seksinrichting op deze locatie niet langer gekoppeld aan de “eerste bouwlaag, souterrain en/of kelder”, maar uitsluitend aan “de tweede bouwlaag” (= eerste verdieping). De overige regels van het geldende bestemmingsplan Middenmeer I en II, waarin onder meer is bepaald op welke wijze het pand nog meer mag worden gebruikt, wijzigen niet met voorliggende partiele herziening en zijn derhalve 1-op-1 overgenomen uit het geldende bestemmingsplan Middenmeer I en II.
Foto locatie Middenweg 89 (bron: Google Streetview)
Straatbeelden Middenweg ter hoogte van plangebied (bron: Google Streetview)
Voorliggende partiele herziening betreft het opnieuw bestemmen van een bestaande seksinrichting in een bestaand pand aan de Middenweg in Amsterdam. In het kader van het vigerende bestemmingsplan 'Middenmeer I en II' heeft toetsing plaatsgevonden aan het beleid en wet- en regelgeving (milieu, watertoets, cultuurhistorie, etc.). Voorliggende partiele herziening ziet toe op het opnieuw bestemmen van de bestaande seksinrichting en betreft enkel het herstellen van een omissie in de regels van dat bestemmingsplan voor zover het het gebruik van bepaalde bouwlagen van het pand Middenweg 89 betreft. Dit door de seksinrichting hier niet toe te staan in de eerste bouwlaag (begane grond), het souterrain en/of kelder, maar overeenkomstig de gedoogbeschikking en exploitatievergunning (en bestaande situatie), uitsluitend in de tweede bouwlaag (= eerste verdieping). In milieu-planologisch opzicht, bouwkundig opzicht, bodemkundig opzicht, waterhuishoudkundig opzicht en/of ecologisch opzicht verandert er met voorliggende correctie van een van de planregels niets. Er vindt geen nieuwbouw plaats, er is geen sprake van een bouwplan en nieuwe stedelijke ontwikkeling. Wet- en regelgeving voor die aspecten als milieu, cultuurhistorie, archeologie, water en natuur staan de uitvoerbaarheid van voorliggende partiele herziening dan ook niet in de weg.
Het bestemmingsplan
De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de haalbaarheid en de uitgangspunten die aan dit bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van de regels.
Dit bestemmingsplan
Voorliggend bestemmingsplan betreft een partiële herziening van het bestemmingsplan Middenmeer I en II en heeft uitsluitend betrekking op het pand op het perceel aan de Middenweg 89 in Amsterdam. Aan dit pand op dit perceel is de bestemming 'Gemengd - 2' en de functieaanduiding 'seksinrichting' toegekend.
Volgens het bestemmingsplan Middenmeer I en II was een seksinrichting toegestaan in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder. Door deze herziening wordt dit gebruik alleen toegestaan in de tweede bouwlaag, en dus niet meer in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder. Voor het overige worden de gebruiks- en bouwrechten gehandhaafd, voor zover die door het bestemmingsplan Middenmeer I en II aan het perceel aan de Middenweg 89 waren toegekend.
Deze gebruiks- en bouwrechten houden onder meer in dat gronden en bouwwerken niet alleen ten dienste van een seksinrichting gebruikt mogen worden, maar ook voor bedrijven, detailhandel, kantoren, wonen en consumentverzorgende, maatschappelijke en zakelijke dienstverlening e.d. In de regels is opgenomen in welke bouwlaag deze functies worden toegelaten.
Voor bedrijven geldt dat alleen bedrijven zijn toegestaan die vallen onder de categorieën I en II van de als bijlage bij de regels opgenomen 'Staat van Inrichtingen' (artikel 6.2). Bij omgevingsvergunning kan hiervan worden afgeweken. Voor huisgebonden beroepen en bedrijven geldt dat uitsluitend zijn toegestaan indien zij tot categorie I van de 'Staat van Inrichtingen' behoren.
De goot- en bouwhoogte zijn met aanduidingen op de verbeelding aangegeven (respectievelijk 6 en 11 meter).
Het bestemmingsplan ziet niet toe op nieuwe bebouwing of een nieuwe functie. Belangen van gemeentelijke overlegpartners zijn met de correctie van de omissie in toegestane gebruik van bepaalde bouwlagen, niet gemoeid. Overleg in het kader van artikel 3.1.1 Bro is hiervoor niet aan de orde.
het bestemmingsplan Middenweg 89 met identificatienummer NL.IMRO.0363.M1605BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek;
bedrijven zoals bedoeld in artikel 6.2 van deze regels;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel en gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten, tenzij in de regels anders bepaald;
elke constructie van enige omvang welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in en/of op de grond;
een bijzondere bouwlaag die geplaatst wordt op een gedeelte van het onderliggende platte dak van een woning of woongebouw, ten behoeve van één of meer van de daaronder gelegen woningen, ter vergroting van de woonruimte;
een buitenruimte op het platte dak van een hoofdgebouw, aanbouw of aangebouwd bijgebouw aan een hoofdgebouw met bijbehorende afrastering en vloerconstructie ten dienste van de bewoners van de erop aansluitende woning(en);
een bijzondere bouwlaag, die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven, en waarvan ten minste twee wanden onder een hoek van tenminste 10 graden met de verticaal zijn geplaatst, met dien verstande dat bij gesloten bouwblokken alleen de wand aan de straatzijde een helling moet hebben;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verlenen van economische diensten aan consumenten met rechtstreeks contact met het publiek (baliefunctie), waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s, reisbureaus, makelaardijen, uitzendbureaus, banken, schoenmakers, fietsenmakers en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, niet zijnde garagebedrijven, kantoren, seksinrichtingen, raamprostitutie, automatenhallen, telefooninrichtingen of geldwisselkantoren. Onder te verdelen in:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een kantoor of gelegenheid waarvan één van de voornaamste activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig wisselen van geld of waardepapieren;
een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een perceel kan worden aangemerkt;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; de volgende categorieën horeca-instellingen worden onderscheiden:
een voor publiek toegankelijke ruimte waar de hoofdactiviteit wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot internetten (het raadplegen van websites);
gebouw of deel van een gebouw waarin kantoorwerkzaamheden zoals administratie, bestuur, vergaderingen of andere bureauwerkzaamheden plaatsvinden;
bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag onder dan wel gelijk aan het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen;
overheids-, sociaal-culturele, medische, onderwijs-, religieuze, recreatieve voorzieningen en speel- en sportvoorzieningen, kinderdagverblijven en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen;
een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een horeca-activiteit die ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdactiviteit en waarvan de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit en er een, al dan niet vrij-toegankelijke, sanitaire ruimte aanwezig is;
een bouwhoogte zoals deze is weergegeven in de bouwvergunning voor de oprichting van het gebouw;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, - automatenhal en -winkel;
het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste een week en maximaal zes maanden;
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, waarbij ondergeschikte bouwdelen waaronder in ieder geval dakkapellen niet worden meegerekend.
van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
alsmede voor:
Op en onder de in artikel 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 onder d voor het realiseren van een dakterras, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met achtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, het bestemmingsplan wijzigen, in die zin dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bepaalde in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels omtrent de situering en de oppervlakte van bouwwerken is van overeenkomstige wijze van toepassing op ondergrondse bouwwerken.
Voor de verticale bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en/of bouwgrenzen te overschrijden:
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouwregels en/of gebruiksregels kan worden verleend, kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de desbetreffende regels van het plan zodat: