|
In het plangebied van bestemmingsplan Kopraweg e.o. (2020) is één windturbinelocatie gelegen van het voormalige windpark Sloterdijk. De vier windturbines van dat windpark zijn in 2020 verwijderd. Op dit moment is in het bestemmingsplan Kopraweg e.o. nog de functieaanduiding “windturbine” aanwezig, waarmee de meest noordelijke windturbine van het voormalige windpark Sloterdijk planologisch was geregeld.
Nu het windpark Sloterdijk is verwijderd en een plan voor een nieuw windpark in de nabijheid is ontwikkeld, namelijk Windpark Westpoortweg, is het wenselijk om de mogelijkheid voor bouw en planologisch gebruik dat samenhangt met deze functieaanduiding te beëindigen.
Dat is mogelijk omdat de erfpachtovereenkomst met de exploitant van het voormalige windpark Sloterdijk is beëindigd en zowel gemeente Amsterdam als Havenbedrijf niet voornemens zijn medewerking te verlenen aan de bouw van een nieuwe windturbine op deze locatie vanwege onverenigbaarheid met de havengebonden bedrijfsactiviteiten die op de betrokken gronden voorrang krijgen.
Gelet op het bovenstaande is besloten tot voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan Kopraweg e.o. waarmee de functieaanduiding wordt verwijderd. Overige windturbinelocaties zijn gelegen in het plangebied van bestemmingsplan Sloterdijk III en worden middels een wijzigingsplan weg bestemd. Over de partiële herziening en het wijzigingsplan vindt gelijktijdig besluitvorming. Bovenstaande figuur laat de bestaande bestemmingsplannen en bestaande en beoogde windturbinelocaties zien.
De functieaanduiding ‘windturbine’ is gelegen binnen de grenzen van het geldende bestemmingsplan Kopraweg e.o., dat onherroepelijk is sinds 11 juni 2020. Ter plaatse van de aanduiding vigeert de bestemming ‘Bedrijf-1’. Voor de begrenzing van het plangebied van de partiële herziening is gekozen voor een logische begrenzing die tevens leidt tot een zo klein mogelijk plangebied. Figuur 1 laat zien welke begrenzing voor de partiële herziening is gekozen. Ter informatie is tevens de functieaanduiding ‘windturbine’ verbeeld, deze wordt met de partiële herziening verwijderd.
Ter plaatse zijn bedrijfsactiviteiten uit categorie 1 tot en met 5 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Met de voorliggende partiële herziening wordt de functieaanduiding ‘windturbine’ van Windpark Sloterdijk verwijderd (de meest noordelijke positie van het oude park).
In het bestemmingsplan Kopraweg e.o. waren voor deze turbinepositie geen veiligheidszones opgenomen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het bestemmingsplan Sloterdijk III. Dat betekent dat naast de functieaanduiding geen overige aanduidingen hoeven te worden verwijderd van de verbeelding.
Deze verwijdering vindt ook plaats voor tweede windturbinepositie van Windpark Sloterdijk. Die positie is echter gelegen in het plangebied van bestemmingsplan Sloterdijk III (2013) en kan daarom geen deel uitmaken van voorliggend partiële herziening, daarvoor is een separaat wijzigingsplan opgesteld waarmee het bestemmingsplan Sloterdijk III gedeeltelijk wordt gewijzigd.
De partiële herziening wordt doorgevoerd voor een beperkt deel van het bedrijventerrein dat met het bestemmingsplan Kopraweg e.o. wordt geregeld. Ter plaatse van de herziening is in de huidige situatie het bedrijf Oiltanking gevestigd. Er is een drietal opslagtanks aanwezig, diverse bovengrondse en ondergrondse leidingen en terminals voor het laden en lossen van schepen.
Op het grondgebied van het bestemmingsplan staan een drietal brandstoftanks voor schepen. Ook is er een pier waar de brandstof door vervoerd wordt naar tankende schepen. Ter plaatse zijn bedrijfsactiviteiten uit categorie 1 tot en met 5 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Ook is er nog opgenomen dat er een windturbine is toegestaan, maar wel uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding "windturbine".
In de huidige situatie is sprake van de aanwezigheid van functieaanduiding ‘windturbine’. Ter plaatse is in de periode 2001- 2020 een windpark geëxploiteerd bestaande uit 4 windturbines van het type Vestas V47 met een geïnstalleerd vermogen van 0,66 MW (megawatt) per turbine. De windturbines met een ashoogte van 65 meter en een rotordiameter van 47 meter zijn in 2020 verwijderd. Nu de erfpachtovereenkomst met de exploitant van de windturbines ook eveneens in 2020 is beëindigd, is er geen mogelijkheid meer voor het opnieuw oprichten van een windpark op deze locatie (los van de vraag of een windpark met dergelijke afmetingen als energieproject nog rendabel kan worden geëxploiteerd).
Om te voorkomen dat er nog een windturbine op locatie kan worden geplaatst is het gewenst om de functieaanduiding uit het bestemmingsplan te verwijderen middels een gedeeltelijke (partiële) herziening van het bestemmingsplan. Omdat de windturbine die aanwezig was in het plangebied van het bestemmingsplan Kopraweg e.o. in 2020 al is verwijderd, leidt uitvoering van de herziening niet tot een ruimtelijke verandering. Alleen de mogelijkheid voor het plaatsen van een nieuwe windturbine wordt met deze partiële herziening weg genomen.
Met deze partiële herziening worden geen nieuwe regels toegevoegd aan het bestaande bestemmingsplan. De enige regel die uit het plan wordt gehaald, is regel 3.1b: “De voor Bedrijf - 1 aangewezen gronden zijn bestemd vooreen windturbine, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding "windturbine".
Door deze regel uit het bestemmingsplan te halen wordt de volgende nieuwe situatie gecreëerd, verbeeld in Figuur 3.
Voor de begrenzing van het plangebied is aangesloten bij de begrenzing genoemd in paragraaf 1.2 Vigerend bestemmingsplan. Gekozen is om het gebied te begrenzen tot de bedrijfsbestemming rond de Aziëhavenweg, ten oosten van het Zijkanaal F, en te beperken tot de grenzen van de huidige bestemming ‘Bedrijf – 1’. De brug met leidingen van Oiltanking Amsterdam maakt geen deel uit van het plangebied.
Met het oog op de verwijdering van de functieaanduiding ‘windturbine’ is gekozen voor een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Kopraweg e.o. Dit omdat het geldende bestemmingsplan Kopraweg e.o. (2020) geen wijzigingsbevoegdheid bevat. Een gedeeltelijke herziening betreft een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvoor, in tegenstelling tot een wijzigingsmogelijkheid, de gemeenteraad het bevoegd gezag is. De herziening vormt de eerste partiële (gedeeltelijke) herziening van het bestemmingsplan Kopraweg e.o. Een partiële herziening of facetbestemmingsplan is vergelijkbaar met 'postzegelbestemmingsplan’ waarbij de geldende regeling in zijn geheel wordt vervangen door nieuwe regels en een verbeelding die zelfstandig leesbaar zijn.
De partiële herziening is geen voorgenomen bouwplan in de zin van artikel 6.2.1 Bro. De exploitatieplanplicht is niet van toepassing. Er is tevens geen mogelijkheid tot het sluiten van een planschaderisico overeenkomst, met de partiële herziening worden immers geen bouwwerken mogelijk gemaakt.
Voor het verwijderen van de functieaanduiding voor windturbinelocaties van het voormalige windpark Sloterdijk geldt dat de erfpachtovereenkomst met gemeente Amsterdam is beëindigd waardoor geen sprake meer is van belanghebbendheid van derden bij deze aanduidingen.
De geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende aangepaste regels als vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMRO.0363.F2103BPGST-OB01
Het bestemmingsplan ‘Kopraweg e.o.’ van gemeente Amsterdam dat door de gemeenteraad van Amsterdam is vastgesteld op 11 juni 2020 met planidentificatie NL.IMRO.0363.B1703BPGST-VG01
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en installeren van goederen.
Rapportage waarin de archeologische waarde van het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt vastgesteld die naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie als bedoeld in de Regeling archeologische monumentenzorg, zoals deze geldt op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Waarden waarvan de aanwezigheid bekend is in de vorm van fysieke overblijfselen in de bodem.
Een voor het publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee spelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen, zoals die geldt op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, zijn opgesteld.
Een in de regels of plankaart aangegeven percentage dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Inrichting voor de bedrijfsmatige uitoefening van industrie, ambacht, groothandel, internetverkoop, opslag en/of transport.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van een persoon, die daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein ten behoeve van beheer of toezicht noodzakelijk is.
Objecten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), met uitzondering van beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder g, en artikel 1, lid 2, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Bebouwing of gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Bedrijven die vallen onder artikel 2 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.
Een aaneengesloten stuk grond, samenvallend met een kadastraal perceel of met aan dezelfde pachter(s) uitgegeven kadastrale percelen, waarop krachtens het bestemmingsplan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die deze zaken kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Van functioneel gebonden bedrijf is sprake als het bedrijf:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het wisselen van geld.
Zone rond een industrieterrein als bedoeld in de Hoofdstuk V van de Wet geluidhinder.
Ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groenvoorzieningen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
Water, met aansluitende kaden, kadeterreinen en de bijbehorende kunstwerken en steigers, ingericht voor het afmeren van schepen.
Een bedrijf dat voor wat betreft aan- en/of afvoer van goederen mede afhankelijk is van het vervoer over water.
Handel via internet waarbij geen sprake is van het ter plekke bezichtigen, ophalen en/of betalen van de gekochte waar door of in opdracht van de kopende partij.
Een tent, tentwagen, kampeerauto of een caravan, danwel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, daaronder tevens begrepen congres- en vergaderaccommodatie.
Objecten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder l, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) waaronder in ieder geval worden begrepen objecten waarbinnen op elk moment meer dan 50 mensen tegelijkertijd aanwezig zijn (die ieder tevens ten minste 8 uur per etmaal aanwezig zijn) en waarvan de brutovloeroppervlakte per persoon kleiner of gelijk is aan 30 m2, met uitzondering van kwetsbare objecten als bedoeld in artikel 1, lid 2, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Voorzieningen ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, voorzieningen ten behoeve van de opwekking en/of besparing van energie en voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, oplaadpunten ten behoeve van electrisch vervoer en zendmasten.
Onder het peil wordt verstaan:
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel en naar de aard daarmee te vergelijken inrichtingen.
Een winkel waarin de hoofdactiviteit of een van de activiteiten wordt gevormd door detailhandel in psychotrope stoffen.
Dienstgebouwen, stations, rails, perrons, overkappingen, fietsenstallingen, viaducten en onderdoorgangen, taluds, geluidsschermen, (keer-)muren, transformatorgebouwen, stationsvoorzieningen en vergelijkbare gebouwen en bouwwerken behoeve van railvervoer.
De als bijlage opgenomen lijst, behorende bij deze regels, waarin vormen van gebruik anders dan wonen, zijn aangegeven, ingedeeld in categorieën van toenemende hinder.
Een voor publiek toegankelijk ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden en ontvangen van faxen.
Veiligheidscontour als bedoeld in artikel 14, eerste lid van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Recreatief buitenverblijven, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen, dan wel in bouwwerken, die beschikbaar zijn gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf, niet zijnde een hotel, een pension of woning anders dan een zomerhuis.
Natuurlijke of kunstige begrenzing of afscheiding die het water in zijn loop tegenhoudt en achterliggende gebied beschermt tegen inundatie.
Werken, waaronder begrepen kunstwerken, die verband houden met de waterstaat, zoals dammen, dijken, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, alsmede aanwijzingen voor de scheepvaart, scheepvaartverkeerstekens en (zend)masten voor de scheepvaart.
Alle voor het openbaar auto-, fiets-, voetgangers- of ander verkeer openstaande wegen of paden, geen spoorwegen zijnde, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen, taluds en zijkanten, waterstaatkundige en civieltechnische (kunst)werken, nutsvoorzieningen, alsmede de aan de wegen liggende parkeerplaatsen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
Een door wind aangedreven bouwwerk waarmee energie wordt opgewekt/turbine waarin winddruk omgezet wordt in mechanische energie.
Een woonschip, niet zijnde een woonboot of een woonvaartuig, die feitelijk niet geschikt is om te varen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor Bedrijf - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
met dien verstande dat:
Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bepaalde in lid 4.2 is niet van toepassing op een bodemverstoring:
Aan de in lid 4.3 genoemde omgevingsvergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
Het bepaalde in lid 4.3 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming “Waarde-Archeologie" geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten dienste van:
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken, kan:
Waar in de planregels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op die regelingen, zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.