|
Op 26 juni 2013 heeft de toenmalige stadsdeelraad van het stadsdeel Nieuw-West het bestemmingsplan Bedrijvencentrum Osdorp vastgesteld. Tegen het vaststellingsbesluit is beroep aangetekend. Op 20 augustus 2014 heeft de Raad van State uitspraak gedaan waarbij een deel van de beroepen tegen het vastgestelde bestemmingsplan gegrond is verklaard. Daarbij heeft de Raad van State de bestemming “Bedrijventerrein-2” vernietigd. De deelraad is opgedragen om voor de vernietigde planonderdelen met inachtneming van de uitspraak een nieuw plan vast te stellen. Conform de uitspraak van de Raad van State behoeft dit nieuwe plan niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te worden voorbereid.
De voorliggende bestemmingsplanherziening voorziet in een aangepaste planregeling voor de bestemming “Bedrijventerrein-2” waarbij de planregeling van het bestemmingsplan Bedrijvencentrum Osdorp (BCO) in overeenstemming met de uitspraak van de Raad van State is gewijzigd.
Naast de uitspraak van de Raad van State is de op 19 maart 2013 verleende omgevingsvergunning voor het realiseren van een fastfoodrestaurant aan de Zuidermolenweg 27 aanleiding het bestemmingsplan Bedrijvencentrum Osdorp te herzien. Uitgangspunt voor de voorliggende bestemmingsplanherziening is dat de vergunde situatie wordt opgenomen in het bestemmingsplan.
Door de Raad van State is op 20 augustus 2014 uitspraak gedaan, nummer 201308661/1/R1. In dit hoofdstuk is de uitspraak samengevat voor zover relevant voor deze bestemmingsplanherziening. Voor meerdere adressen zijn huisnummers gewijzigd conform huisnummerbesluiten van de gemeente Amsterdam. In dit overzicht en in de planregels zijn de nieuwe huisnummers weergegeven, deze kunnen afwijken van de huisnummers die in de uitspraak van de Raad van State zijn genoemd.
Strekking van de uitspraak
De winkels Action en Just Brands zijn gevestigd aan de Ookmeerweg 404-406. In het
bestemmingsplan “Bedrijvencentrum Osdorp (BCO)” is bepaald dat er uitsluitend winkels
zijn
toegestaan met een winkelvloeroppervlak van minimaal 1.500 m². De winkels Action en
Just
Brands hebben een winkelvloeroppervlak dat kleiner is dan 1.500 m². Op 10 mei 2012
is een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van grootschalige detailhandel
op het adres Ookmeerweg 404. In de omgevingsvergunning zijn geen nadere voorschriften
opgenomen, ook niet met betrekking tot het maximum vloeroppervlak per grootschalige
detailhandelsvestiging. Het beroep richtte zich daarom tegen het volgens de appellanten
ten onrechte niet opnemen van deze winkels in het bestemmingsplan.
De Raad van State heeft geoordeeld dat het deel van het pand dat Action en Just Brands, huren ingevolge de op 10 mei 2012 verleende omgevingsvergunning mag worden gebruik voor GDV, met voor de betreffende winkelruimten een winkelvloeroppervlak dat kleiner is dan 1.500 m². Er is in het verlengde daarvan sprake van een vergunde situatie.
Vertaling in deze bestemmingsplanherziening
Omdat met de vaststelling van het bestemmingsplan is beoogd om geldende planologische rechten te respecteren wordt in de voorliggende bestemmingsplanherziening een uitzondering gemaakt in de planregels voor de twee genoemde winkels op de adressen Ookmeerweg 404-406.
Strekking van de uitspraak
In het verlengde van de uitspraak voor Action en Just Brands geldt voor de winkelruimten waar Toys XL en Jumper zijn gevestigd (in de uitspraak Raad van State Zuidermolenweg 44-62 genoemd) ook dat deze winkels een kleiner winkeloppervlak hebben dan 1.500 m². Op 10 februari 2005 is een vrijstelling (ex artikel 19 lid 1 WRO) verleend voor het gebruiken van het pand aan de Zuidermolenweg 44-62 voor detailhandel. Het winkelvloeroppervlak van beide winkels samen bedraagt 2.936 m². De Raad van State heeft geoordeeld dat niet duidelijk is of één van de winkels of beide winkels kunnen voldoen aan het gestelde minimum oppervlak van 1.500 m² wvo.
Conform de verleende vrijstelling van 10 februari 2005 heeft de winkelruimte van Jumper een bruto vloeroppervlak van 1.363 m² (netto 1.229 m²) en Toys ‘R’ Us een bruto vloeroppervlak van 1.670 m² (netto 1.305 m²). In beide gevallen is er dus sprake van een vergund winkelvloeroppervlak van minder dan 1.500 m².
Vertaling in deze bestemmingsplanherziening
Gelet op het voorgaande is in de voorliggende bestemmingsplanherziening een uitzondering in de planregels opgenomen voor de winkelruimten die Toys ‘R’ Us (nu Toys XL) en Jumper in gebruik hebben. In de planregels is bepaald dat op de adressen Ookmeerweg 400/412 twee winkels zijn toegestaan met een winkelvloeroppervlak dat kleiner is dan 1.500 m².
In het verlengde van de uitspraak voor Action en Just Brands geldt voor de winkels Mode Outlet Nike en G-Star ook dat deze winkels een kleiner winkeloppervlak hebben dan 1.500 m². Op 10 mei 2012 is een projectbesluit genomen voor de Zuidermolenweg 60 ten behoeve van de vestiging van een grootschalige detailhandelsvestiging (mode outlet). De twee winkelruimten hebben een gezamenlijk winkelvloeroppervlak van 2.769 m². Gelet op het voorgaande is in de voorliggende bestemmingsplanherziening een uitzondering in de planregels opgenomen voor de winkelruimten waar de Mode Outlet van Nike en G-Star gevestigd zijn. In de planregels is bepaald dat op het adres Zuidermolenweg 58-60 maximaal twee winkels een winkelvloeroppervlak mogen hebben dat kleiner is dan 1.500 m² wvo.
Strekking van de uitspraak
In het vigerende bestemmingsplan “Bedrijvencentrum Osdorp (BCO) is bepaald dat het totale winkelvloeroppervlak (wvo) van alle vestigingen Grootschalige Detailhandel (GDV) gezamenlijk niet meer mag bedragen dan 10.000 m². De Raad van State heeft geoordeeld dat het principe van het opnemen van een maximum winkeloppervlak voor grootschalige detailhandel in overeenstemming is met goede ruimtelijke ordening, maar dat het bestemmingsplan uitsluitsel moet geven over welke vestigingen GDV onder het gestelde maximum van 10.000 m² vallen.
Bepalen totaal winkelvloeroppervlak (WVO) aan de hand van vergunningen
Om te kunnen bepalen wat het juiste metrage (WVO) voor de grootschalige detailhandel is, is onderzocht welke planologische toestemmingen in de vorm van een vrijstelling, projectbesluit of omgevingsvergunning (hierna: omgevingsvergunning) voor het realiseren van GDV in het verleden zijn verleend. In de verleende omgevingsvergunningen is uitgegaan van een bepaald “brutovloeroppervlakte” (BVO) voor de betreffende ruimte. Het is namelijk gangbaar om in de (ROZ) huurovereenkomsten de BVO als metrage op te nemen. Wat onder brutovloeroppervlakte wordt verstaan is genormaliseerd in de NEN-2580. De huurder kan het gehuurde naar eigen behoefte indelen.
In het vigerende bestemmingsplan, en daarom ook in deze partiële herziening, is niet BVO als criterium gehanteerd, maar winkelvloeroppervlakte (WVO). Dat is gedefinieerd als “de voor het winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief zichtbare ruimte achter toonbanken en kassa's”.
Om een vertaalslag te kunnen maken van verleende metrages (BVO) naar de metrages die in het bestemmingsplan moeten worden opgenomen (WVO) is de volgende methodiek gebruikt:
Omdat het bouwplan voor Zuidermolenweg 19-21 nog niet is gerealiseerd, is het WVO metrage voor deze GDV bepaald op basis van de plattegronden van het bouwplan.
Deze vertaalslag leidt tot het volgende metrage (WVO) per vestiging en het totaal WVO dat in het bestemmingsplan is vastgelegd:
Totaal: 14.286 m² wvo
Vertaling in deze bestemmingsplanherziening
Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat in totaal 14.286 m² winkelvloeroppervlak (wvo) aan grootschalige detailhandel is vergund. Dit totaal is in de planregels vastgelegd als maximum.
Op 25 februari 2010 is door het toenmalig stadsdeel Osdorp een projectbesluit vastgesteld voor het gebruiken van de eerste en tweede verdieping van het pand Zuidermolenweg 19-21 voor een grootschalige detailhandelsvestiging. De bruto vloeroppervlakte van de grootschalige detailhandelsvestiging is blijkens de ruimtelijke onderbouwing bij het projectbesluit 2.324 m² bvo. De winkelvloeroppervlakte (wvo) bedraagt 2.093 m². Het vergunde gebruik is in dit bestemmingsplan vastgelegd door de vergunde winkelvloeroppervlakte mee te nemen in de totale maximum toegestane winkelvloeroppervlakte.
Op 8 oktober 2013 (OLO 908299) is een omgevingsvergunning (in afwijking van het bestemmingsplan) verleend voor het gebruiken van de ruimte met adres Zuidermolenweg 24 ten behoeve van horeca categorie D. Conform het bestemmingsplan “Bedrijvencentrum Osdorp” (2013) is deze horeca als volgt gedefinieerd: een inrichting die kleine etenswaren verstrekt, al dan niet voor consumptie terplekke, al dan niet met verkoop van alcoholvrije drank zoals een cafetaria / snackbar, grill room, fastfood restaurant, automatiek en snelbuffet. Het oppervlakte van de horeca bedraagt conform de omgevingsvergunning 140 m².
De vergunde situatie is in dit bestemmingsplan vertaald door in de regels (bestemming Bedrijf) te bepalen dat op adres Zuidermolenweg 24 tevens horeca (fastfood) is toegestaan. In het voorliggende bestemmingsplan is dit horeca categorie 4.
Op 19 maart 2013 is een omgevingsvergunning (eerste fase) verstrekt voor het handelen in strijd met het bestemmingsplan ten behoeve van het realiseren van een drive-in fastfood (KFC) restaurant op de locatie Zuidermolenweg 27. Op de afbeelding is de begrenzing van de kavel conform de verleende omgevingsvergunning weergegeven.
Aan de omgevingsvergunning is een aantal voorwaarden gekoppeld, zoals het realiseren van 15 parkeerplaatsen op eigen terrein, het maken van een inrichtingsplan voor de openbare ruimte alsmede het realiseren vanen verkeersveilige uitrit. De grenzen van deze bestemmingsplanherziening zijn afgestemd op de vergunde begrenzing van het parkeerterrein. Op de onderstaande afbeelding is de terreininrichting weergegeven, met daarop de begrenzing van het bestemmingsplan.
In de voorliggende bestemmingsplanherziening is de kavel in overeenstemming met de verleende omgevingsvergunning bestemd als “Horeca” (H). Naast de horeca categorie 4 (fastfood) zijn ook bedrijven toegestaan die op grond van het bestemmingsplan Bedrijvencentrum Osdorp (BCO) zijn toegestaan. De bouwregels uit het geldende bestemmingsplan zijn daarbij ongewijzigd overgenomen.
Het terrein rondom de horeca is conform het vigerende bestemmingsplan bestemd als “Bedrijf” op basis waarvan parkeervoorzieningen zijn toegestaan. De begrenzing van de bestemmingsplanherziening is afgestemd op de vergunde begrenzing van het parkeerterrein.
Op 18 oktober 2013 is een omgevingsvergunning (in afwijking van het bestemmingsplan) verleend voor het gebruiken van de ruimte met adres Zuidermolenweg 52 ten behoeve van horeca categorie D. Conform het bestemmingsplan “Bedrijvencentrum Osdorp” (2013) is deze horeca als volgt gedefinieerd: een inrichting die kleine etenswaren verstrekt, al dan niet voor consumptie terplekke, al dan niet met verkoop van alcoholvrije drank zoals een cafetaria / snackbar, grill room, fastfood restaurant, automatiek en snelbuffet. Het oppervlakte van de horeca bedraagt conform de omgevingsvergunning 215 m².
De vergunde situatie is in dit bestemmingsplan vertaald door in de regels (bestemming Bedrijf) te bepalen dat op adres Zuidermolenweg 52 tevens horeca (fastfood) is toegestaan. In het voorliggende bestemmingsplan is dit horeca categorie 4.
Aanleiding voor de bestemmingsplanherziening is de uitspraak van de Raad van State van 20 augustus 2014 alsmede een verleende omgevingsvergunning (19 maart 2013) voor de bouw van een drive-in fastfoodrestaurant. De wijzigingen die voortvloeien uit de uitspraak van de Raad van State hebben in alle gevallen betrekking op grootschalige detailhandelsvestigingen waarvoor een onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend die in de bestemmingsplanherziening wordt overgenomen. Er is derhalve geen sprake van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling die ruimtelijk gemotiveerd dient te worden. Volledigheidshalve zijn de verschillende milieuaspecten hieronder toegelicht.
De bestemmingsplanherziening voorziet niet in de realisatie van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Akoestisch onderzoek is derhalve niet nodig.
De bestemmingsplanherziening voorziet niet in de sloop van bestaande bebouwing of de bouw van nieuwe bebouwing waarvoor nog geen omgevingsvergunning is. Uitgangspunt is de bestaande en vergunde situatie. Er is daarom geen aanleiding tot het uitvoeren van een ecologisch onderzoek.
De bestemmingsplanherziening heeft als doel het vastleggen van de reeds vergunde situatie voor grootschalige detailhandel, bedrijven en fastfood. De bestemmingsplanherziening maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die kunnen leiden tot extra verkeersbewegingen. Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de bestemmingsplanherziening in overeenstemming is met de bepalingen in de Wet milieubeheer.
In het kader van de verschillende verleende omgevingsvergunningen is bodemonderzoek uitgevoerd waarbij getoetst is of de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem voldoende is voor de beoogde functie. De bestemmingsplanherziening maakt ten opzichte van de vergunde situatie geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk, zodat er geen bodemonderzoek nodig is.
Risicovolle inrichtingen
Er zijn in het plangebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig. In de directe nabijheid van het plangebied zijn ook geen risicovolle inrichtingen aanwezig waarvan de plaatsgebonden risicocontour en/of het invloedsgebied voor het groepsrisico over het plangebied vallen.
Transport van gevaarlijke stoffen
Het plangebied ligt buiten de risicocontouren van transportroutes voor gevaarlijke stoffen over de weg, het water of het spoor. Onderzoek naar externe veiligheid van transportroutes is daarom niet nodig.
Buisleidingen
Het plangebied ligt buiten de invloedssfeer van de hogedruk aardgasleiding die langs de Baden Powellweg loopt. Onderzoek naar externe veiligheid van deze gasleiding is daarmee niet nodig.
Het plangebied ligt in het beperkingengebied van het Luchthavenindelingbesluit (LIB) Op basis van het LIB geldt een maximale bouwhoogte van 42,5 tot 45 meter boven het peil van de luchthaven (-4 meter NAP). De voorliggende bestemmingsplanherziening gaat uit van een maximale bouwhoogte van 14 meter, zodat aan de bepalingen van het Luchthavenindelingbesluit wordt voldaan.
Het plangebied ligt binnen de zone waar geen vogelaantrekkende functies mogen worden gerealiseerd, zoals viskwekerijen en grote open wateren. De bestemmingsplanherziening maakt geen vogelaantrekkende functies mogelijk.
In het plangebied liggen geen waterkeringen waarvoor beperkingen ten aanzien van het bouwen gelden. De bestemmingsplanherziening gaat uit van bestaande en vergunde bebouwing ten behoeve van bedrijven, grootschalige detailhandel en horeca. Er wordt ten opzichte van de vergunde situatie geen nieuwe gebouwen toegevoegd, verharding toegevoegd of water gedempt.
In het kader van het bestemmingsplan Bedrijvencentrum Osdorp (BCO) is archeologisch bureau onderzoek uitgevoerd door Bureau Monumenten en Archeologie. Daarin is geconcludeerd dat het plandeel waar de voorliggende bestemmingsplanherziening betrekking op heeft vanwege de eerdere verstoringen vrijgesteld is van nader archeologisch onderzoek.
Het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Bedrijvencentrum Osdorp met identificatienummer NL.IMRO.0363.F1408BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Het deel van het maatvoeringsvlak dat bebouwd mag worden, uitgedrukt in procenten.
Een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
Het gedeelte van een bedrijf waarbinnen administratieve en daarmee gelijk te stellen bedrijfsactiviteiten ten behoeve van dat bedrijf worden uitgeoefend.
De totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, bedrijf of andere voorziening, met inbegrip van de eventueel daartoe behorende magazijnen, technische ruimten en overige dienstruimten, met uitzondering van gebouwde parkeervoorzieningen, gemeten tussen de (denkbeeldige) buitenwerkse gevelvlakken en/of de het hart van de scheidingsmuren.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen, het verhuren of leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een vestiging van detailhandel met een minimaal winkelvloeroppervlak van 1.500 m² per vestiging in één branche, met uitzondering van de branches food (zoals supermarkten) en perifere detailhandel.
Een inrichting die overdag geopend is en kleine etenswaren, ijs en/of alcoholvrije dranken verstrekt, al dan niet voor consumptie ter plekke.
Een inrichting die gericht is op het verstrekken van maaltijden die ter plaatse aan tafel genuttigd worden en verkoop van (alcoholhoudende) drank, eventueel aangevuld met een afhaalfunctie.
Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van alcoholhoudende dranken, of anderzijds de uitstraling heeft van een café.
Een inrichting die fastfood en alcoholvrije drank verstrekt, al dan niet voor consumptie terplekke.
Een inrichting met nachtelijke openingstijden die bedrijfsmatig muziek ten gehore brengt en gelegenheid geeft tot dansen, al dan niet met levende muziek, al dan niet met het schenken van (alcoholhoudende) drank en/of etenswaren voor consumptie terplekke.
Verhuur van zalen ten behoeve van besloten feesten, muziek- en dansevenementen, al dan niet met levende muziek en al dan niet in combinatie met verkoop van (alcoholhoudende) dranken en etenswaren.
Verhuur van zalen ten behoeve van congressen en seminars, al dan niet als nevenactiviteit van een hotel.
Voorzieningen op het gebied van welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, onderwijs, verenigingsleven, opvoeding, kinderopvang, openbaar bestuur en andere openbare en sociale voorzieningen.
Gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding / riolering, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.
Een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren, met dien verstande dat deze horecavoorziening ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.
Detailhandel die wegens aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals:
Dienstverlening gericht op het persoonlijk welbevinden, de gezondheid en/of op het uiterlijk van personen, zoals een kappersbedrijf, schoonheidssalon, pedicure en/of een (para-)medische praktijk.
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een inrichting, bij welke volgens het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een lijst waarin bedrijven zijn gecategoriseerd op bedrijfstype en milieubelasting, waarnaar in de regels wordt verwezen en die daarom deel uit maakt van deze regels.
De voor het winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief zichtbare ruimte achter toonbanken en kassa's.
Het verlenen van diensten in een kantoorachtige omgeving op administratief, financieel en juridisch gebied, alsmede op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie, de verhuur en handel in onroerend goed, architecten-, onderzoeks-, marketing-, uitzend- en beveiligingsbureaus en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan of geholpen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, liftschachten, hemelwaterafvoeren, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, lichtkappen/-koepels, balkons, bordessen, (brand)trappen, valbescherming op daken, balkonhekken en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwgrenzen en/of bestemmingsgrenzen en/of aanduidingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Voor de gronden als bedoeld in lid 3.1 gelden de volgende regels:
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Voor de gronden als bedoeld in lid 4.1 gelden de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels: