|
Dit bestemmingsplan wordt opgesteld om de woning die is gesitueerd op de gronden binnen de plangrenzen te voorzien van een passende bestemming. In het bestemmingsplan Westelijke binnenstad hebben de gronden de bestemming 'Tuin - 3', terwijl feitelijk en legaal een zelfstandige woning aanwezig is.
Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld voor het plangebied dat is gelegen in de binnentuin achter het hoofdgebouw aan het Singel 142, daar waar zich de woning bevindt met het adres Singel 140-HA.
Het plangebied van de herziening is gelegen in het gebied waar bestemmingsplan Westelijke binnenstad van kracht is. De voorliggende partiële herziening beoogt uitsluitend om de bestemming 'Tuin - 3' zoals die ingevolge het bestemmingsplan Westelijke binnenstad rust op de gronden te vervangen door een maatwerkbestemming, nu zich op deze gronden feitelijk en legaal een zelfstandige woning bevindt. Voor deze situatie is geen passende bestemming in het bestemmingsplan Westelijke binnenstad voor handen. Er is bij deze partiële herziening gekozen voor de nieuwe (maatwerk)bestemming 'Gemengd - 3'. De volledige toelichting over het gebied Westelijke binnenstad als opgenomen in het bestemmingplan is van overeenkomstige toepassing op deze partiële herziening. Aanvullend, en voor zover van toepassing in afwijking van algemene uitgangspunten, wordt in onderhavige toelichting uitsluitend ingegaan op de specifieke omstandigheden die aanleiding zijn voor het maatwerk in deze partiële herziening.
Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding met bijbehorende regels en gaat vergezeld van een toelichting. De regels en de verbeelding vormen de juridisch bindende elementen van het bestemmingsplan. In de toelichting is een beschrijving van het plangebied opgenomen, zijn de aan het plan ten grondslag gelegen keuzes en beleidsuitgangspunten beschreven en wordt de haalbaarheid verantwoord.
Voor wat betreft de beschrijving van de ruimtelijke structuur van de omgeving van het plangebied aan de hand van de historische ontwikkeling, de huidige situatie en ontwikkelingen wordt verwezen naar de beschrijving van deze aspecten in de toelichting van bestemmingsplan Westelijke binnenstad.
Het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels (zogenaamde planregels). De regels zijn gerelateerd aan de verbeelding, zodat kaart en regels te allen tijde in onderlinge samenhang dienen te worden bezien en toegepast.
Verbeelding
Op de verbeelding krijgen gronden een bestemming en een of meerdere dubbelbestemmingen. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. Deze aanduidingen hebben juridische betekenis indien en voor zover, deze in de regels daaraan wordt gegeven. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers en overheid bindende deel van het bestemmingsplan.
Regels
De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige of op te richten bouwwerken.
Toelichting
De toelichting heeft géén bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bestemmingen en regels. De toelichting heeft geen rechtstreeks burgers bindende werking.
Aan de gronden in dit plan zijn drie bestemmingen gegeven. Een zogenoemde enkelbestemming, 'Gemengd - 3' en twee standaard dubbelbestemmingen: 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Cultuurhistorie'. De regels voor de bestemming 'Gemengd - 3' betreffen een maatwerkregeling, een regeling dus, die is ontworpen voor de specifieke situatie van dit geval.
In het bestemmingsplan Westelijke binnenstad hebben de gronden de bestemming 'Tuin - 3'. Deze bestemming is gegeven aan gronden met bebouwing die aanwezig was ten tijde van de procedure voor het bestemmingsplan. De bebouwing is gepositioneerd achter de hoofdbebouwing aan de gracht, in de binnentuin. Bebouwing op een dergelijke plek in een bouwblok mag niet in gebruik zijn voor een zelfstandige functie en mag niet worden uitgebreid. Er mag geen volume worden toegevoegd voor onderkeldering, dakbebouwing, extra bouwlagen of een aanbouw- of uitbouw. Dit is geregeld in de planregels die gelden voor gronden met de bestemming 'Tuin - 3'.
Gebleken is dat ter plaatse al behoorlijk lang een woning aanwezig is, die als zelfstandige woning in gebruik is. Dit is door de gemeente erkend. Er is formele bestuurlijke besluitvorming waaruit volgt dat de aanwezigheid van deze zelfstandige woning legaal is. Met deze herziening, deze bestemming en de daarbij behorende gebruiks- en bouwregels wordt de feitelijke en juridische situatie vastgelegd en wordt voorzien in regels die het beleidsmatige doel onderstrepen.
Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. De bebouwing is reeds aanwezig; de financieel-economische uitvoerbaarheid is niet in het geding.
Het bestemmingsplan maakt geen bouwplan in de zin van afdeling 6.4 van de Wro mogelijk zodat geen exploitatieplan is opgesteld. Het bouwwerk is immers al eerder juridisch mogelijk gemaakt. En ook de zelfstandige woonfunctie is al eerder in formele besluitvorming vastgelegd. Het bestemmingsplan legt de feitelijke en juridisch toegelaten situatie nu vast in de vorm van eeen ruimtelijk plan.
Er heeft geen inspraak op grond van de inspraakverordening plaats gevonden op het voorontwerpbestemmingsplan. Artikel 2 van de inspraakverordening geeft aan dat er geen inspraak verleend wordt op bestemmingsplannen (= voorbereiding van besluiten betreffende waarvan op grond van de Wet ruimtelijke ordening afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is verklaard).
Het ontwerpbestemmingsplan wordt, conform de Wet ruimtelijke ordening gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Tijdens de periode van ter inzage legging mag eenieder zijn zienswijze indienen.
Op grond van artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening overlegt het college van burgemeester en wethouders met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn
In dit specifieke geval valt niet in te zien welke besturen een bij dit plan betrokken belangen zouden behartigen. Het betreft een zeer beperkt plangebied, waarbinnen in een ruimtelijke plan wordt vastgelegd wat juridisch al mag en feitelijk al aanwezig is.
Van 22 december 2023 tot en met 2 februari 2024 heeft het ontwerpbestemmingsplan, gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is een zienswijze ingediend. In de Nota van beantwoording is de zienswijze weergegeven en beantwoord. De zienswijze heeft niet geleid tot een wijziging van het bestemmingsplan.
het bestemmingsplan Westelijke binnenstad partiële herziening met identificatienummer NL.IMRO.0363.A2302BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een rapportage waarin de archeologische waarden van een terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate wordt vastgelegd, en naar het oordeel van het bevoegd gezag voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA);
waarde van terreinen wegens daar aanwezige of naar verwachting aanwezige vóór tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde;
de daadwerkelijk aanwezige bouwhoogte van de bebouwing per geografisch meetpunt, meetlocatie; een bebouwing heeft over het algemeen meerdere bestaande bouwhoogtes;
de daadwerkelijk aanwezige goothoogte van de bebouwing per geografisch meetpunt, meetlocatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van bijzondere bouwlagen;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen etc.;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat ontstaan is door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de hoogte vanaf het peil tot de snijlijn tussen het verticaal gevelvlak en het al dan niet hellend dakvlak;
één of meer bijzondere bouwlagen, waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,50 meter boven het gemiddeld aangrenzende straatpeil is gelegen;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het maken, toevoegen of vergroten van enige verbinding door middel van verwijdering van een of meer (delen van) muren tussen twee of meer panden;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Gemengd - 3' bestemde gronden mag uitsluitend één gebouw aanwezig zijn of worden opgericht ten dienste van de bestemming. De ten tijde van de eerste dag van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezige bebouwing is toegestaan en mag geheel worden vernieuwd en veranderd, maar mag niet worden uitgebreid in oppervlakte, hoogte of ondergronds of in welke vorm dan ook.
Het gebruik ten behoeve van short stay is niet toegestaan.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub h van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
Burgemeester en wethouders nemen bij de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning het volgende in acht:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de parcellering of andere stedenbouwkundige -, architectuurhistorische -, bouwhistorische - en/of cultuurhistorische waarden, indien dit noodzakelijk is vanwege het behoud, herstel of versterking van de met het beschermd stadsgezicht verbonden waarden.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Bepaling 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, zoals bedoeld in 7.3, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 7.3, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Bepaling 7.3 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.