Artikel
17. Waterkering (dubbelbestemming)
17.1. Bestemmingsomschrijving |
|
De op de plankaart voor Waterkering aangewezen gronden
zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens
bestemd voor: |
|
a. |
Het onderhoud en instandhouding van dijken, kaden,
dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering; |
Ten dienste van en in verband met de primaire bestemming
zijn toegelaten: |
|
b. |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. |
17.2. Voorschriften vanwege samenvallende bestemmingen |
Al hetgeen in deze voorschriften omtrent de ondergeschikte
bestemmingen binnen het gebied met de bestemming waterstaatsdoeleinden is
toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien en voorzover zulks, gehoord de
beheerder van de waterkering en/of waterloop, verenigbaar is met het belang
van de waterkering en/of waterloop. |
17.3. Bouwvoorschriften |
|
17.3.1 |
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen
mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming. |
|
|
17.3.2 |
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden
gebouwd. |
|
|
17.3.3 |
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,
mag ten hoogste 3,5 m bedragen. |
17.4. Vrijstelling van de bouwvoorschriften |
||
17.4.1 |
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van
het bepaalde in lid 17.3.1 en 17.3.2 en toestaan dat ten behoeve van de
andere bestemming bouwwerken worden gebouwd, mits: |
|
|
- |
Geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het
doelmatig functioneren van de waterkering; |
|
- |
Vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de
betreffende beheerder van de waterkering. |
17.5. Aanlegvoorschriften |
||
17.5.1 |
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming
waterkering zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester
en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde,
of werkzaamheden uit te voeren: |
|
|
a. |
Het aanleggen van wegen, paden, banen en andere
oppervlakteverhardingen; |
|
b. |
Het veranderen van het huidige maaiveldniveau door
ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; |
|
c. |
Het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of
bomen; |
|
d. |
Het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of
andere wijze indrijven van voorwerpen; |
|
e. |
Diepploegen; |
|
f. |
Het aanleggen van kabels en leidingen en daarmee verband
houdende constructies; |
|
g. |
Het aanleggen van watergangen of het vergraven,
verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen. |
|
||
17.5.2 |
Het verbod als bedoeld in lid 17.5.1 is niet van
toepassing op werken of werkzaamheden die: |
|
|
a. |
Betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; |
|
b. |
Reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van
kracht worden van het plan; |
|
c. |
Mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende
vergunning. |
|
||
17.5.3 |
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 17.5.1
zijn slechts toelaatbaar, mits: |
|
|
- |
Geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig
functioneren van de waterkering; |
|
- |
Vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de
betreffende beheerder van de waterkering. |
17.6. Gebruiksvoorschriften |
|
17.6.1 |
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of
te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven
bestemmingen. |
|
|
17.6.2 |
Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het
bepaalde in lid 17.6.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een
beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door
dringende redenen wordt gerechtvaardigd. |
17.7. Strafbepaling |
Overtreding van het bepaalde in lid 17.5.1 en 17.6.1 is een
economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de
Economische Delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet. |