Artikel 23.  Algemene procedurevoorschriften

 

23.1. Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, die­nen de navolgende procedureregels in acht te worden genomen:

a.

Het ontwerpbesluit tot wijziging ligt met bijbehorende stukken gedurende 4 weken ter in­zage;

b.

Burgemeester en wethouders maken deze terinzagelegging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de ge­bruikelijke wijze bekend;

c.

De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen;

d.

Gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders zienswijzen naar voren brengen tegen het ontwerpbesluit.

 

23.2. Bij toepassing van een uitwerkingsverplichting, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, die­nen de navolgende procedureregels in acht te worden genomen:

a.

Het ontwerpbesluit, waarbij toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijk Ordening ligt met bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter in­zage;

b.

Alvorens het plan ter inzage wordt gelegd, wordt de functionele raadscommissie gehoord;

c.

Burgemeester en wethouders maken deze terinzagelegging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de ge­bruikelijke wijze bekend;

d.

De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen;

e.

Gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders zienswijzen naar voren brengen tegen het ontwerpbesluit;

f.

Indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed;

g.

Burgemeester en wethouders delen aan hen, die zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent met redenen omkleed mee;

h.

Bij het ter goedkeuring aanbieden van het besluit aan Gedeputeerde Staten worden gelijktijdig de ingediende zienswijzen overgelegd;

i.

Burgemeester en wethouders doen mededeling van het besluit van Gedeputeerde Staten aan hen die zienswijzen hebben ingediend.