7.1.
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor kantoren (K)
aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in artikel 3,
bestemd voor:
a. Kantoren, al dan niet in combinatie met aan de kantoorfunctie ondergeschikte dienstverlening;
b. Ter plaatse van de aanduiding (c) tevens voor centrumdoeleinden zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 onder a, c, d en e, uitsluitend in de eerste bouwlaag vanaf maaiveld;
c. Ter plaatse van de aanduiding (w), tevens voor wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep vanaf de tweede bouwlaag vanaf maaiveld, met dien verstande dat toegangen en trappenhuizen en bij de woningen behorende bergingen overal zijn toegestaan;
d. Ter plaatse van de aanduiding (mp) tevens voor een politiebureau;
e. Gebouwde parkeervoorzieningen, waarbij geldt dat de parkeerplaatsen uitsluitend zijn toegestaan:
- onder
maaiveld tot een verticale diepte van ten hoogste
- boven
maaiveld vanaf een hoogte van
f. Verkeers- en verblijfsdoeleinden, waarbij geldt dat:
-
ter plaatse van de aanduiding (o1)
de gronden tussen maaiveld en
-
ter plaatse en binnen een afstand
van
-
ter plaatse en binnen een afstand
van
g. Waterberging;
h. Nutsvoorzieningen;
Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:
i. Gebouwen, uitgezonderd bedrijfswoningen;
j. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
k. Bijbehorende voorzieningen, zoals erven, paden, water en groenvoorzieningen.
7.2. Regeling aan-huis-verbonden beroepen
7.2.1. Ten aanzien van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep gelden de volgende voorwaarden:
a.
Ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep mag niet meer dan 35% van de woonvloeroppervlakte
worden gebruikt, met een maximum van
b. De activiteiten mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
c. De activiteiten mogen geen detailhandel, seksinrichting of horeca betreffen;
d. De activiteiten mogen niet meldings- of vergunningplichtig zijn op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Stb. 1993, 50, laatst gewijzigd Stb. 2005, 168);
e. Er dient een relatie te zijn tussen ten minste 1 bewoner en de uitgeoefende activiteiten.
7.2.2. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:
a. Het bepaalde in artikel 7.2.1 onder d en een activiteit toestaan waarvoor een meldingsplicht geldt op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Stb. 1993, 50, laatst gewijzigd Stb. 2005, 168), voor zover het bedrijven betreft uit de categorieën 1 en 2 van de van deze voorschriften deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten, die tevens voorkomen op de van deze voorschriften deel uitmakende "Lijst na vrijstelling toelaatbare activiteiten in het kader van een aan-huis-verbonden beroep";
b. Het bepaalde in artikel 7.2.1 onder e en een aan huis verbonden beroep toestaan, zonder dat er een relatie bestaat tussen ten minste 1 bewoner en de uitgeoefende activiteiten, voor zover het medische beroepen betreft.
7.3. Bouwvoorschriften
7.3.1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
a. Een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak
worden gebouwd;
b. De
bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de kaart is aangegeven;
c. Het
bouwperceel mag binnen het bouwvlak tot maximaal het op de kaart aangegeven
maximaal bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen maximaal bebouwingspercentage
is aangegeven, mag het bouwperceel binnen het bouwvlak geheel worden bebouwd;
d. Ter
plaatse of binnen een afstand van
e. Ter plaatse of binnen een afstand
van
f. In
afwijking van het bepaalde in lid 7.3.1 onder a mogen ten behoeve van nutsvoorzieningen
gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met een oppervlak van ten hoogste
g. Ter
plaatse van de aanduiding (o1) dienen de gronden tussen maaiveld en
h. Gebouwde
parkeervoorzieningen zijn uitsluitend overdekt toegestaan.
7.3.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende
be palingen:
a. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag
ten hoogste
b. De hoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
7.4. Nadere eisen windcomfort
Burgemeester en wethouders kunnen
nadere eisen stellen aan de plaats, de hoogte en de bouwwijze van gebouwen met
een bouwhoogte van meer dan
a. door de nadere eisen de gebruikswaarde van de te bebouwen gronden niet onevenredig mag wordt geschaad;
b. de bouwhoogte van (delen van) gebouwen met ten hoogste 10% mag worden teruggebracht.
7.5. Vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 7.3.1 onder h ten aanzien van
het overdekt parkeren om onoverdekt parkeren op daken van gebouwen toe te
staan, voor zover het desbetreffende gebouw een bouwhoogte heeft van ten minste
7.6. Gebruiksvoorschriften
7.6.1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten
gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.
7.6.2. Tot een gebruik, strijdig met de bestemming(en), zoals bedoeld in
lid 7.6.1, wordt in ieder geval gerekend:
a. Het gebruik van de gronden en bouwwerken ten
behoeve van een seksinrichting;
b. De opslag van meer dan
7.6.3. Burgemeester en wethouders verlenen
vrijstelling van het bepaalde in lid 7.6.1, indien strikte toepassing daarvan
zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking
niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
7.7. Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid
7.6.1 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a van de Wet op de
economische delicten.
7.8. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid" te wijzigen om de gronden tevens te bestemmen voor het wonen, met in achtneming van de volgende bepalingen:
a. De voorschriften zoals opgenomen in lid 7.3.1, 7.3.2, 7.4, 7.5, 7.6 en 7.7 zijn van toepassing;
b. De woningen uitsluitend gestapeld mogen worden gebouwd;
c. Voor het wonen wordt voorzien in een regeling voor het uitoefenen van aan-huis-verbonden beroepen overeenkomstig lid 7.2.1 en 7.2.2.
7.9. Wijzigingsprocedure
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 7.8 is de procedure zoals opgenomen in artikel 25 van toepassing.