In deze voorschriften wordt verstaan onder:
1. Het plan:
Het Bestemmingsplan Plettenburg
- De Wiers 2009 van de gemeente Nieuwegein.
2. De plankaart:
De plankaart van het Bestemmingsplan Plettenburg - De Wiers 2009
bestaande uit 3 kaartbladen, 179.11904.00-1, 179.11904.00-2 en
179.11904.00-3.
3. Aan-huis-verbonden beroep:
Het beroepsmatig verlenen van diensten of
het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid op kleine schaal in een woning,
waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de
desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke en visuele uitstraling heeft
die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse.
4. Aanbouw:
De toevoeging van een afzonderlijke ruimte
aan een hoofdgebouw.
5. Agrarisch bedrijf:
Een bedrijf dat gericht is op het
voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt
daaronder begrepen).
6. Agrarisch dienstverlenend bedrijf:
Een bedrijf waarbinnen uitsluitend of
overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of
diensten ten behoeve van agrarische bedrijven.
7. Antennedrager:
Antennemast of andere constructie bedoeld
voor de bevestiging van een antenne.
8. Antenne-installatie:
Installatie bestaande uit een antenne, een
antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen
apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
9. Archeologische deskundige:
Een deskundige met betrekking tot
archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders
te stellen kwalificaties.
10. Archeologisch onderzoek:
Onderzoek verricht door of namens een dienst
of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
11. Archeologische waarde:
De aan een gebied toegekende waarde in
verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
12. Bebouwing:
Eén of meerdere gebouwen en/of bouwwerken,
geen gebouwen zijnde.
13. Bebouwingspercentage:
Een in de voorschriften aangegeven
percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal met gebouwen
en/of overkappingen mag worden bebouwd.
14. Bedrijf:
Een onderneming waarbij het accent ligt op
het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van
goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als
ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering
van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen
die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
15. Bedrijfsvloeroppervlakte:
De totale vloeroppervlakte van een kantoor,
winkel, bedrijf of voorziening met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen
en overige dienstruimten.
16. Bedrijfswoning:
Een woning in of bij een gebouw of op een
terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens
huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein
noodzakelijk is.
17. Beperkt kwetsbaar object:
Een object zoals bedoeld in artikel 1 van
het Besluit externe veiligheid inrichtingen of een object dat hieraan qua aard
en functie gelijkgesteld kan worden. Voor een beperkt kwetsbaar object is een
richtwaarde voor het risico dan wel een risicoafstand tot een risicovolle
inrichting bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
18. Bestaand:
-
bij
bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging
van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor
dat tijdstip aangevraagde vergunning;
-
bij
gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft
verkregen.
19. Bestemmingsgrens:
Een op de plankaart aangegeven lijn, die de
grens vormt van een bestemmingsvlak.
20. Bestemmingsvlak:
Een op de plankaart aangegeven vlak met
eenzelfde bestemming.
21. Bijgebouw:
Een gebouw, behorende bij een op hetzelfde
bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en dat qua afmetingen en functie
ondergeschikt is aan en vrijstaat van dat (hoofd)gebouw.
22. Bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk
oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede
het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten
van een standplaats, zoals bedoeld in artikel 1 van de Woningwet.
23. Bouwgrens:
Een op de plankaart aangegeven lijn, die de
grens vormt van een bouwvlak.
24. Bouwlaag:
Een gedeelte van een gebouw dat door op
gelijke of nagenoeg gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is
begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder.
25. Bouwperceel:
Een aaneengesloten stuk grond, waar
krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is
toegestaan.
26. Bouwperceelgrens:
Een grens van een bouwperceel.
27. Bouwvlak:
Een op de plankaart door bouwgrenzen
omsloten vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen en
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
28. Bouwwerk:
Elke constructie van enige omvang van hout,
steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect steun vindt
in of op de grond.
29. Consumentenvuurwerk:
Vuurwerk voor particulier gebruik als
bedoeld in het Vuurwerkbesluit.
30. Detailhandel:
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden,
waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van
goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die
goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de
uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
31. Detailhandel in volumineuze goederen:
Detailhandel in auto's, boten, motoren, caravans,
grove bouwmaterialen en explosiegevaarlijke stoffen.
32. Dienstverlening:
Het verlenen van economische en
maatschappelijke diensten aan derden.
33. Garagebox:
Een niet voor bewoning of andere doeleinden
bestemd gebouw, dat door zijn plaatsing, indeling en inrichting uitsluitend
geschikt is als stalling van voertuigen.
34. Gebouw:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen
toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte
vormt.
35. Geluidszoneringsplichtige inrichting:
Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet
geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone
moet worden vastgesteld.
36. Geluidszone:
Een geluidszone zoals bedoeld in de Wet
geluidhinder, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein de
waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan en die is aangeduid op de plankaart.
37. Hoofdgebouw:
Een gebouw dat, gelet op de bestemming, als
het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
38. Horecabedrijf:
Onder horecabedrijf wordt verstaan: een
hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek of daaraan
verwante inrichting waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken
worden geschonken of rookwaren of spijzen worden bereid of verstrekt voor
consumptie ter plaatse.
39. Kantoor:
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening
van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het
doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen en
naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen.
40. Kwetsbaar object:
Een object zoals bedoeld in artikel 1 van
het Besluit externe veiligheid inrichtingen of objecten die hieraan qua aard
en functie gelijkgesteld kunnen worden. Voor een kwetsbaar object is een
grenswaarde voor het risico dan wel een risicoafstand tot een risicovolle inrichting
bepaald, die in achtgenomen moet worden.
41. Maatschappelijke doeleinden:
Het openbaar bestuur, medische, sociale,
culturele, educatieve, levensbeschouwelijke en daarmee gelijk te stellen
voorzieningen.
42. Motorbrandstofverkooppunt:
Een verkooppunt van motorbrandstoffen met de
daarbij behorende detailhandel en service aan motorvoertuigen, waaronder
begrepen een wasstraat, verzorgingsplaatsen, alsmede in- en uitritten.
43. Nutsvoorzieningen:
Voorzieningen ten behoeve van het openbare
nut zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations,
schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties,
gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse)
afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
44. Overkapping:
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde,en voorzien
van een gesloten dak.
45. Peil:
a.
voor een
bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
-
de
hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b.
in
andere gevallen:
-
de
gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld;
c.
indien
in of op het water wordt gebouwd:
-
het
Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil).
46. Prostitutie:
Het zich beschikbaar stellen tot het
verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
47. Risicovolle inrichtingen:
Inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1
van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
48. Seksinrichting:
De voor het publiek toegankelijke besloten
ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was,
seksuele handelingen worden verricht.
49. Uitbouw:
De toevoeging aan een hoofdgebouw voor de
vergroting van een bestaande ruimte.
50. Verblijfsmiddelen:
Voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun oorspronkelijk
gebruik onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans en soortgelijke constructies,
alsmede tenten; een en ander voor zover geen bouwwerken en/of kampeermiddelen
zijnde.
51. Verkoopvloeroppervlakte:
De voor publiek zichtbare en toegankelijke
(besloten) winkelruimte ten behoeve van detailhandel.
52. Wet geluidhinder:
Wet van 16 februari 1979, houdende regels
inzake het voorkomen of beperken van geluidshinder.
53. Woning:
Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor
de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
54. Woonschip:
Elk vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of
in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie bestemd is
tot als hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverblijf van één of meer
personen.
55. Woonvloeroppervlak:
De totale oppervlakte van alle op een
bouwperceel aanwezige bebouwing, boven en onder peil, ten dienst van de
toegestane functie.