4 Planbeschrijving
4.1 Planuitgangspunten
Het verkrijgen van een actueel bestemmingsplan is de belangrijkste aanleiding geweest voor het opstellen van dit bestemmingsplan. Nieuwe ontwikkelingen worden in het bestemmingsplan verwerkt voor zover het bestaand beleid betreft. Daarnaast wordt het beleid dat in de afgelopen periode is ontwikkeld opgenomen. Voor de opzet van het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de bestaande toestand op het moment van de eerste tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan. Dat wil zeggen dat de bestaande functies zoveel mogelijk worden gerespecteerd in passende bestemmingen en dat de bestaande hoofdvormen en plaatsing van hoofdgebouwen zoveel mogelijk worden vastgelegd in bouwvlakken en goot- en bouwhoogtes. Dit leidt tot een zogenaamd gedetailleerd bestemmingsplan. De bestemmingen uit de vigerende bestemmingsregelingen voor Galecopperzoom zijn zoveel mogelijk overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan.
Het college van Nieuwegein en de dagelijks besturen van de partners van de stuurgroep A12 centraal hebben in het voorjaar van 2011 ingestemd met het “Verstedelijkingsperspectief A12 Centraal” en hebben aangegeven 'de stip op de horizon' te beschouwen als een bouwsteen voor vervolgactiviteiten. Na afronding van het Verstedelijkingsperspectief hebben de regionale partijen met elkaar uitgewerkt hoe zij in onderlinge samenwerking deze ambitie voor de langere termijn op de agenda willen houden. Met een intentieverklaring en een dynamisch werkprogramma is de samenwerking in februari 2012 bekrachtigd. In het voorgestelde dynamisch werkprogramma van de A12 Centraal is aangegeven dat de gemeente Nieuwegein trekker is van een korte termijn invulling voor de Galecopperzoom. Omdat dit project een heel ander proces doorloopt is het losgekoppeld van het gebied dat reeds een invulling heeft gekregen. Het conserverende bestemmingsplan Galecopperzoom 2013 beslaat daarom alleen het zuidelijke deel en de bestaande woningen in de Galecopperzoom.
Uitzondering Reinesteijnseweg 9
De woning aan de Reinesteijnseweg 9 was in het Uitbreidingsplan 1957 positief bestemd als wonen. In het bestemmingsplan 'Galecop en Nieuwraven 1991' is deze woning niet als woonbestemming opgenomen, zonder duidelijke reden.
Overgangsrecht bepaalt dat wegbestemmen aanvaardbaar is indien het binnen planperiode wordt beëindigd (bijv. door onteigening of aankoop). Indien dit niet het geval is dan positief bestemmen. De afweging moet dan gemaakt worden of er ruimtelijke bezwaren zijn tegen positief bestemmen.
Er wordt door Rijkswaterstaat een scherm aangelegd waardoor deze woning t.a.v. geluid en lucht mogelijk is. Er zijn dan geen belemmeringen vanuit milieu voor het positief bestemmen. Verder is het een cultuurhistorisch gebouw. Deze woning is daarom in voorliggende bestemmingsplan (weer) positief bestemd.
4.2 Ruimtelijke hoofdopzet
De bestaande ruimtelijke hoofdstructuur van de wijk, zoals die beschreven is in paragraaf 2.2, is uitgangspunt voor de ruimtelijke hoofdopzet van het bestemmingsplan. Het plangebied heeft een heldere hoofdstructuur. De hoofdontsluiting van het gebied is de Galecopperlaan die aantakt op de A.C. Verhoefweg. De Galecopperwetering, parallel aan de watergang met dezelfde naam, sluit via de Galecopperzoom en de Galecopperdijk aan op de Galecopperlaan en zo is het hele gebied goed ontsloten.
Het gebied noordelijk van de Galecopperlaan tussen de Reinesteijnseweg en de A.C. Verhoefweg is een geheel 'groen' gebied met park en sportvelden. Aan de noordzijde wordt het plangebied begrenst door de oost-west lopende watergang Galecopperwetering. Het gebied is een uitloopgebied voor de zuidelijk gelegen woongebieden.
Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is om, waar nodig en mogelijk, specifieke stedenbouwkundige en ruimtelijke kenmerken gedetailleerd vast te leggen. Daarnaast is daar waar mogelijk gekozen voor een flexibele regeling zoals bijvoorbeeld bij de bouwmogelijkheden binnen de bestemming Sport.
4.3 Planaspecten
4.3.1 Functionele structuur
Wonen
Bestaande woningen zijn gedetailleerd en conform vigerend bestemmingsplan bestemd. Het combineren van wonen en werken door een gedeelte van de woning als werkruimte te gebruiken is mogelijk. Het uitgangspunt daarbij is wel dat wonen de hoofdfunctie blijft, ook voor de individuele woning.
Sport
De vigerende mogelijkheden voor de verenigingen zijn overgenomen. Binnen deze mogelijkheid is nog ruimte tot uitbreiding.
Maatschappelijke voorzieningen
In het plangebied staat een school. Uitwisseling met andere maatschappelijke voorzieningen is mogelijk.
4.3.2 Verkeer, vervoer en parkeren
In de binnen het plangebied aanwezige verkeersstructuur voor gemotoriseerd en langzaam verkeer worden geen grootschalige wijzigingen voorzien. De verkeersstructuur is dan ook volgens de bestaande situatie opgenomen in het bestemmingsplan. Om flexibiliteit te bieden in de inrichting van het wegprofiel, wordt in het bestemmingplan geen onderscheid gemaakt tussen trottoirs, fietspaden, rijwegen en bijbehorende groenzones van beperkte omvang.
4.3.3 Waterhuishouding
Watertoets
Het watertoetsproces is digitaal doorlopen via www.dewatertoets.nl voor het project Galecopperzoom op 30 oktober 2012. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is via deze website door de initiatiefnemer van de ruimtelijke ontwikkeling op de hoogte gebracht van het plan. Uit de analyse blijkt dat er geen sprake is van een waterbelang.
De ruimtelijke ontwikkeling voldoet aan de belangrijkste minimale voorwaarde: "het standstill beginsel". Dit beginsel houdt in dat door het plan geen verslechtering van de waterhuishouding ontstaat. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden adviseert daarom positief over het ruimtelijk plan.
Aandachtspunten
Ondanks dat de ruimtelijke ontwikkeling geen gevolgen heeft voor water, kan het zijn dat er kansen zijn om verbeteringen door te voeren ten behoeve van duurzaam waterbeheer. Wij adviseren bijvoorbeeld om bij alle nieuwbouw het hemelwater niet af te voeren naar een gemengd rioolstelsel maar te infiltreren in de bodem of af te voeren naar oppervlaktewater (eventueel via een gescheiden rioolstelsel). De gemeente is verantwoordelijk voor het bepalen van (de methode van) hemelwaterafvoer, in overleg met het waterschap.
Indien in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, waarbij het verhard oppervlak toeneemt met meer dan 500m2 in stedelijk gebied en/of 1000m2 in landelijk gebied, heeft dit tot gevolg dat het hemelwater van dit oppervlak versneld tot afvoer komt. Het bestaande watersysteem kan tijdens een hevige regenbui deze extra versnelde afvoer niet verwerken, waardoor wateroverlast binnen of buiten het plangebied kan ontstaan. Om de waterhuishouding niet te verslechteren, moet de versnelde afvoer worden voorkomen of gecompenseerd. Voorbeeld voorkomen: infiltreren van regenwater in de bodem met een wadi of greppel. Voorbeeld compenseren: graven extra watergang,
Waterkwantiteit en waterkwaliteit
De watergangen hebben een functie voor de aan- en afvoer van water en voor de waterberging voor het ontvangen van regenwater uit regenwateroverstorten en recreatie. Vooral de primaire watergangen zijn in dit verband van belang. In verband daarmee is het van belang om de bestaande watergangen in het plangebied vast te leggen en te beschermen door concrete bestemming van het oppervlaktewater. Op sommige plaatsen is het oppervlaktewater echter niet direct zichtbaar, doordat dit is overkluisd door wegen of groenvoorzieningen. De locatie van deze overkluisde watergangen is veilig gesteld door een dubbelbestemming Waterstaat. In de doeleindenomschrijving van de bestemmingen voor wegen en groenvoorzieningen, wordt tevens rekening gehouden met mogelijke uitbreidingen van open water ten behoeve van waterberging of andere waterstaatkundige doelen.
Om de waterstaatkundige functie van de primaire watergangen te kunnen waarborgen, moet regelmatig onderhoud plaatsvinden. Om het onderhoud op een goede wijze te kunnen uitvoeren, zijn obstakelvrije zones langs deze watergangen nodig. Met het Hoogheemraadschap zijn in het verleden afspraken gemaakt om ook in het ruimtelijke ordeningsspoor deze zogenaamde keurstroken door middel van een op de functie toegesneden bestemming, namelijk de dubbelbestemming Waterstaat, veilig te stellen voorzover deze liggen in openbaar gebied. Bij het als zodanig bestemmen van de keurstroken in privé-gebied zoals tuinen komt de uitvoerbaarheid in het geding. In de praktijk blijkt het uitvoeren van onderhoud van primaire watergangen vanuit tuinen vrijwel niet mogelijk. Binnen de zones waarop de Keur van toepassing is de uitvoering van werkzaamheden overigens niet mogelijk zonder ontheffing van de Keur.
Primaire watergangen
Langs de westkant van het perceel is een primaire watergang gelegen. Bij primaire watergangen is een beschermingszone van 5 meter, gemeten vanuit de insteek van de watergang, van toepassing. Binnen deze zone is de Keur van het waterschap van toepassing.
4.3.4 Natuur en landschap (flora en fauna)
Handhaving van de huidige groenstructuur is het uitgangspunt en daarom is het park als zodanig bestemd. Vanwege de specifieke uitstraling van de skatebaan en de voetbalkooi zijn deze specifiek op de verbeelding aangegeven. De geluidswal langs de A2 is specifiek aangeduid en de ecologische functie ervan ook.
4.3.5 Cultuurhistorie en archeologie
Archeologie
De gemeentelijke archeologische verwachtingskaart vormt de onderlegger voor de archeologische waarden op de verbeelding. Aan de verwachtingen worden regels gekoppeld die inzichtelijk maken waar en welke gevallen archeologisch onderzoek vereist is.
Op de archeologische verwachtingskaart is te zien dat er zich twee verschillende archeologische waardes bevinden in het gebied, namelijk AWV 2 en AWV 6. Beide gebieden hebben een dubbelbestemming Waarde Archeologie gekregen met bijbehorende regels die inzichtelijk maken bij welke verstoringen archeologisch onderzoek verplicht is..
Cultuurhistorie
Het Cultuurhistorisch onderzoek laat zien dat er in het gebied verschillende cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig zijn en op verschillende plekken oude ontginningsstructuren nog zichtbaar zijn in het landschap.
De rode zone (cultuurhistorisch landschap van zeer hoge waarde) betreft het prestedelijke erf aan de Galecopperdijk 13, ter plaatse van het monument (langhuisboerderij Oudersvrucht) en de Galecopperdijk zelf als ontginningsas van de polder Galecop.
Uitsnede uit RAAP-rapport 2538, kaartbijlage 7, Integrale waardering
De oranje zone (cultuurhistorisch landschap van hoge waarde) betreft de achterkade van polder Galecop (Reinesteijnseweg) en het gebied aan weerszijde van de alecopperdijk, inclusief een prestedelijk erf aann het zuidoosten van deze dijk.
De gele zone (cultuurhistorisch landschap met middenwaarde) ligt op de grens van de ontginningen Galecop en Jutphaas en is een herinnering aan het prestedelijke landschap. Het oorspronkelijke slotenpatroon van de cope-ontginningen is behoudenswaardig, omdat het van cultuurhistorische waarde is. Dit geldt eveneens voor de verkavelingsstructuur die door de bestaande sloten nog deels intact is.
De oranje en rode zones hebben een dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie gekregen. Te behouden cultuurhistorische waarden in het gebied die hiermee beschermd worden zijn de kavelstructuren van de middeleeuwse cope-ontginning, pre-stedelijke erven, de langhuisboerderijen, de ontginningsas en -dijk en de karakteristieke bruggen. Voor het gebied met middelhoge waarde is in de enkelbestemming een aanlegvergunningstelsel opgenomen voor het dempen van sloten (horende tot de oorspronkelijke ontginning) en voor het wijzigen van de kavelstructuren.
4.4 Milieu
4.4.1 Geluid
In dit bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingen voorzien waarvoor ten behoeve van de vaststelling van het bestemmingsplan akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Er is geen sprake van nieuwe of gewijzigde situaties. Dit bestemmingsplan legt alleen de huidige situatie vast.
4.4.2 Externe veiligheid
De invloedsgebieden van de transportroutes (weg/water/spoor/buisleidingen) genereren geen PR en GR contouren. Binnen het plangebied zijn geen 10-6 contouren voor het plaatsgebonden risico aanwezig. Ook vormt het groepsrisico als gevolg van de rijkswegen geen belemmering. In de bestaande situatie wordt voldaan aan de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico. In dit plan wordt de vestiging van nieuwe bestemmingen of risicobedrijven niet mogelijk gemaakt.
4.4.3 Luchtkwaliteit
In dit bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingen voorzien waarvoor ten behoeve van de vaststelling van het bestemmingsplan luchtkwaliteitonderzoek moet worden uitgevoerd. Er is geen sprake van nieuwe situaties die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit. Dit bestemmingsplan legt alleen de huidige situatie vast.
4.4.4 Bodem
Voor alle bestemmingen waar zich in de toekomst een functiewijziging of herinrichting voordoet, dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch bodemonderzoek, te worden verricht. Ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan vindt geen functiewijziging plaats. Bodemonderzoek is daarom niet vereist in het kader van het bestemmingsplan.
4.4.5 Belemmeringen
Kabels en leidingen
In het plangebied liggen geen kabels en leidingen die planologisch relevant zijn. Een regeling hiervoor in dit bestemmingsplan is dan ook niet nodig.