De voor
"Waarde – Archeologie-2" aangewezen gronden zijn, behalve voor de
andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van
aanwezige of naar middelhoge verwachting aanwezige archeologische waarden.
In afwijking van
het elders in het plan ten aanzien van deze gronden bepaalde, zijn op en in
deze gronden toegestaan bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van
instandhouding en bescherming van en onderzoek naar aanwezige of naar
verwachting aanwezige archeologische waarden.
In geval van een
aanvraag van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 44, lid 1 van
de Woningwet, voor een bouwwerk op mede als ""Waarde – Archeologie-2"
aangewezen gronden, met een oppervlakte groter dan 1.000 m en waarvoor
grondbewerkingen nodig zijn dieper dan 30 centimeter:
a.
dient
in het belang van de archeologische monumentenzorg door aanvrager van de
bouwvergunning een rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarde
van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel
van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, en
b.
kunnen
in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de vergunning de
volgende verplichtingen worden verbonden:
1.
de
verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in
de bodem kunnen worden behouden;
2.
de
verplichting tot het doen van opgravingen; of
3.
de
verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden
door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die
voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen
kwalificaties.
Artikel 26 is van
toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en
werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij
aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming "Waarde –
Archeologie-2", de regels van het plan te wijzigen zodanig dat de
dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of
verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voorzover
de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in
voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.