Artikel 6        Groen

 

 

6.1      Bestemmingsomschrijving

 

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.   groenvoorzieningen,

b.   watergangen en waterpartijen,

c.   speelvoorzieningen,

d.   fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere ondergeschikte verhardingen,

e.   overige bij de bestemming behorende voorzieningen;

 

alsmede voor:

f.   ter plaatse van de aanduiding ‘bos’, de instandhouding van het boskarakter van de groenstrook;

 

met dien verstande dat:

g.   artikel 19 met voorrang van toepassing is, voorzover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Archeologie 2;

h.   artikel 20 met voorrang van toepassing is, voorzover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde-Cultuurhistorie 2.

 

6.2      Bouwregels

 

Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bij de bestemming behorende andere bouwwerken, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

 

bouwwerken

max. bouwhoogte

licht- en andere masten

10 m

beeldende kunst

4 m

speelvoorzieningen

5 m

overige andere bouwwerken

3 m

 

 

6.3      Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding ‘bos’ vanwege de instandhouding van het boskarakter van de groenstrook.

 

6.4      Aanlegvergunning

 

Artikel 26 is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.