direct naar inhoud van Regels

0230BPLGOWB (Laagraven-Oudwulverbroek)

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0321.0230BPLGOWB-VAST

Artikel 11 Maatschappelijk

 

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  1. maatschappelijke voorzieningen, die zijn opgenomen in de 'Tabel Maatschappelijk' met bijbehorende voorzieningen;

 

Tabel Maatschappelijk

Aanduiding

straat

huis - nummer

aard van de huidige functie

toegestane doeleinden

'specifieke vorm van maat- schappelijk - 1'

Oud-Wulfseweg

1

Moluks kerkelijk centrum

  • congres- en kantoordoeleinden;

  • religieuze voorzieningen;

  • groenvoorzieningen.

'specifieke vorm van maat- schappelijk - 2'

Oud-Wulfseweg

3

Makeblijde, experimenteel en educatief architectuurpark met bijbehorende voorzieningen

  • educatieve voorzieningen;

  • culturele en maatschappelijke voorzieningen;

  • organiseren vergaderingen, recepties en workshops, voor zover ondergeschikt aan de hoofdfunctie/-gebruik; Uitgezonderd zijn zaalverhuur en feesten.

  • groenvoorzieningen.

'specifieke vorm van maat- schappelijk - 3'

Lobbendijk

7

Agrarisch opleidingscentrum Midden-Nederland

  • educatieve voorzieningen;

  • groenvoorzieningen.

'specifieke vorm van maat- schappelijk - 4'

Oud-Wulfseweg

6

begraafplaats

  • begraafplaats;

  • groenvoorzieningen.

 

met daaraan ondergeschikt:

  1. kleinschalige kinderopvang;

  2. horeca-activiteiten voor zover deze behoren tot de categorie 4 van de van deze regels deel uitmakende 'Staat van Horeca-activiteiten' tot maximaal 100 m2;

  3. verkeer en verblijf, waaronder parkeren ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';

  4. parkeren;

  5. nutsvoorzieningen;

  6. speelvoorzieningen;

  7. tuinen, erven en verhardingen;

  8. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

 

 

 

 

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

11.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;

  2. de voorgevel van hoofdgebouwen moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn;

  3. het bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt maximaal het percentage dat is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage (%)';

  4. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de hoogtes die zijn aangegeven ter plaatse van de (maatvoerings)aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';

  5. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrenzen bedraagt minimaal 2 meter.

 

 

11.2.2 Erfbebouwing

 

11.2.2.1 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;

  2. bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan voor de voorgevelrooilijn;

  3. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 3,2 meter;

  4. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 6 meter;

  5. de oppervlakte bedraagt maximaal 50% van de oppervlakte van het bouwperceel buiten het bouwvlak, met een maximum van 50 m²;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 2' zijn naast het bepaalde in sub e tevens bouwwerken in de vorm van kunstwerken toegestaan waarbij het aantal kunstwerken niet meer dan 5 mag bedragen, de hoogte niet meer dan 4 m mag bedragen en de oppervlakte niet meer dan 100 m2 mag bedragen.

 

11.2.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;

  2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan voor de voorgevelrooilijn, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn tot maximaal 1 meter;

  3. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn bedraagt maximaal 2 meter;

  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 meter.

 

 

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:

  1. een goede stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing;

  2. een goede verkeerskundige inpassing;

  3. een goede inpassing van de cultuurhistorische waarden;

  4. een goede hydrologische inpassing;

  5. een goede brandveiligheid en rampenbestrijding.

 

11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. prostitutiebedrijven;

  2. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn;

  3. wonen, met uitzondering van wonen in een bedrijfswoning.