De voor ‘Gemengd -
a horeca-activiteiten voor zover deze behoren tot en met categorie 2 van de van deze regels deel uitmakende ‘Staat van Horeca-activiteiten’, waarbij tevens zalenverhuur met regulier gebruik muziek/dans is toegestaan.;
b het verrichten van activiteiten gericht op cultuur, spel, vermaak en ontspanning, zoals een bowlingzaal, dartruimte, snooker- en poolruimte, dansschool, tentoonstellingsruimte, speeltuin, beurzen, schietbaan, glow-golf, laserquest en een kunstijsbaan;
met daaraan ondergeschikt:
c voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder paden;
d tuinen, erven en verhardingen;
e groenvoorzieningen;
f water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
g horeca-activiteiten voor zover behorende tot categorie 4 van de van deze regels deel uitmakende ‘Staat van Horeca-activiteiten’.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
a Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
b Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.
d De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.
e De verticale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘verticale bouwdiepte (m)’.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte van vlaggenmasten
mag niet meer bedragen dan
c
De bouwhoogte van overige
bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan
a Ondergronds bouwen mag uitsluitend binnen het bouwvlak.
b
De verticale diepte van een
ondergronds bouwwerk mag niet meer bedragen dan
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering en/of afmetingen van bebouwing, indien dit noodzakelijk is in verband met:
a een goede stedenbouwkundige en/of (streekeigen) landschappelijke inpassing;
b een goede verkeerskundige inpassing;
c een goede inpassing van de cultuurhistorische waarden;
d een goede hydrologische inpassing.
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
a Parkeren ten behoeve van deze bestemming dient te geschieden op eigen terrein. Hiervoor dienen voldoende gebouwde en/of ongebouwde parkeervoorzieningen te worden gebouwd/aangelegd.
b Minimaal 10% van het bouwperceel dient te worden ingericht met groen-(voorzieningen).
c
Het bedrijfsvloeroppervlak dat
gebruikt wordt voor zalenverhuur met regulier gebruik muziek/dans mag niet meer
bedragen dan
d
Het bedrijfsvloeroppervlak dat
gebruikt wordt voor beurzen mag niet meer bedragen dan
Het is verboden op of in de in 4.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:
a het vellen van historische groenelementen;
b het aanleggen of verharden van wegen of paden of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.
Van het vereiste van een omgevingsvergunning zijn uitgezonderd werken en werkzaamheden die:
a van zodanig geringe omvang en/of ondergeschikte betekenis zijn dat daardoor geen aantasting plaatsvindt van te beschermen historische groenelementen;
b behoren tot normaal onderhoud, beheer of gebruik overeenkomstig de bestemming, met uitzondering van parkeervoorzieningen;
c reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
De in lid 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
a het behoud en bescherming van de historische groenelementen is gewaarborgd;
b er op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd – overloopterrein’ open verharding waarbij ten minste 70% open en onverhard blijft, wordt aangebracht.