Planregels

 

Bestemmingsplan Versteeglaan

Gemeente De Bilt

 

28 januari 2010

 

INHOUDSOPGAVE

 

HOOFDSTUK 1            INLEIDENDE REGELS

Artikel 1           Begrippen

Artikel 2           Wijze van meten

HOOFDSTUK 2            BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3           Maatschappelijk

HOOFDSTUK 3            ALGEMENE REGELS

Artikel 4           Anti-dubbeltelregel

Artikel 5           Algemene ontheffingsregels

Artikel 6           Verwerkelijking in de naaste toekomst

Artikel 7           Algemene procedureregels

Artikel 8           Overige regels

HOOFDSTUK 4            OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 9           Overgangsrecht

Artikel 10         Slotregel

 

 

HOOFDSTUK 1         Inleidende regels                     terug naar inhoudsopgave

Artikel 1        Begrippen                            terug naar inhoudsopgave

1.1              In dit bestemmingsplan wordt verstaan onder:

 

a            plan

:            

het bestemmingsplan Versteeglaan van de gemeente De Bilt;

 

b            bestemmings-plan

:            

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0310.0004.BP00200-VG01 met de bijbehorende regels;

 

c            aanduiding

:            

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het

bebouwen van deze gronden;

 

d            aanduidings-grens

 

:            

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

e            bebouwing

:            

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

 

f              bestemmings-grens

 

:            

de grens van een bestemmingsvlak;

g            bestemmings-vlak

 

:            

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

h            bouwen

:            

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

 

i               bouwgrens

 

:            

de grens van een bouwvlak;

j               bouwperceel

:            

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

 

k             bouwperceel-grens

 

:            

een grens van een bouwperceel;

l               bouwvlak

:            

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

 

m          bouwwerk

:            

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

 

n            gebouw

:            

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

 

o            peil

:           D

1             voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;

2             in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

 

 

Artikel 2        Wijze van meten                        terug naar inhoudsopgave

2.1              Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

a          de bouwhoogte van een bouwwerk

:  

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

 

b          de goothoogte van een bouwwerk

:  

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

 

c          de inhoud van een bouwwerk

:  

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

 

d          de oppervlakte van een bouwwerk

:  

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

 

 

2.2              De in lid 2.1 sub b genoemde ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mogen de maximumhoogte met niet meer dan 3 meter overschrijden.

 

 

HOOFDSTUK 2         Bestemmingsregels                   terug naar inhoudsopgave

Artikel 3        Maatschappelijk - 1                            terug naar inhoudsopgave

Bestemmingsomschrijving

3.1              De voor ‘Maatschappelijk - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a        activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening;

 

en daarbij behorende

b        pleinen, in- en uitwegen en overige verhardingen;

c        parkeervoorzieningen;

d        speelvoorzieningen;

e        groenvoorzieningen;

f          waterlopen, inclusief duikers.

 

Bouwregels

3.2              Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

a        de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;

b        de gronden binnen het bouwvlak mogen voor maximaal 65% worden bebouwd;

c        de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen niet meer bedragen dan 6,5 m;

d        de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 9,5 m;

e        de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

 

 

HOOFDSTUK 3         Algemene regels                          terug naar inhoudsopgave

Artikel 4        Anti-dubbeltelregel                        terug naar inhoudsopgave

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

Artikel 5        Algemene ontheffingsregels        terug naar inhoudsopgave

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de regels van het plan, indien het betreft:

a          het bouwen van een gebouw ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer, of het waterbeheer, mits de inhoud van het gebouw niet meer bedraagt dan 4 m3 en de hoogte niet meer dan 1,50 meter;

b          het overschrijden van de regels inzake bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen met niet meer dan 10%;

c          het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;

d          het overschrijden van de in lid 2.2 genoemde maximale overschrijding van de maximumhoogte, ten behoeve van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatie-installaties, lichtkappen, schoorstenen en torens van gebouwen, mits de maximale bouwhoogte met niet meer dan 5 meter wordt overschreden;

e          overschrijdingen van het bouwvlak of de bestemmingsgrenzen, met ten hoogste 3 meter door ondergeschikte bouwonderdelen, zoals erkers, balkons, bordessen, luifels, galerijen, trappen, overhangende verdiepingen, toegangen, lifthuizen en dergelijke.

 

 

Artikel 6        Verwerkelijking in de naaste toekomst                     terug naar inhoudsopgave

Ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - verwerkelijking in naaste toekomst’ wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.4 van de Wet ruimtelijke ordening de verwezenlijking van het bestemmingsplan in de naaste toekomst nodig geacht.

 

 

Artikel 7        Algemene procedureregels                                          terug naar inhoudsopgave

Een beslissing omtrent het verlenen van een ontheffing wordt niet eerder genomen dan het moment nadat belanghebbenden gedurende twee weken na publicatie van het voornemen tot het verlenen van ontheffing in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld mondeling of bij voorkeur schriftelijk zienswijzen tegen die voorgenomen ontheffing bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen.

 

 

Artikel 8        Overige regels                                       terug naar inhoudsopgave

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpbestemmingsplan.

 

 

HOOFDSTUK 4         Overgangs- en slotregels                   terug naar inhoudsopgave

Artikel 9        Overgangsrecht                                    terug naar inhoudsopgave

Overgangsrecht bouwwerken

9.1              Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

a        gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b        na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

9.2              Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

9.3              Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

Overgangsrecht gebruik

9.4              Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

9.5              Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het vierde lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

9.6              Indien het gebruik, bedoeld in het vierde lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

9.7              Het vierde lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

 

Artikel 10    Slotregel                                                  terug naar inhoudsopgave

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Versteeglaan.

 

Aldus vastgesteld in openbare vergadering door de raad van de gemeente De Bilt op 28 januari 2010.

 

 

de voorzitter,                                                                de griffier,