1 Doeleindenomschrijving
De gronden die op de plankaart zijn aangewezen voor 'waterkering' zijn bestemd voor:
a. primair waterkering en doeleinden ten behoeve van de waterhuishouding;
b. secundair voor doeleinden overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4, 5, 6, 7 en 8 van deze voorschriften.
2 Bouwvoorschriften
Op deze gronden mogen, gehoord de waterbeheerder, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de in lid 1 genoemde doeleinden onder de volgende voorwaarden:
a. de bebouwing mag niet strijdig zijn met de belangen van de waterkering;
b. de hoogte mag niet meer bedragen dan
3 Vrijstelling
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2 voor het bouwen van bouwwerken die op grond van het bepaalde in de artikelen 4, 5, 6, 7, en 8 zijn toegestaan, mits dit niet strijdig is met de belangen van de waterkering, in welk kader de waterbeheerder gehoord wordt.
4 Aanlegvergunning
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning op en in de hierna genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
1. het vergraven en egaliseren van gronden;
2. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
3. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen en kolken;
4. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
5. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids-)wallen.
b. Een aanlegvergunning als bedoeld onder a. mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies welke het plan beoogt te beschermen dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen, in verband waarmee de waterbeheerder gehoord wordt.
c. Geen aanlegvergunning als bedoeld onder a. is vereist voor:
1. werken of werkzaamheden, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
2. werken of werkzaamheden welke op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.