Artikel 6 Maatschappelijk

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. ter plaatse van de aanduiding 'religie', voor een gebeds- en ontmoetingsruimte;

met daaraan ondergeschikt:

    1. een inpandige verblijfsruimte (dienstwoning) ten behoeve van het bieden van huisvesting/logies aan een persoon, wiens aanwezigheid uit hoofde van zijn functie in de moskee gewenst is;

    2. kantoorruimte;

    3. horeca;

  1. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs', voor onderwijsdoeleinden;

  2. parkeervoorzieningen, waarbij in ieder geval dient te worden voldaan aan de gemiddelde parkeernormen zoals opgenomen in de CROW-publicatie nummer 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie';

  3. bij de bestemming behorende voorzieningen waaronder wegen, paden, bermen, erven, terreinen, speelvoorzieningen, groenvoorzieningen en overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen;

 

6.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 6.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

 

6.2.1 Gebouwen

Gebouwen moeten voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs' mogen gebouwen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'religie' is slechts 1 (één) gebouw toegestaan;

  3. het bebouwingspercentage mag binnen het bouwvlak ten hoogste zoveel bedragen als aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', met inachtneming van de parkeernorm als opgenomen in 6.1 sub c;

  4. de goothoogte en de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;

  5. in afwijking van het bepaalde onder d geldt dat de bouwhoogte van een bij de gebedsruimte behorende minaret niet meer mag bedragen dan 15 m;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' dienen gebouwen te worden gebouwd met een dove gevel.

 

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken geen gebouw zijnde moeten voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. de bouwhoogte voor palen, masten, verkeerstekens, technische installaties maximaal 12 m;

  2. erf- of perceelafscheidingen, op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn en op ten minste 1 m van de weg of het openbaar groen maximaal 2 m;

  3. overige erf- of terreinafscheidingen maximaal 1 m;

  4. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde maximaal 3 m.