Artikel 3 Gemengd

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, die staan vermeld in de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten als opgenomen in de bijlage bij deze regels;

  2. kantoren;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' is een nutsvoorziening toegestaan;

  4. parkeervoorzieningen, waarbij in ieder geval dient te worden voldaan aan de gemiddelde parkeernormen zoals opgenomen in de CROW-publicatie nummer 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie';

  5. bij de bestemming passende voorzieningen waaronder wegen, paden, bermen, groenvoorzieningen en overige voorzieningen;

 

3.2 Bouwregels

Op of in de gronden als bedoeld in artikel 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

 

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  1. gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;

  2. het bebouwingspercentage mag binnen het bouwvlak ten hoogste zoveel bedragen als aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', met inachtneming van de parkeernorm als opgenomen in 3.1 sub d;

  3. de goothoogte en de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;

 

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. de bouwhoogte van palen, masten, verkeerstekens en technische installaties mag niet meer bedragen dan 12 m;

  2. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn en op ten minste 1 m van de weg of het openbaar groen mag niet meer bedragen dan 2 m;

  3. de hoogte van overige erf- of terreinafscheidingen mag maximaal 1 m bedragen;

  4. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 7 m.

 

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 sub a ten behoeve van het gebruiken van gronden en bouwwerken voor een ander soort bedrijf, dan het in dat lid bedoelde, indien:

  1. het een ander soort bedrijf is, dat in de van deze regels deeluitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten is vermeld als categorie 1 t/m 2, danwel indien dat bedrijf niet voorkomt op genoemde Staat van Bedrijfsactiviteiten, het daarmee gelijk te stellen is naar de gevolgen van de omgeving;

  2. het ander soort bedrijf geen opslag van goederen in de open lucht inhoudt of met zich meebrengt en;

  3. het ander soort bedrijf geen detailhandel of horeca betreft.