Toelichting

 

HOOFDSTUK 1 Inleiding

 

1.1 Aanleiding en doel van het bestemmingsplan

 

Artikel 2.5.30 van de Bouwverordening gemeente Tiel 2012 maakte het tot nu toe mogelijk om omgevingsvergunningen te toetsen aan de geldende parkeernormen. Op 29 november 2014 zijn de Woningwet en het Besluit ruimtelijke ordening gewijzigd, waardoor parkeernormen voortaan in bestemmingsplannen moeten worden verankerd. Het opnemen van een verwijzing naar de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening is niet langer mogelijk.

 

De nieuwe regeling is van kracht verklaard voor bestemmingsplannen die na 29 november 2014 in werking zijn getreden. De bestemmingsplannen van vóór die datum moeten uiterlijk 1 juli 2018 worden aangepast aan de nieuwe regelgeving, waarbij door middel van een verwijzing in de regels een koppeling gelegd wordt met de meest recente gemeentelijke nota met parkeernormen. Dit kan door het opstellen van een paraplubestemmingsplan.

 

Een paraplubestemmingsplan biedt de mogelijkheid om alle bestemmingsplannen binnen de gemeente in één keer te herzien voor één of meerdere aspecten. Hiermee worden de geldende parkeernormen uit de nota 'Beleidsregels Reserve Parkeerbijdrageregeling' (d.d. 17 maart 2010) in alle geldende ruimtelijke plannen ingepast.

 

1.2 Ligging plangebied

 

Het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan betreft het gehele grondgebied van de gemeente Tiel.

 

 [image]

Ligging plangebied

 

 

1.3 Geldende planologische situatie

 

Het voorliggende paraplubestemmingsplan is van toepassing op alle geldende bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen en beheersverordeningen op het grondgebied van de gemeente Tiel, behalve die bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen en beheersverordeningen waarin al specifieke parkeernormen zijn opgenomen.

 

1.4 Opzet van het bestemmingsplan

 

Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en deze toelichting. De toelichting is opgebouwd uit vijf hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk volgt hoofdstuk 2 met een beschrijving

van de nota 'Beleidsregels Reserve Parkeerbijdrageregeling'. In hoofdstuk 3 worden de juridische aspecten van dit plan beschreven. Hoofdstuk 4 bevat de beschrijving van de economische uitvoerbaarheid. Resultaten van inspraak en overleg komen tot slot in het vijfde en tevens laatste hoofdstuk aan de orde.

 

HOOFDSTUK 2 Planbeschrijving

 

2.1 Doelstelling

 

De nota 'Beleidsregels Reserve Parkeerbijdrageregeling' is op 17 maart 2010 vastgesteld door de gemeenteraad van Tiel. De nota heeft als doel om bij nieuwe of te wijzigen ruimtelijke plannen en projecten de hoeveelheid parkeerplaatsen te kunnen bepalen, teneinde de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid te waarborgen. Met behulp van de nota:

 

2.2 Uitgangspunten

 

In de nota 'Beleidsregels Reserve Parkeerbijdrageregeling' is aangesloten bij de landelijk gebruikte kencijfers voor parkeernormering van het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte (CROW). De parkeerkencijfers uit de CROW-publicatie 182: ‘Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' zijn hiervoor als uitgangspunt genomen. Daarbij is bepaald dat bij herziening van de CROW-normeringen ook de Tielse parkeernormen, conform de bovenstaande systematiek, worden herzien. Dit betekent dat op het moment van opstellen van voorliggend bestemmingsplan de parkeerkencijfers uit de CROW-publicatie 317 van toepassing zijn, en dat bij toekomstige herzieningen van de CROW-publicatie de dan geldende parkeerkencijfers van toepassing zullen worden.

 

Bij het bepalen van de parkeernormen is rekening gehouden met de stedelijkheidsgraad. Deze is van invloed op het aanbod en de kwaliteit van alternatieve vervoerswijzen en daarmee ook op de hoogte van de te hanteren parkeernormen. Reden om de parkeernorm te relateren aan de stedelijkheid is dat enerzijds blijkt dat de kwaliteit en het aanbod van overige vervoerswijzen over het algemeen beter is naarmate de stedelijkheid toeneemt. Hierdoor blijkt dat het autobezit in gebieden met een hogere stedelijkheidsgraad over het algemeen lager ligt dan in gebieden met een lage stedelijkheidsgraad. Tiel is aangemerkt als een matig stedelijke gemeente.

 

De vraag naar parkeerplaatsen wordt daarnaast bepaald door de locatie van de functie binnen een gemeente. Studies geven aan dat functies in centra een lagere parkeervraag hebben dan diezelfde functies elders in de bebouwde kom. Door de effecten van andere vervoerswijzen (zoals openbaar vervoer) in centra komen niet alle gebruikers per definitie met de auto. Gebieden buiten het centrum kennen vaak minder openbaar vervoervoorzieningen, waardoor het autogebruik in deze gebieden hoger ligt. Daarom maakt CROW onderscheid tussen:

Dit onderscheid is in de nota 'Beleidsregels Reserve Parkeerbijdrageregeling' overgenomen.

 

De parkeerkencijfers uit de CROW-publicatie hebben een range (minimum – maximum). In de nota 'Beleidsregels Reserve Parkeerbijdrageregeling' wordt uitgegaan van het gemiddelde van de minimale en maximale parkeernorm.

 

Parkeren op eigen terrein

Een nieuw initiatief tot bouwen (verbouw, nieuwbouw, nieuwe functie etc.) mag geen parkeerproblemen veroorzaken in de omgeving. Dit betekent in principe dat de oplossing van de parkeerbehoefte op eigen terrein moet plaatsvinden. Om de kwaliteit van de openbare ruimte (zoals groenvoorzieningen, kindvriendelijke straten) en de leefbaarheid van de kernen te handhaven is het belangrijk dat er zo weinig mogelijk (langs)parkeerplaatsen in de openbare ruimte op straatniveau worden gerealiseerd. Het realiseren van minder parkeerplaatsen op eigen terrein dan de parkeernorm voorschrijft wordt met het oog op het afwentelen van parkeerproblemen op de openbare ruimte in beginsel niet toegestaan. Hiervoor geldt wel een afwijkingsmogelijkheid.

 

2.3 Toetsing parkeren bij bouwaanvragen

 

Een bouwplan moet worden getoetst aan de parkeernormen wanneer er sprake is van een vergunningplichtige nieuw- of verbouwontwikkeling en/of wanneer er sprake is van wijziging van het gebruik.

 

Allereerst wordt op basis van de nota 'Beleidsregels Reserve Parkeerbijdrageregeling' de parkeerbehoefte bepaald. De parkeerbehoefte is de vraag naar het aantal parkeerplaatsen dat een bepaalde functie met een bepaalde omvang heeft. Vervolgens wordt de parkeercapaciteit bepaald. De parkeercapaciteit betreft het aantal parkeerplaatsen dat er feitelijk beschikbaar is voor een bepaalde functie in een bepaald gebied. Als laatste stap wordt de parkeerbehoefte geconfronteerd met de parkeercapaciteit. Uitgangspunt is dat in de (extra) parkeerbehoefte voor het bouwplan wordt voorzien op eigen terrein.

 

2.4 Afwijking

 

Wanneer niet alle parkeerplaatsen op eigen terrein kunnen worden gerealiseerd, kan het college afwijken van het aantal te realiseren parkeerplaatsen op eigen terrein. Hiervoor is in dit bestemmingsplan een afwijkingsbevoegdheid in de regels opgenomen.

 

HOOFDSTUK 3 Juridische aspecten

 

3.1 Inleiding

 

Voorliggend paraplubestemmingsplan betreft een partiële herziening van alle geldende bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen en beheersverordeningen op het grondgebied van de gemeente Tiel, behalve die bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen en beheersverordeningen waarin al specifieke parkeernormen zijn opgenomen.

 

Het plan bestaat uit een verbeelding met bijbehorende regels en deze toelichting. De verbeelding en de regels vormen samen het juridische deel. De verbeelding en regels dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.

 

Qua systematiek van het voorliggende bestemmingsplan wordt geheel aangesloten bij het bestemmingsplan Tiel Oost, en daarmee bij de landelijke standaard voor bestemmingsplannen, de SVBP2012, en de standaardregels voor digitale bestemmingsplannen van de gemeente Tiel.

 

3.2 Algemene toelichting op de verbeelding

 

Op de verbeelding is het gehele grondgebied van de gemeente Tiel als plangebied opgenomen. Bestemmingen of aanduidingen zijn, gezien het karakter van het voorliggende paraplubestemmingsplan, niet opgenomen.

 

3.3 Algemene toelichting op de regels

 

De regels van het bestemmingsplan zijn ondergebracht in zeven artikelen:

 

 

HOOFDSTUK 4 Uitvoerbaarheid

 

Aan dit plan zijn, behoudens de kosten van het opstellen van het plan, geen kosten verbonden voor de gemeente. Ook voorziet dit plan niet in een bouwplan, waardoor er geen exploitatieplanverplichting is. Gezien het voorgaande wordt het plan economisch uitvoerbaar geacht.

 

 

HOOFDSTUK 5 Overleg en inspraak

 

5.1 Overleg

 

Omdat het voorliggende bestemmingsplan een wettelijke verplichting betreft, en er geen nieuw beleid of nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, is het niet nodig om het bestemmingsplan in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro te bespreken met de relevante vooroverlegpartners van de gemeente Tiel.

 

5.2 Inspraak

 

Er is gekozen om geen gebruik te maken van de inspraakprocedure zoals bedoeld in de gemeentelijke inspraakverordening. Belangrijk argument hiervoor is dat de complexiteit van dit plan gering is.

 

Het ontwerp bestemmingsplan heeft bij het omgevingsloket en middels de vereiste digitale kanalen ter visie gelegen. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen ontvangen.