Regels
HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan
Het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan Parkeren' met identificatienummer NL.IMRO.0281.BP00040-va01 van de gemeente Tiel.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 Bevoegd gezag
Bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.4 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.5 Bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.6 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.7 Omgevingsvergunning voor het bouwen
Een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
HOOFDSTUK 2 Algemene regels
Artikel 2 Toepassingsbereik
De regels in dit bestemmingsplan gelden in aanvulling op de regels van alle bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen en beheersverordeningen op het grondgebied van de gemeente Tiel en laten de regels uit de voornoemde plannen ongewijzigd. In ruimtelijke plannen waarin al specifieke parkeernormen zijn opgenomen, blijven deze oude normen van kracht.
Artikel 3 Algemene bouwregels
3.1 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening (onderwerpen van stedenbouwkundige aard) met betrekking tot parkeren blijven buiten toepassing.
Artikel 4 Algemene gebruiksregels
4.1 Parkeren
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden van de in artikel 2 genoemde plannen wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein overeenkomstig de beleidsregels met betrekking tot parkeren, zoals opgenomen in de door de raad op 17 maart 2010 vastgestelde 'Beleidsregels Reserve Parkeerbijdrageregeling', of de rechtsopvolger daarvan.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a.:
indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- en stallingruimte wordt voorzien.
Afwijken van de regels als bedoeld onder b. is slechts mogelijk indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
de parkeersituatie in de openbare ruimte;
de woon- en leefsituatie.
Burgemeester en wethouders passen deze regels toe met inachtneming van de beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
4.2 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het gebruik van gronden, gebouwen en bouwwerken zonder dat voldoende parkeergelegenheid zoals bedoeld in artikel 4.1 aanwezig is en duurzaam in stand wordt gehouden.
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
HOOFDSTUK 3 Overgangs- en slotregels
Artikel 6 Overgangsrecht
6.1 Overgangsrecht bouwwerken
6.1.1 Overgangsbepaling
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
6.1.2 Afwijking
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 6.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 6.1.1 met maximaal 10%.
6.1.3 Uitzondering
Artikel 6.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
6.2.1 Overgangsbepaling
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
6.2.2 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 6.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
6.2.3 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 6.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
6.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Artikel 6.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 7 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan Parkeren'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 17 oktober 2018, nr. 10
De voorzitter De Griffier