Artikel 28 Waterstaat - Waterstaatkundige functie

 

28.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie’ aangewezen gronden zijn primair bestemd voor:

  1. de afvoer van hoogwater, sediment en ijs;

  2. de waterhuishouding;

  3. verkeer te water;

  4. aanleg, onderhoud en verbetering van de hoofdwaterkering alsmede voor de vergroting van de afvoercapaciteit;

  5. het gebruik ten behoeve van de uitvoering van bouwwerken, werken en werkzaamheden, welke passen in het kader van het normale beheer en onderhoud van de rivier, zoals oever- en kribvakverdedigingen en strekdammen en het plaatsen van bakens en scheepvaarttekens,

en secundair voor de overige daaraan gegeven bestemmingen.

 

Voor zover op de plankaart nog andere dubbelbestemmingen voor deze gronden zijn aangewezen is de in artikel 20 gegeven voorrangsregeling van toepassing.

 

Voor zover de op de verbeelding aangegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen geldt:

  1. in de eerste plaats de regel Waterkering en Waterstaatsdoeleinden;

  2. in de tweede plaats de regels Waarde - Archeologie.

 

28.2 Bouwregels

 

28.2.1 Op deze gronden mogen ten behoeve van het bepaalde in lid 28.1 bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

 

28.2.2Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende regels, niet worden gebouwd.

 

28.3 Afwijking van de bouwregels

 

28.3.1 Bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor bij omgevingsvergunning is afgeweken van het bepaalde in lid 28.2. Omgevingsvergunning wordt verleend indien het waterstaatsbelang hierdoor onevenredig wordt geschaad.

 

28.3.2Alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de watergang omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het waterstaatsbelang niet onevenredig wordt geschaad en omtrent de eventueel te stellen voorwaarden. De omgevingsvergunnnig kan alleen worden verleend na ontvangst van een verklaring van geen bezwaar van de beheerder van de watergang.