ARTIKEL 3                  MAATSCHAPPELIJK

 

 

3.1      Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

het uitoefenen van activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, zoals in artikel 1.38 beschreven.

 

 

3.2      Bouwregels

Op de voor Maatschappelijk aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aanduidingen en de volgende regels:

 

3.2.1   Binnen het bouwvlak:

a.       binnen de op de plankaart aangegeven bouwvlakken mag in totaal maximaal 4.800 m worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

b.       ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte’ mag de aangeduide maximale bouwhoogte niet worden overschreden;

c.       ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ mag de aangeduide maximale goot- en bouwhoogte niet worden overschreden;

d.       binnen het bouwvlak mag de dakhelling van een kap op een gebouw niet meer dan 60 graden bedragen;

e.       binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer dan 2 meter bedragen.

 

3.2.2   Buiten het bouwvlak:

buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 2 meter bedragen.

 

 

3.3      Specifieke gebruiksregels

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden en bebouwing mogen mede worden gebruikt voor ondergeschikte kantine- en sportvoorzieningen ten dienste van de bestemming.