De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a voorzieningen ten behoeve van auto-, fiets- en voetgangersverkeer alsmede parkeren;
b groenvoorzieningen;
c speelvoorzieningen;
d voorzieningen van openbaar nut;
e kunstwerken;
f straatmeubilair;
g water en waterhuishoudkundige voorzieningen waaronder infiltratievoorzieningen;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Op de voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden mogen uitsluitend kleine gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor het bouwen van voorzieningen van openbaar nut gelden de volgende bepalingen:
a
De oppervlakte van een gebouw ten
behoeve van een voorziening van openbaar nut mag niet meer bedragen dan
b
De hoogte van een gebouw ten
behoeve van een voorziening van openbaar nut mag niet meer bedragen dan
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van speelvoorzieningen en kunstwerken mag niet meer
bedragen dan
b De bouwhoogte van lichtmasten en verkeersinstallaties mag niet
meer bedragen dan
c De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag
niet meer bedragen dan