De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a groenvoorzieningen;
b water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder infiltratievoorzieningen;
c paden;
d inritten;
e speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding ‘speelvoorziening’;
f voorzieningen ten behoeve van de verkeersgeleiding;
g voorzieningen van openbaar nut;
h (geluids)wallen;
i kunstwerken;
j straatmeubilair;
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
Op de voor ‘Groen’ aangewezen gronden mogen uitsluitend kleine gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor het bouwen van voorzieningen van openbaar nut gelden de volgende bepalingen:
a
De oppervlakte van een gebouw ten
behoeve van een voorziening van openbaar nut mag niet meer bedragen dan
b
De hoogte van een gebouw ten behoeve
van een voorziening van openbaar nut mag niet meer bedragen dan
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte van speelvoorzieningen en kunstwerken mag niet meer
bedragen dan
b De bouwhoogte van lichtmasten en verkeersinstallaties mag niet
meer bedragen dan
c De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag
niet meer bedragen dan
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en opstallen binnen deze bestemming voor:
a het plaatsen van GSM-masten.