9.1 Algemeen
-
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
-
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bouwvlakken te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bouwvlakgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer dan 3 meter bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
9.2 Monumenten
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening dit plan te wijzigen door:
-
de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – rijksmonument’ geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat de monumentale waarde niet meer aanwezig is, dan wel het niet langer noodzakelijk wordt geacht deze waarde te beschermen via dit plan;
-
de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – rijksmonument’ toe te kennen aan een bouwvlak indien binnen dit vlak een object onherroepelijk is aanwezen als monument;