Artikel 17 Maatschappelijk - Militaire doeleinden - Infanterie Schietkamp Harskamp met bos en natuurgebied
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk - militaire doeleinden - Infanterie Schietkamp Harskamp met bos en natuurgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-militair oefenterrein' voor banen voor schietoefeningen, terrreinoefeningen en banen voor gevechts(schiet)oefeningen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk- afwachtingsgebied en bivakterrein' is een bivakterrein en/of afwachtingsgebied ten behoeve van militaire doeleinden in bosgebied toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-bivakterrein' is een bivakterrein ten behoeve van militaire doeleinden in bosgebied toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-oord- en straatgevechtbaan' is een oord- en straatgevechtbaan ten behoeve van militaire oefeningen in bebouwde gebieden toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van maatschappelijk-multifunctioneel oefenterrein' is een multifunctioneel terrein voor commandopostoefeningen, vredestaken VN, hondentraining en als verzamelgebied toegestaan;
-
behoud en versterking van bos, heide en stuifzand de daaraan verbonden natuurwaarden;
-
bescherming van ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
-
ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'rijksmonument' tevens de bescherming van monumentale waarden.
Met daaraan ondergeschikt:
-
wegen en paden;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Bedrijfsbebouwing
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
-
Binnen de grenzen van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-militair oefenterrein' mag bij iedere schiet- of gevechtsbaan een waarnemingspost worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 300m2 en een maximale bouwhoogte van 15 meter;
-
Binnen de grenzen van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-militair oefenenterrein' mag bij iedere schiet- of gevechtsbaan een gebouw worden opgericht voor militaire doeleinden met een maximale oppervlakte van 800m2 en een maximale bouwhoogte van 8 meter;
-
ter plaatse van de aanduiding 'oord- en straatgevechtbaan' zijn oefengebouwen, bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde tot een hoogte van 8 meter en met een gezamenlijke maximale oppervlakte van 5% van het als zodanig aangeduide gebied toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maataschappelijk-mulitifunctioneel oefenterrein' is een wachtgebouw met een inhoud van maximaal 600m3 en een goot- en bouwhoogte van maximaal 3 meter respectievelijk 8 meter toegestaan en mogen tevens bouwwerken van tijdelijke aard worden opgericht ten behoeve van- en voor de duur van militaire oefeningen;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk 'afwachtingsgebied en/of bivakterrein' en 'specifieke vorm van maatschappelijk- bivakterrein' mag geen bebouwing worden opgericht.
17.2.2 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
-
tenzij anders op de verbeelding is aangeduid, is per bouwvlak of een gekoppeld bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
-
de inhoud van de bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, mag niet meer bedragen dan 660 m³, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
-
de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
-
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 meter, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
-
de dakhelling van een bedrijfswoning, met uitzondering van aan- en uitbouwen, mag niet minder bedragen dan 30º en niet meer dan 50º.
-
bij vervangende nieuwbouw dient de bedrijfswoning te worden gebouwd ter plaatse van de bestaande bedrijfswoning.
17.2.3 Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
-
de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 75 m² per bedrijfswoning, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
-
de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,30 meter, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
-
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6,60 meter, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
-
de dakhelling mag niet minder bedragen dan 30º en niet meer dan 50º.
17.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
binnen de gehele bestemming zijn antennes toegestaan tot een hoogte van maximaal 25 meter, met uitzondering van gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk- afwachtingsgebied en/of bivakterrein';
-
ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van maatschappelijk-militair oefenterrein' en 'specifieke vorm van maatschappelijk- oord- en straatgevechtbaan' mogen bij iedere schiet- of gevechtsbaan bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 8 meter;
-
De bouwhoogte van overige bouwwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.
17.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bouwwerken:
-
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
-
ter bescherming van de monumentale waarde in relatie tot de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving;
-
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
-
ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen.
17.4 Afwijken van de bouwregels
17.4.1 hoogte waarnemingsposten militair oefenterrein
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 sub a voor een hogere bouwhoogte van waarnemingsposten, met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 25 meter;
-
er wordt geen afbreuk gedaan aan de landschappelijke waarden van de omgeving;
-
er wordt geen afbreuk gedaan aan de monumentale waarden van de naaste omgeving.
17.4.2 Aantal waarnemingsposten militair oefenterrein
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 sub b voor het maximale toegestane aantal waarnemingsposten per baan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
het totale aantal waarnemingsposten mag niet meer bedragen dan 3 per baan;
-
er wordt geen afbreuk gedaan aan de landschappelijke waarden van de omgeving;
-
er wordt geen afbreuk gedaan aan de monumentale waarden van de naaste omgeving.
17.4.3 Hoogte bouwwerken oord- en straatgevechtbaan
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 sub c voor een hogere bouwhoogte van bouwwerken, met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15 meter;
-
er wordt geen afbreuk gedaan aan de landschappelijke waarden van de omgeving;
-
er wordt geen afbreuk gedaan aan de monumentale waarden van de naaste omgeving.
17.4.4 ondergeschikte gebouwtjes voor sanitaire voorzieningen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 sub e voor het toestaan van gebouwtjes van ondergeschikte aard voor sanitaire voorzieningen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
-
er wordt geen afbreuk gedaan aan de landschappelijke waarden van de omgeving;
-
er wordt geen afbreuk gedaan aan de monumentale waarden van de naaste omgeving.
17.4.5 Overschrijding van het bouwvlak
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 voor het bouwen van een gebouw dat de grenzen van het bouwvlak of bestemmingsvlak overschrijdt, met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
de overschrijding is alleen toelaatbaar voor zover plaatsing in het bouwvlak niet mogelijk of niet doelmatig is;
-
de overschrijding mag niet meer bedragen dan 5 meter;
-
het overschrijden van het bouwvlak mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
-
er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een landschapsinpassingsplan.
17.4.6 Herbouw op een andere locatie
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.2.2 onder f voor de herbouw van de bedrijfswoning op een andere locatie binnen het bestemmingsvlak, met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
herbouw op een andere locatie is vanuit stedenbouw- en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar;
-
er zijn geen milieuhygiënische belemmeringen;
-
er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een landschapsinpassingsplan;
-
herbouw op een andere locatie leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.
17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5.1 Omgevingsvergunning
Het is verboden zonder- of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
-
Het rooien en/of vellen van bomen en/of houtgewas, anders dan het normale beheer;
-
het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
-
het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
-
het dempen van watergangen;
17.5.2 Uitzonderingen
Het in artikel 17.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
het normale onderhoud betreffen dan wel van geringe omvang zijn;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
17.5.3 Toelaatbaarheid
De in artikel 17.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:
-
deze verband houden met de doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en:
-
de hierdoor hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke, cultuurhistorische, natuur- en monumentale waarden en kwaliteiten niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
17.6 Wijzigingsbevoegdheid
17.6.1 Vorm van het bouwvlak
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de vorm van een bouwvlak of aanduidingsgrens te wijzigen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
de oppervlakte van een bouwvlak mag niet worden vergroot;
-
de wijziging is noodzakelijk voor een verantwoorde bedrijfsvoering, voor toepassing van milieuvoorschriften en/of wegens andere wettelijke bepalingen;
-
de wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.