Artikel 3 Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
maatschappelijke en culturele voorzieningen;
-
dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
-
kantoor met baliefunctie;
-
kantoor en praktijkruimte;
-
publiekverzorgend ambacht;
-
lichte bedrijvigheid;
-
detailhandel;
-
ondergeschikte detailhandel;
-
productiegebonden detailhandel;
-
horecabedrijven van categorie 1, 2 en 3;
-
terrassen;
met daarbij behorende:
-
nutsvoorzieningen;
-
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
-
voorzieningen voor laden en lossen;
-
(ondergrondse) parkeervoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
brandveiligheids- en blusvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bestemmingsvlak worden gebouwd.
-
Het bestemmingsvlak mag voor maximaal 75% worden bebouwd.
-
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
De bouwhoogte van speelvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 6 m.
-
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
-
De bouwhoogte van signalerings- en communicatiemasten mag niet meer bedragen dan 20 m.
-
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
3.2.3 Ondergrondse bouwwerken
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken, uitsluitend ten behoeve van parkeervoorzieningen, gelden de volgende bepalingen:
-
Ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bestemmingsvlak.
-
De bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken mag maximaal 4 m bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels
- Binnen de bestemming zijn kinderopvangvoorzieningen toegestaan tot een gezamenlijke vloeroppervlakte van 650 m² brutovloeroppervlak.
- Binnen de bestemming is een medisch centrum toegestaan tot een gezamenlijke vloeroppervlakte van 1.300 m² brutovloeroppervlak.
-
Binnen de bestemming zijn bedrijven en instellingen, zoals genoemd in lid 3.1 onder b, c, d, e en f, toegestaan tot een gezamenlijke vloeroppervlakte van 600 m² vvo.
-
Binnen de bestemming is detailhandel, zoals genoemd in lid 3.1 onder g, toegestaan tot een gezamenlijke vloeroppervlakte van maximaal 4.500 m² vvo.
-
Binnen de bestemming zijn horecabedrijven categorie 1, 2 en 3, zoals genoemd in lid 3.1 onder j, toegestaan tot een gezamenlijk vloeroppervlakte van maximaal 200 m² vvo, exclusief terrassen.
3.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- de bescherming van de groenstructuur;
-
de bescherming van de ecologische, landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurlijke waarden;
-
het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit en een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
-
de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
de mogelijkheid om in voldoende mate te parkeren.
3.5 Mitigerende maatregelen
De bestemming mag niet eerder worden uitgevoerd dan nadat de mitigerende maatregelen zoals genoemd in het “Activiteitenplan Flora- en Faunawet” voor het Nieuwe Landgoed te Ede (rapportnummer 12023163, datum 21 juli 2012) zijn gerealiseerd.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
groenvoorzieningen;
-
bermen en beplantingen;
-
speelvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
voorzieningen voor langzaam verkeer;
-
nutsvoorzieningen en bijbehorende gebouwen;
-
het ontsluiten van de aangrenzende bestemmingsvlakken met de bestemmingen 'Gemengd', 'Maatschappelijk' en 'Woongebied - Uit te werken';
-
brandveiligheids- en blusvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen, met uitzondering van gebouwen ten dienste van de bestemming, worden gebouwd tot een maximum van 20 m².
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
- De oppervlakte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 20 m².
- De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 6 m.
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
-
het aanleggen van verhardingen met een oppervlakte groter dan 5% van de in deze bestemming opgenomen aaneengesloten gronden;
- het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden wanneer dit een oppervlakte van meer dan 250 m² betreft.
4.3.2 Uitzonderingen
Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
het normale onderhoud betreffen;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
4.3.3 Toelaatbaarheid
De in lid 4.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden.
4.4 Mitigerende maatregelen
De bestemming mag niet eerder worden uitgevoerd dan nadat de mitigerende maatregelen zoals genoemd in het “Activiteitenplan Flora- en Faunawet” voor het Nieuwe Landgoed te Ede (rapportnummer 12023163, datum 21 juli 2012) zijn gerealiseerd.
Artikel 5 Maatschappelijk
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- religieuze voorzieningen;
-
een buurtcentrum;
-
praktijkruimte voor medisch specialisten;
- wegen en paden;
-
tuinen, erven en verhardingen;
-
parkeervoorzieningen;
-
groenvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
Gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bestemmingslak worden gebouwd.
-
Het bestemmingsvlak mag voor 75% worden bebouwd.
-
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
- De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf - en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
- De bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m.
-
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder de volgende voorwaarde:
De bebouwing wordt gesitueerd in overeenstemming met de ruimtelijke kwaliteit en een samenhangend stedenbouwkundig beeld.
5.4 Afwijken van de gebruikregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 en andere maatschappelijke en culturele voorzieningen toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
-
er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende bouwwerken plaats;
-
er vindt geen onevenredige toename van de parkeerdruk alsmede van de verkeersaantrekkende werking plaats.
5.5 Mitigerende maatregelen
De bestemming mag niet eerder worden uitgevoerd dan nadat de mitigerende maatregelen zoals genoemd in het “Activiteitenplan Flora- en Faunawet” voor het Nieuwe Landgoed te Ede (rapportnummer 12023163, datum 21 juli 2012) zijn gerealiseerd.
Artikel 6 Natuur
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
behoud, herstel en/of ontwikkeling van natuur en landschapswaarden;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- verharde en onverharde fiets- en voetpaden.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.3.1 Omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:
-
het ophogen, afgraven, vergraven, verzetten, ontgronden, egaliseren, ontginnen en/of diepploegen van gronden;
-
het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
-
het verwijderen van natuur- en landschapselementen;
-
het aanleggen en/of verharden van paden en wegen, parkeerplaatsen en/of andere oppervlakteverharding;
-
het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of door bemaling en/of bronnering.
6.3.2 Uitzonderingen
Het in lid 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende (omgevings)vergunning;
-
behoren tot het normale onderhoud, beheer en gebruik van de gronden.
6.3.3 Toelaatbaarheid
De in lid 6.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
-
de werken en/of werkzaamheden noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik/ beheer;
-
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
6.4 Mitigerende maatregelen
De bestemming mag niet eerder worden uitgevoerd dan nadat de mitigerende maatregelen zoals genoemd in het “Activiteitenplan Flora- en Faunawet” voor het Nieuwe Landgoed te Ede (rapportnummer 12023163, datum 21 juli 2012) zijn gerealiseerd.
Artikel 7 Tuin
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en verhardingen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Uitzondering hierop is het herbouwen van bestaande aan- en uitbouwen en bijgebouwen onder de voorwaarde dat:
-
de oppervlakte en de bouwhoogte van het gebouw niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte en bouwhoogte, en;
-
het gebouw op dezelfde plek wordt herbouwd.
7.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
De bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.
-
De bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m.
-
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met uitzondering van overkappingen en/of carports), mag niet meer bedragen dan 3 m.
-
Het bouwen van overkappingen en/of carports is niet toegestaan. Uitzondering hierop is het herbouwen van bestaande overkappingen en/of carports onder de voorwaarde dat:
-
de bouwhoogte en oppervlakte niet meer mag bedragen dan de bestaande bouwhoogte en oppervlakte, en;
-
het gebouw op dezelfde plek wordt herbouwd.
-
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 voor het bouwen van erkers, luifels en balkons aan de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw onder de volgende voorwaarden:
-
De diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer dan 1,5 m bedragen.
-
De afstand tot de openbare weg mag niet minder dan 2 m bedragen.
7.4 Specifieke gebruiksregels
De gronden gelegen voor de voorgevel van een woning mogen, met uitzondering van bestaande situaties, niet worden gebruikt voor het parkeren of stallen van caravans, voer- en vaartuigen.
Artikel 8 Verkeer
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
-
parkeervoorzieningen;
-
onderdoorgangen en tunnels met bijbehorende voorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van onderdoorgangen, tunnels en liften.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 10 m.
-
De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 16 m.
-
De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 5 m.
-
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
8.3 Mitigerende maatregelen
De bestemming mag niet eerder worden uitgevoerd dan nadat de mitigerende maatregelen zoals genoemd in het “Activiteitenplan Flora- en Faunawet” voor het Nieuwe Landgoed te Ede (rapportnummer 12023163, datum 21 juli 2012) zijn gerealiseerd.
Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
-
parkeervoorzieningen;
-
onderdoorgangen en tunnels met bijbehorende voorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
speelvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van onderdoorgangen, tunnels en liften.
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 10 m.
-
De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 16 m.
-
De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 5 m.
-
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
9.3 Mitigerende maatregelen
De bestemming mag niet eerder worden uitgevoerd dan nadat de mitigerende maatregelen zoals genoemd in het “Activiteitenplan Flora- en Faunawet” voor het Nieuwe Landgoed te Ede (rapportnummer 12023163, datum 21 juli 2012) zijn gerealiseerd.
Artikel 10 Wonen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen;
-
aan-huis-verbonden beroep;
-
tuinen, erven en verhardingen;
-
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
-
parkeervoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
- Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
-
Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.
-
De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 3 m daarachter.
-
De goothoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.
-
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.
10.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen aan/bij de woning gelden de volgende bepalingen:
-
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd
-
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
-
Het bebouwingspercentage van het gedeelte van de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw mag maximaal 50% bedragen tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van 50 m².
-
Voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 200 m² mag de onder c geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 75 m².
-
De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
-
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
10.2.3 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
-
Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
-
Het aantal gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 2.
- De bebouwde oppervlakte per gebouw mag niet meer bedragen dan 20 m².
-
De goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
-
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
10.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
-
De bouw van een zwembad is niet toegestaan.
-
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer dan 1 m mag bedragen.
-
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
10.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.4 onder b voor de bouw van een onoverdekt zwembad onder de volgende voorwaarden:
- De oppervlakte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 5% van het bouwperceel met maximum van 50 m².
- De hoogte van het zwembad boven peil mag niet meer bedragen dan 0,5 m.
-
De afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m.
10.4 Specifieke gebruiksregels
Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en lichte bedrijvigheid toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:
- De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 30 m².
-
Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
-
Detailhandel is niet toegestaan.
-
De activiteit dient te worden uitgeoefend door de bewoner.
Artikel 11 Woongebied - Uit te werken
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Woongebied - Uit te werken’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wonen;
-
aan-huis-verbonden beroepen en lichte bedrijvigheid;
-
aan - en bijgebouwen behorende bij de woning;
met daarbij behorende:
-
tuinen, erven en verhardingen;
-
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
-
in- en uitritten;
-
(ondergrondse) parkeervoorzieningen;
-
groen- en speelvoorzieningen;
-
aanleg, instandhouding en herstel van landschapselementen;
-
speelvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen;
-
water, watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
brandveiligheids- en blusvoorzieningen.
11.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken de in lid 11.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
11.2.1 Inrichting van het woongebied
- Er wordt een ontsluiting mogelijk gemaakt voor autoverkeer op de bestaande hoofdaansluiting.
-
De parkeervoorzieningen bij woningen zijn in overeenstemming met de geldende parkeernorm.
-
Er wordt afhankelijk van de bebouwingstypologie bepaald dat bij elke woning minimaal één parkeervoorziening op eigen terrein wordt gerealiseerd, met inachtneming van de karakteristiek van de omgeving.
-
De bebouwing is in overeenstemming met de ruimtelijke kwaliteit en een samenhangend stedenbouwkundig beeld, zoals aangegeven in het Beeldkwaliteitsplan Het Nieuwe Landgoed.
- De verkaveling en de situering van de (gestapelde) woningen is zodanig, dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving.
-
Bij de oriëntatie van de woningen wordt rekening gehouden met de sociale veiligheid.
-
De bebouwing is in overeenstemming met milieutechnische eisen en regelgeving.
-
Er wordt rekening gehouden met het behoud en/of bescherming van de landschaps- en groenelementen als ook met ecologische, cultuurhistorische en/of natuurlijke waarden.
-
De gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de aangrenzende gronden worden in acht genomen.
11.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.
-
Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.
11.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen aan/bij de woning gelden de volgende bepalingen:
-
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw gebouwd.
- Het bebouwingspercentage van het gedeelte van de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw mag maximaal 50% bedragen tot een maximum van gezamelijke oppervlakte van 50 m².
-
Voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 200 m², mag de onder b geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 90 m².
- De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
-
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
De bouw van een zwembad is niet toegestaan.
-
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer dan 1 m mag bedragen.
-
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
11.2.5 Ondergrondse bouwwerken
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken, uitsluitend ten behoeve van parkeervoorzieningen, gelden de volgende bepalingen:
-
Ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bestemmingsvlak.
-
De bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken mag maximaal 4 m bedragen.
11.3 Specifieke gebruiksregels
Binnen de bestemming ‘Woongebied’ is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en lichte bedrijvigheid toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:
- De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 30 m².
-
Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van parkeerbehoefte veroorzaken.
-
Detailhandel is niet toegestaan.
-
De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving, waarbij geldt dat deze past in categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
-
De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
11.4 Afwijken specifieke gebruiksregels
11.4.1 Toestaan groter oppervlak aan huis verbonden beroep
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.3 onder a voor een omvang van de activiteit met niet meer dan 60% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 80 m², mits de activiteit een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft en behoudt die met de woonfunctie in overeenstemming is.
11.4.2 Toestaan vergelijkbare bedrijven
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.3 onder d voor het toestaan van lichte bedrijvigheid die niet voorkomt in de Staat van Bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat de bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijvigheid genoemd in de categorie A.
11.5 Voorlopig bouwverbod
Zolang en voor zover de in lid 11.2 bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerp van het uitwerkingsplan.
11.6 Nadere eisen
11.6.1 Plaats en afmetingen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
-
de bescherming van de groenstructuur en -elementen;
-
de bescherming van de ecologische, landschappelijke en/of natuurlijke waarden;
-
het waarborgen van de sociale veiligheid;
-
het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit en een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
-
de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.6.2 Parkeren
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het parkeren:
-
er moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de geldende parkeernormen van de gemeente Ede, waaronder parkeren op eigen terrein wordt begrepen;
-
indien een parkeerplaats op eigen terrein moet worden gerealiseerd, dan gebeurt dit met inachtneming van de karakteristiek van de omgeving.
11.7 Mitigerende maatregelen
De bestemming mag niet eerder worden uitgevoerd dan nadat de mitigerende maatregelen zoals genoemd in het “Activiteitenplan Flora- en Faunawet” voor het Nieuwe Landgoed te Ede (rapportnummer 12023163, datum 21 juli 2012) zijn gerealiseerd.
Artikel 12 Leiding - Brandstof
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding - Brandstof’ aangewezen gronden zijn, naast voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van brandstofleidingen.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Bouwregels voor de bestemming
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
-
ten behoeve van deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 1,5 meter met een maximum oppervlakte van 5 m²;
-
ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag- met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)-regels– uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 12.2.1, mits uit advies van de leidingsbeheerder is gebleken dat de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de veiligheid van de leiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.4.1 Omgevingsvergunning
Het is verboden op of in de gronden van deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
-
het aanleggen van wegen of paden en/of andere oppervlakteverhardingen;
- het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage, of anderszins wijzigen van het maaiveld of weghoogte;
-
het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
- het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;
-
het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;
- het permanent opslaan van goederen.
12.4.2 Toelaatbaarheid
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 12.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
12.4.3 Uitzonderingen
Het in lid 12.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
het normale onderhoud en/of gebruik betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
-
reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
12.4.4 Advisering over de omgevingsvergunning
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4.1 wint het bevoegde gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder, en zal uit diens advies moeten blijken dat de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de veiligheid van de leiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.
12.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Brandstof' alsmede het figuur 'hartlijn leiding - brandstof' te schrappen dan wel (deels) te verplaatsen, met dien verstande dat pas toepassing aan deze wijzigingsbevoegdheid mag worden gegeven indien:
-
hiervoor (schriftelijk) overeenstemming is bereikt met de leidingbeheerder;
-
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieukundige situatie, de natuurlijke- en landschappelijke waarden, de bodemkundige waarden, de cultuurhistorische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.