Inhoud
 
Gemeente:
Ede
PlanNaam:
Maanderweg e.o.
Status:
Vastgesteld
Datum:
01-11-2012

Artikel 14 Maatschappelijk

 

 

14.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' uitsluitend een begraafplaats;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-medisch centrum' uitsluitend een medisch centrum;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs' uitsluitend onderwijs- en kinderopvanginstellingen;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' uitsluitend een praktijkruimte;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'religie' uitsluitend religieuze voorzieningen;

  6. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling' uitsluitend een zorginstelling;

  7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-buurtcentrum' uitsluitend een buurtcentrum;

  8. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is tevens één bedrijfswoning toegestaan;

  9. wegen en paden;

  10. tuinen, erven en verhardingen;

  11. parkeervoorzieningen;

  12. groenvoorzieningen.

 

 

14.2 Bouwregels

 

14.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd.

  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding.

  3. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 2 m daarachter.

  4. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.

  5. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.

  6. Ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' gelden de volgende bepalingen:

    1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;

    2. anders dan bepaald in onder sub b van dit artikel mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan 2%.

 

14.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

    1. Bij een vrijstaande woning zijn de volgende bepalingen van toepassing:

      • De breedte van de woning mag niet minder bedragen dan 6 m en niet meer bedragen dan 12 m.

      • De diepte van de woning mag niet meer bedragen dan 12 m.

      • De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.

      • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.

    2. Bij een in de bedrijfsbebouwing opgenomen bedrijfswoning zijn de volgende bepalingen van toepassing:

      • De inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m³.

      • De goot- en bouwhoogte zoals toegestaan voor bedrijfsgebouwen, mag niet worden overschreden.

 

14.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. Het bouwen van carports en overkappingen is niet toegestaan;

  2. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf - en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.

  3. De bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;

  4. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

 

14.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen aan/bij de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  1. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

  2. De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50 m².

  3. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

  4. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.

 

 

14.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning binnen het bouwvlak met de aanduiding 'religie' een

kerktoren toestaan met een maximale bouwhoogte van 20 meter;

 

 

14.5 Afwijken van de gebruikregels

    1. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.1 en andere maatschappelijke en culturele voorzieningen toestaan, met inachtneming van de volgende regels:

      • Er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende bouwwerken plaats;

      • Er vindt geen onevenredige toename van de parkeerdruk alsmede van de verkeersaantrekkende werking plaats.

    2. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning een bedrijfswoning overeenkomstig het bepaalde in artikel 14.2.2 vrijstaand dan wel inpandig toestaan binnen het bouwvlak met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de noodzaak dient te worden aangetoond en;

    • er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats en;

    • dit leidt niet tot onaanvaardbare aantasting van de stedenbouwkundige opzet van het desbetreffend plangebied en/of belangen van derden.

  2.