Inhoud
 
Gemeente:
Ede
PlanNaam:
Bestemmingsplan Arnhemseweg e.o.
Status:
Vastgesteld
Datum:
13-03-2012

Artikel 7 Dienstverlening

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor de 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. dienstverlenende bedrijven en dienstverlenende instellingen;

  2. kantoor en/of praktijkruimten, uitsluitend op de begane grond;

  3. detailhandel, uitsluitend op de begane grond, en uitsluitend beperkt tot de volgende activiteiten: kapper; reisbureau; kleding/textielreinigingsbedrijf; apotheken; galerie; hakkenbar/sleutelbar;

  4. wonen;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' voor behoud van monumentale bomen;

  6. wegen en paden;

  7. tuinen, erven en verhardingen;

  8. parkeervoorzieningen;

  9. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  10. groenvoorzieningen.

 

7.2 Bouwregels

 

7.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.

  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding.

  3. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 2 m daarachter.

  4. De goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.

  5. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding.

 

7.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen aan/bij de woning gelden de volgende bepalingen:

  1. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

  2. Het bebouwingspercentage van het gedeelte van de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw mag maximaal 50% bedragen tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van 50 m².

  3. Voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 200 m² mag de onder b geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 90 m².

  4. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

  5. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.

 

7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf - en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
  2. De bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m.
  3. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.