Artikel 13 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 14 Algemene bouwregels
- Indien de bestaande bebouwing afwijkt van de in deze regels gegeven voorschriften ten aanzien van:
- goot- en bouwhoogten;
- oppervlakte;
- inhoud;
- afdekking van gebouwen;
- afstand tot voorgevelbouwgrens;
- afstand tot de perceelsgrens;
zijn de bestaande maten, hellingen, dan wel afstanden eveneens toegestaan onder de voorwaarde dat herbouw uitsluitend op dezelfde locatie mag plaatsvinden.
-
In afwijking van het bepaalde in sub a, kan herbouw op een andere locatie plaatsvinden voor zover dit betrekking heeft op bouwwerken als bedoeld in artikel 10.2.2 Hiervoor kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan de situering en afmeting van de betreffende gebouwen.
Deze nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
- het stedenbouwkundig beeld;
- de verkeersveiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- Voor zover in dit plan goothoogten zijn aangegeven, dienen hoofdgebouwen te worden voorzien van een kap, waarvan de minimale en de maximale dakhelling niet meer mag bedragen dan respectievelijk 30 graden en 60 graden.
- Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14 onder c, en toestaan dat een gebouw zonder kap wordt gebouwd, dan wel met kap waarbij de dakhelling afwijkt van het bepaalde in artikel 14 onder c, mits het in het plan beoogde stedenbouwkundige beeld, zoals dat mede in relatie tot die van de directe omgeving wordt bepaald, niet wordt geschaad.
Artikel 15 Algemene gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van een seksinrichting, een escortbedrijf en raam- en straatprostitutie.
Artikel 16 Algemene afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
-
de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.
-
de regels en toestaan dat het bouwvlak met maximaal 2 meter wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
de regels voor de bouw van een luifel aan de voorgevel van een hoofdgebouw, geen woning zijnde, mits:
-
de diepte gemeten vanuit de voorgevel niet meer bedraagt dan 3 m;
-
de hoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
-
er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid.
-
-
de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
-
de inhoud per gebouwtje niet meer bedraagt dan 60 m3;
-
de bouwhoogte niet meer dan bedraagt dan 5 m;
-
-
de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
-
ten behoeve de bouw van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 5 m;
-
ten behoeve van de bouw van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot maximaal 6 m;
- ten behoeve van de bouw van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot 6 m.
-
-
het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten wordt vergroot, mits:
-
de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer bedraagt dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
-
de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw.
-
-
de regels en toestaan dat antennes worden gerealiseerd, met dien verstande dat:
-
de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 40 m;
-
de noodzaak van plaatsing is aangetoond
-
is aangetoond dat de plaatsing van een antenne niet mogelijk is op bestaande hoogbouw of een bestaande (hoogspannings)mast;
-
de locatie in overeenstemming is met het plaatsingsplan, waarbij plaatsing bij voorkeur plaatsvindt op bedrijventerreinen, sportterreinen en/of groene gebieden, dan wel nabij kantoren en bij voorkeur niet in de nabijheid van onderwijsinstellingen;
-
is aangetoond dat de antenne inpasbaar is gelet op de ruimtelijke, landschappelijke of ecologische kwaliteit van het terrein, in relatie tot de kwaliteit van de aangrenzende gebieden. In de afweging omtrent de verlening van ontheffing worden in ieder geval de beschermde soorten krachtens de Flora- en faunawet betrokken, zodanig dat dient te zijn aangetoond dat redelijkerwijs is te verwachten dat een ontheffing op grond van deze wet, indien vereist, zal worden verleend;
-
de bouwkundige inpasbaarheid van de antenne is aangetoond.
-
Aan de omgevingsvergunning kunnen voorwaarden worden gesteld omtrent de kleur en de exacte locatie van de antennemast c.a. en het aanbrengen van afschermende beplanting;
Artikel 17 Algemene wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen c.q. bouwvlakken te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak c.q. bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Artikel 18 Procedureregeling
Vóór het stellen van nadere eisen of het verlenen van een omgevingsvergunning ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening worden belanghebbenden gedurende een periode van twee weken in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Hiertoe wordt het plan, met de daarop betrekking hebbende stukken, ter inzage gelegd. Voorafgaande aan de terinzagelegging geeft het bestuursorgaan in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze kennis van het ontwerp.