Inhoud
 
Gemeente:
Ede
PlanNaam:
Kop van de Parkweg
Status:
Vastgesteld
Datum:
22-03-2012

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS

 

 

Artikel 3 Gemengd - 1

 

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Gemengd-1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  2. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, uitsluitend op de begane grond;

  3. publiekverzorgende ambacht en dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;

  4. kantoren met baliefunctie; uitsluitend op de begane grond;

  5. (para-)medische voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;

  6. horecabedrijven van de categorieën 1 en 2, uitsluitend op de begane grond;
  7. wonen;

  8. nutsvoorzieningen;

  9. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  10. parkeervoorzieningen;

  11. groenvoorzieningen.

 

3.2 Bouwregels

3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.

  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  3. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 2 m daarachter.

  4. De voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden met een balkon, waarvan de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 m.

  5. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.

 

3.2.2 Aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van uit- en aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

  2. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

  3. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane-grondlaag van het hoofdgebouw.

 

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

 

3.3 Afwijken van de gebruiksregels

 

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 onder f voor het toestaan van horecabedrijven van categorie 3 of die naar aard en milieubelasting of ruimtelijke impact (verkeersaantrekkende werking, ruimtebeslag, aantal arbeidsplaatsen e.d.) vergelijkbaar zijn met een horecabedrijf van categorie 1 en 2, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. er vindt geen onevenredige toename van de aantasting van het woon- en leefklimaat plaats;

  2. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats.

 

 

3.4 Specifieke gebruiksregels

 

Binnen de bestemming 'Gemengd-1' is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en lichte bedrijvigheid toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 30 m².
  2. Detailhandel is niet toegestaan.

  3. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving, waarbij geldt dat deze past in categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten.

  4. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

 

3.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

3.5.1 Toestaan groter oppervlak aan huis verbonden beroep

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4. onder a voor een omvang van de activiteit met niet meer dan 60% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 80 m2, mits de activiteit een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft en behoudt die met de woonfunctie in overeenstemming is.

 

3.5.2 Toestaan vergelijkbare bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4. onder c voor het toestaan van lichte bedrijvigheid die niet voorkomt in de Staat van Bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat de bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijvigheid genoemd in de categorie A.

 
 

Artikel 4 Gemengd - 2

 

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Gemengd-2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, uitsluitend op de begane grond;
  2. publiekverzorgende ambacht en dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;

  3. kantoren met baliefunctie; uitsluitend op de begane grond;

  4. (para-)medische voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;

  5. horecabedrijven van de categorieën 1 en 2, uitsluitend op de begane grond;
  6. wonen;

  7. nutsvoorzieningen;

  8. terrassen;

  9. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  10. parkeervoorzieningen;

  11. groenvoorzieningen.

 

4.2 Bouwregels

4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.

  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  3. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 2 m daarachter.

  4. De voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden met een balkon, waarvan de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 m.

  5. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.

 

4.2.2 Aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van uit- en aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

  2. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

  3. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane-grondlaag van het hoofdgebouw.

 

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

 

4.3 Afwijken van de gebruiksregels

 

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 onder e voor het toestaan van horecabedrijven van categorie 3 of die naar aard en milieubelasting of ruimtelijke impact (verkeersaantrekkende werking, ruimtebeslag, aantal arbeidsplaatsen e.d.) vergelijkbaar zijn met een horecabedrijf van categorie 1 en 2, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. er vindt geen onevenredige toename van de aantasting van het woon- en leefklimaat plaats;

  2. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats.

 

 

 

4.4 Specifieke gebruiksregels

 

Binnen de bestemming 'Gemengd-2' is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en lichte bedrijvigheid toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 30 m².
  2. Detailhandel is niet toegestaan.

  3. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving, waarbij geldt dat deze past in categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten.

  4. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

 

4.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

4.5.1 Toestaan groter oppervlak aan huis verbonden beroep

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4 onder a voor een omvang van de activiteit met niet meer dan 60% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 80 m2, mits de activiteit een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft en behoudt die met de woonfunctie in overeenstemming is.

 

4.5.2 Toestaan vergelijkbare bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4 onder c voor het toestaan van lichte bedrijvigheid die niet voorkomt in de Staat van Bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat de bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijvigheid genoemd in de categorie A.

 

 
 

Artikel 5 Gemengd - 3

 

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, uitsluitend op de begane grond;
  2. publiekverzorgende ambacht en dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;

  3. kantoren met baliefunctie; uitsluitend op de begane grond;

  4. (para-)medische voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  5. wonen;

  6. nutsvoorzieningen;

  7. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  8. parkeervoorzieningen;

  9. groenvoorzieningen.

 

5.2 Bouwregels

5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.

  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  3. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 2 m daarachter.

  4. De voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden met een balkon, waarvan de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 m.

    1. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.

 

5.2.2 Aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van uit- en aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

  2. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

  3. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane-grondlaag van het hoofdgebouw.

 

5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

 

5.3 Specifieke gebruiksregels

 

Binnen de bestemming 'Gemengd-3' is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en lichte bedrijvigheid toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 30 m².
  2. Detailhandel is niet toegestaan.

  3. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving, waarbij geldt dat deze past in categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten.

  4. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

 
 

5.4 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

5.4.1 Toestaan groter oppervlak aan huis verbonden beroep

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.4 onder a voor een omvang van de activiteit met niet meer dan 60% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 80 m2, mits de activiteit een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft en behoudt die met de woonfunctie in overeenstemming is.

 

5.4.2 Toestaan vergelijkbare bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.4 onder c voor het toestaan van lichte bedrijvigheid die niet voorkomt in de Staat van Bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat de bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijvigheid genoemd in de categorie A.

 

 

 
 

Artikel 6 Gemengd - 4

 

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Gemengd-4’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
  2. publiekverzorgende ambacht en dienstverlening;

  3. kantoren met baliefunctie;

  4. (para-)medische voorzieningen;

  5. horecabedrijven van de categorieën 1 en 2;

  6. hotel met daaraan ondergeschikte detailhandel;

  7. wonen;
  8. nutsvoorzieningen;

  9. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  10. parkeervoorzieningen;

  11. groenvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.

  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  3. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 2 m daarachter.

  4. De voorgevelrooilijn mag worden overschreden met een balkon of erker, waarvan de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 m.

  5. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.

 

6.2.2 Aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van uit- en aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Aan- en uitbouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.

  2. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 4 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

  3. Het bebouwingspercentage van het bouwperceel voorzover gelegen achter de achtergevelrooilijn mag niet meer dan 75% bedragen.

  4. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane-grondlaag van het hoofdgebouw.

 

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

 

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 onder d, voor de bouw van een luifel aan de voorgevel van een hoofdgebouw, geen woning zijnde, gedeeltelijk boven de openbare weg, mits:

    1. de bouw van een luifel binnen de bestemming waarbinnen de weg is opgenomen, al dan niet via ontheffing mogelijk is;

    2. de diepte van de luifel niet meer bedraagt dan 1,5 m;

    3. er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid.

 
 

6.4 Specifieke gebruiksregels

 

Binnen de bestemming ‘Gemengd-4’ is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en lichte bedrijvigheid toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 30 m².
  2. Detailhandel is niet toegestaan.

  3. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving, waarbij geldt dat deze past in categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten.

  4. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

 

6.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

6.5.1 Toestaan groter oppervlak aan huis verbonden beroep

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.4 onder a voor een omvang van de activiteit met niet meer dan 60% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 80 m2, mits de activiteit een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft en behoudt die met de woonfunctie in overeenstemming is.

 

6.5.2 Toestaan vergelijkbare bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.4 onder c voor het toestaan van lichte bedrijvigheid die niet voorkomt in de Staat van Bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat de bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijvigheid genoemd in de categorie A.

 

6.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de in het plan opgenomen gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemmingen 'Tuin' zoals genoemd in artikel 9 en ''Wonen' zoals genoemd in artikel 11, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • De bebouwingskarakteristiek is halfvrijstaand of vrijstaand;

  • Het aantal woningen bedraagt twee halfvrijstaande woningen of 1 vrijstaande woning;

  • De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 2 m daarachter.

  • De goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;

  • De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;

  • Aan- en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 4 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

 
 

Artikel 7 Gemengd - 5

 

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Gemengd-5’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. kantoren;

  2. (para-)medische voorzieningen;

  3. wonen;

  4. nutsvoorzieningen;

  5. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  6. parkeervoorzieningen;

  7. groenvoorzieningen.

 

7.2 Bouwregels

7.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.

  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  3. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn of op een afstand van niet meer dan 2 m daarachter.

  4. De voorgevelrooilijn mag worden overschreden met een balkon of erker, waarvan de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 m.

  5. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.

 

7.2.2 Aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van uit- en aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Aan- en uitbouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.

  2. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 4 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

  3. Het bebouwingspercentage van het bouwperceel voorzover gelegen achter de achtergevelrooilijn mag niet meer dan 75% bedragen.

  4. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane-grondlaag van het hoofdgebouw.

 

7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

 

7.3 Specifieke gebruiksregels

 

Binnen de bestemming 'Gemengd-5' is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en lichte bedrijvigheid toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 30 m².
  2. Detailhandel is niet toegestaan.

  3. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving, waarbij geldt dat deze past in categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten.

  4. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

 
7.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

7.4 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

7.4.1 Toestaan groter oppervlak aan huis verbonden beroep

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.4. onder a voor een omvang van de activiteit met niet meer dan 60% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 80 m2, mits de activiteit een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft en behoudt die met de woonfunctie in overeenstemming is.

 

7.4.2 Toestaan vergelijkbare bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.4 onder c voor het toestaan van lichte bedrijvigheid die niet voorkomt in de Staat van Bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat de bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijvigheid genoemd in de categorie A.

 

 

 
 

Artikel 8 Gemengd - 6

 

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Gemengd-6’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
  2. publiekverzorgende ambacht en dienstverlening;

  3. kantoren met baliefunctie;

  4. (para-)medische voorzieningen;

  5. horecabedrijven van de categorieën 1, 2 en 3;
  6. nutsvoorzieningen;

  7. terrassen;

  8. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  9. parkeervoorzieningen;

  10. groenvoorzieningen.

 

8.2 Bouwregels

8.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.

  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  3. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn.

  4. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.

 

8.2.2 Aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van uit- en aanbouwen en bijgebouwen bij andere gebouwen dan woningen gelden de volgende bepalingen:

  1. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

  2. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane-grondlaag van het hoofdgebouw.

 

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m.

  2. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

 

 
 

Artikel 9 Tuin

 

 

9.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en verhardingen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.

 

9.2 Bouwregels

9.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

 

9.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.

  2. De bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m.

  3. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 1,5 m.

  4. Het bouwen van overkappingen en/of carports is niet toegestaan.

 

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.1 voor het bouwen van erkers, luifels en balkons aan de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw onder de volgende voorwaarden:

  1. De diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw mag niet meer dan 1,5 m bedragen.

  2. De afstand tot de openbare weg mag niet minder dan 2 m bedragen.

 

9.4 Specifieke gebruiksregels

De gronden gelegen voor de voorgevel van een woning mogen niet worden gebruikt voor het parkeren of stallen van caravans, voer- en vaartuigen.

 

 

 

 
 

Artikel 10 Verkeer - Verblijfsgebied

 

10.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  2. parkeervoorzieningen;

  3. terrassen;

  4. groenvoorzieningen;

  5. speelvoorzieningen;

  6. water en waterhuishoudkundige voorzieningen

  7. nutsvoorzieningen

  8. blus- en brandveiligheidsvoorzieningen.

 

10.2 Bouwregels

10.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

 

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 6 m.

  2. De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 10 m.

  3. De bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'muur' mag niet meer bedragen dan 5 m.

  4. De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 5 m.

  5. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.2 voor het bouwen van balkons en luifels aan de voorgevel van de op aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen mits:

  1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 m

  2. de bouwhoogte van luifels niet meer bedraagt dan de hoogte van de begane grondlaag

  3. de balkons zich bevinden boven de begane grondlaag

  4. er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt vanverkeersveiligheid.
     

Artikel 11 Wonen

 

 

11.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen;
  2. aan-huis-verbonden beroep en lichte bedrijvigheid;

  3. aan- en uitbouwen en bijgebouwen behorende bij de woning;

  4. tuinen, erven en verhardingen.

 

11.2 Bouwregels

 

11.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
  2. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  3. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mag uitsluitend één vrijstaande woning worden gebouwd.

  4. De voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn.

  5. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.

  6. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven.

 

11.2.2 Aanbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en bijgebouwen aan/bij de bijbehorende woning gelden de volgende bepalingen:

  1. Aan- en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 2 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

  2. Het bebouwingspercentage van het gedeelte van de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw mag maximaal 50% bedragen tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van 50 m².

  3. Op erven bij vrijstaande hoofdgebouwen dient één van de zijstroken vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn evenwijdig aan en op een afstand van 3 m achter de voorgevellijn.

  4. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.

  5. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.

 

11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouw van een zwembad is niet toegestaan.

  2. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer dan 1 m mag bedragen.

  3. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

 

11.3 Afwijken van de bouwregels

 

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.3 onder a voor de bouw van een onoverdekt zwembad onder de volgende voorwaarden:

  1. De oppervlakte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 5% van het bouwperceel met maximum van 50 m2.
  2. De hoogte van het zwembad boven peil mag niet meer bedragen dan 0,5 m.

  3. De afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m.

 

 
 

11.4 Specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en lichte bedrijvigheid toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  1. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 30 m².
  2. Er dient op eigen terrein geparkeerd te worden.

  3. Detailhandel is niet toegestaan.

  4. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving, waarbij geldt dat deze past in categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten.

  5. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

 

11.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

 

11.5.1 Toestaan groter oppervlak aan huis verbonden beroep

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.4 onder a voor een omvang van de activiteit met niet meer dan 50% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 60 m2, mits de activiteit een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft en behoudt die met de woonfunctie in overeenstemming is.

 

11.5.2 Toestaan vergelijkbare bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.4 onder d voor het toestaan van lichte bedrijvigheid die niet voorkomt in de Staat van Bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat de bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijvigheid genoemd in de categorie A.