Inhoud
 
Gemeente:
Ede
PlanNaam:
Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied omgeving Zonneoordlaan 4 te Ede
Status:
Vastgesteld
Datum:
03-01-2012

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn als volgt bestemd:

  1. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;

 

met daaraan ondergeschikt:

  1. extensief recreatief medegebruik;

  2. groenvoorzieningen;

  3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd.

 

3.3 Afwijken van de bouwregels

 

3.3.1 Bouwen ten behoeve van natuur- en landschapseducatie

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2 voor de bouw van een gebouw voor natuur- en landschapseducatie met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan105 m²;

  2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;

  3. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 6,5 meter;

  4. er zijn geen milieuhygiënische belemmeringen;

  5. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;

 

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

3.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerkzaamheden zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. het ophogen, afgraven, vergraven, verzetten, ontgronden, egaliseren, ontginnen en/ of diepploegen van gronden;

  2. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;

  3. het verwijderen van natuur- en landschapselementen;

  4. het verwijderen van zandwegen;

  5. het aanleggen en/of verharden van paden en wegen, parkeerplaatsen en/of andere oppervlakteverharding;

  6. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of door bemaling en/of bronnering.

 

3.4.2 Toelaatbaarheid

De in lid 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:

  1. de werken en/of werkzaamheden noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik/ beheer;

  2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.

 

3.4.3 Uitzonderingen

Het in lid 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. plaatsvinden binnen een bouwvlak, met uitzondering van:

  2. het ophogen en verlagen met meer dan 30 cm;

  3. het verwijderen van natuur en landschapselementen.

  4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende (omgevings)vergunning;

  5. behoren tot het normale onderhoud, beheer en gebruik van de gronden.