|
het bestemmingsplan 'Plus supermarkt Wehl - 2023' met identificatienummer NL.IMRO.0222.WeB006-001 van de gemeente Doetinchem;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een beroep en/of bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en waarbij het beroep en/of bedrijf een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is (zie bijlage 3 Lijst van aan huis gebonden beroepen en bedrijven);
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
een onderzoek gericht op het opsporen, waarderen en/of behouden van archeologische resten, al dan niet ex-situ, conform de cyclus van de Archeologische Monumentenzorg. Het onderzoek moet worden verricht door een dienst, bedrijf of instelling, gecertificeerd conform artikel 5.1 van de Erfgoedwet en werkend volgens de geldende kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
een gebied met een daaraan toegekende hoge, middelmatige of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, uitsluitend bedoeld voor (het huishouden van) een persoon en zijn gezin, van wie de huisvesting daar in verband met de bestemming noodzakelijk is;
op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan legaal aanwezig of op grond van een vergunning toegestaan;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of ander bouwwerk, met een dak;
opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal;
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatige handelingen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van één of meer van de volgende functies en aspecten: natuur, houtproductie, landschap, milieu, waaronder begrepen waterhuishouding, en recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
recreatie in de vorm van:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ter verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van op publiek gerichte diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen (dus geen kantoor);
onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft, bijvoorbeeld een rieten dak;
al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van dat gebruik van dat gebouw en het plan deze inrichting niet verbiedt;
een erker of een uitgebouwd venster is een in plattegrond recht-, drie-, veelhoekige of halfronde uitbreiding van een ruimte in een gebouw, die buiten de gevel uitsteekt en in open verbinding staat met de bedoelde ruimte. De buitenzijde bestaat uit (een borstwering en) raamconstructies (wanden die grotendeels bestaan uit glas);
periodieke en/of incidentele manifestaties van meerdere dagen zoals concerten, festivals, kermissen, volksfeesten, stadsfeesten, circussen, sportmanifestaties e.d.;
de kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is;
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin gelegen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
woningen, geluidsgevoelige terreinen en andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
de cumulatieve kans per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is;
gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
culturele voorzieningen en voorzieningen voor ontspanning, waaronder dagrecreatie, of een combinatie daarvan;
een afdak met een diepte van meer dan 0,75 m, bevestigd aan de gevel van een gebouw zonder directe verbinding met de grond;
educatieve, sociale, medische en levensbeschouwelijke voorzieningen evenals voorzieningen voor openbare dienstverlening, of een combinatie daarvan, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
een windturbine om windenergie op te wekken, deze staat op het dak van een gebouw;
terrassen, standplaatsen voor de ambulante handel, weekmarkten, rommelmarkten, braderieën, stadspromotionele activiteiten en andere vergelijkbare activiteiten niet zijnde evenementen;
gebied rondom een historische of monumentale windmolen met een straal van 400 m gerekend vanaf het middelpunt van de molen, gericht op een onbelemmerde windvang;
een lijn van een bouwvlak, gekeerd naar de weg, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten;
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven peil is gelegen;
een bouwwerk of een gedeelte van een bouwwerk, dat zich geheel onder het niveau van het maaiveld bevindt en daarmee niet gelijk ligt of erboven uit steekt;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, maar ook pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar toegankelijk gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
detailhandel, niet zijnde kringloopwinkels, in de volgende categorieën:
plaatsgebonden risicocontour waarbinnen de kans 1 op de 1.000.000 per jaar is dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
denkbeeldige contour rondom een object (een bedrijf, buisleiding of weg), waarbinnen in geval van een calamiteit de bevolking ongewenste risico's loopt in de zin van doden en gewonden;
de aard, de omvang, de intensiteit, maar ook de ruimtelijke uitstraling van het gebruik en/of de functie van gronden en/of bouwwerken;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:
al dan niet in combinatie met elkaar of in combinatie met een sekswinkel.
Thuisprostitutie en een escortbedrijf vallen niet onder het begrip seksinrichting.
een inrichting, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid onder b van de Wet op de kansspelen;
bij of op de weg behorende bouwwerken zoals verkeersgeleiders, abri's, zitbanken, reclamezuilen, bloembakken, ondergrondse vuilcontainers en cocons van vuilcontainers;
een detailhandelsbedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het verkopen van voedings- en genotmiddelen en dagelijkse levensbenodigdheden in een algemeen assortiment, in de vorm van een zelfbedieningszaak, waarbij de verkoopvloeroppervlakte minimaal 300 m2 bedraagt;
bij een terras behorende (semi-permanente) bouwwerken zoals terrasschermen, parasols en vlonders;
een vorm van prostitutie, waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostituee en waarbij ook uitsluitend door deze prostituee op dit adres wordt gewerkt als prostituee;
een demontabel en/of relatief eenvoudig verwijderbaar gebouw voor huisvesting voor mantelzorg onder welke benaming ook aangeduid, doch in het spraakgebruik als woonunit wordt aangemerkt, bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon-, dag- en/of nachtverblijf;
een toegangspartij of een uitgebouwde toegang is een uitbreiding van de toegangsruimte (hal) van een gebouw, die buiten de gevel uitsteekt en al dan niet in open verbinding staat met die ruimte;
vormen van vrijetijdsbesteding waarbij ook in overnachtingsmogelijkheden is voorzien;
goederen waarvoor, voor de tentoonstelling of opslag ervan, een grote vloeroppervlakte nodig is, niet zijnde perifere detailhandel of kringloopwinkels: auto's, boten, caravans, landbouwvoertuigen en aanverwante voertuigen, motorfietsen, bromfietsen en fietsen of vergelijkbare goederen;
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of als het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
een professionele dienstverlening, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij gebruik wordt gemaakt van verworvenheden verkregen door een academische of een hogere beroepsopleiding (zie bijlage 4);
een bijbehorend bouwwerk, dat vrij van het hoofdgebouw gebouwd is en in functioneel opzicht geen deel uitmaakt van het hoofdgebouw;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, woonwagens niet inbegrepen;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand tussen enig punt van een bouwwerk en een perceelsgrens, de overdekte gebouwgebonden buitenruimten (dakoverstekken) tot 0,75 m niet meegerekend;
de som van de oppervlakten van alle op een perceel of een ander terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 1 m boven peil neerwaarts geprojecteerd en buitenwerks gemeten;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte;
de som van de horizontale vloeroppervlakten van de bouwlagen, met inbegrip van de daarbij behorende kantoren, magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten, buitenwerks gemeten;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
bij een 'half-ronde' of anderszins gebogen kapvorm, wordt de dakhelling berekend als
de hoek tussen de lijn die de goothoogte en het hoogste punt van het bouwwerk verbindt
ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen; bij afgeknotte schilddaken is de onderste goothoogte maatgevend, onder de voorwaarde dat de dakhelling van alle dakvlakken maximaal 60° is;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; de inhoud van een eventueel ondergronds bouwwerk niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de rand van het dakvlak, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de som van de horizontale vloeroppervlakten van ruimten die rechtstreeks ten dienste staan van de detailhandelsactiviteiten en voor publiek toegankelijk zijn (kantoren, magazijnen en overige dienstruimten worden hieronder niet begrepen), binnenwerks gemeten;
de som van de horizontale vloeroppervlakten van de voor bewoning bestemde vertrekken van een woning, waaronder mede moeten worden verstaan keukens, slaapvertrekken, gangen, toiletten, bad- en doucheruimten, zolders en vlieringen welke gebruikt worden als berging, maar ook inpandige of aangebouwde bergingen die op grond van het bestemmingsplan verbouwd mogen worden tot woonruimte, binnenwerks gemeten;
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Centrum' worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2, op gronden met de bestemming 'Centrum' nadere eisen stellen met betrekking tot:
onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 sub a voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 sub c voor het bouwen van hoofdgebouwen op een afstand meer dan 1 m achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, onder voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 3.1 opgenomen verbod en de uitbreiding van een supermarkt toestaan, onder voorwaarden dat:
Een woning, inclusief eventueel aanwezige (bij de woning behorende) aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag ook worden gebruikt voor zowel een vrij beroep (Bijlage 4) als een aan huis gebonden beroep en/of bedrijf (Bijlage 3), in het laatste geval uitsluitend mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarde:
In geval van bouw, uitbreiding of vervangende nieuwbouw en/of wijziging van gebruik moet worden voldaan aan de parkeernormen in de Nota Parkeernormen Auto en Fiets Gemeente Doetinchem, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 8 juni 2017 (Bijlage 1 Nota Parkeernormen Auto en Fiets Gemeente Doetinchem), met dien verstande dat wanneer deze nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging.
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met het plan. Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik als voorziening voor 24 uurs begeleidwonen met zorgplekken voor dak- of thuislozen met een verslavingsproblematiek of justitieel verleden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 3.5.3 Verbod dak- en thuislozenvoorziening genoemde gebruiksverbod voor de realisatie van een 24 uurs begeleidwonenvoorziening voor dak- of thuislozen met een verslavingsproblematiek of justitieel verleden onder voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 3.1 opgenomen verbod en de uitbreiding van een supermarkt toestaan, onder voorwaarden dat:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Verkeer' worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen op gronden met de bestemming 'Verkeer' gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde op gronden met de bestemming 'Verkeer' gelden de navolgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.2, op gronden met de bestemming 'Verkeer' nadere eisen stellen met betrekking tot:
onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 sub b voor de bouwhoogte van gebouwen tot maximaal 5 m, onder voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.3 sub b voor de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde tot maximaal 30 m onder voorwaarden dat:
Bij mogelijkheden voor ontmoeting moeten terrassen voldoen aan de ruimtelijk relevante voorwaarden in de 'Nota terrassenbeleid', zoals vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 5 maart 2013 (Bijlage 6 Nota terrassenbeleid) en de standplaatsen aan die in de 'Nota standplaatsenbeleid 2011', zoals vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 22 november 2011 (Bijlage 7 Nota standplaatsenbeleid 2011), met dien verstande dat wanneer de nota's gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunningaanvraag als bedoeld in lid 5.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologisch deskundige.
Het bepaalde in lid 5.2.1 sub a geldt niet als:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.2, nadere eisen stellen met betrekking tot:
als uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond ('in situ') te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden om zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 5.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in lid 5.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen en voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.4.1 wint het advies in bij een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te verwijderen als:
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in lid 6.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologisch deskundige.
Het bepaalde onder lid 6.2.1 sub a geldt niet als:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2, nadere eisen stellen ten aanzien van:
als uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond ('in situ') te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 6.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in lid 6.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden, waaronder;
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 wint het advies in bij een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door:
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in lid 7.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologisch deskundige.
Het bepaalde onder lid 7.2.1 sub a geldt niet als:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 7.2, nadere eisen stellen ten aanzien van:
als uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond ('in situ') te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder lid 7.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de onder lid 7.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen en kan voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden, waaronder;
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 wint het advies in bij een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen is niet van toepassing met betrekking tot:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 voor het overschrijden van bouw- en/of bestemmingsgrenzen met ten hoogste 2 m, als het betreft:
Voor een legaal bouwwerk dat op grond van de geldende bestemming is toegestaan, maar waarvan de bestaande situering, goot- en/of bouwhoogte, afstand, oppervlakte en/of inhoud afwijken van de bouwregels in dit plan:
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met het plan.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - evenemententerrein 9' gelden de volgende specifieke gebruiksregels:
Periode | Meethoogte | Maximaal equivalent geluidniveau LAeg op de gevel van een geluidsgevoelig object | Equivalent geluidniveau LCeq laag frequent geluid op gevel van een geluidsgevoelig object | Maximaal geluidniveau LAmax op de gevel van een geluidsgevoelig object tijdens op- en afbouw evenement |
07:00-19:00 uur | 1,5 m | 85 dB(A) | 99 dB(C) | 105 dB(A) |
19:00-01:00 uur | 5,0 m | 85 dB(A) | 99 dB(C) |
105 dB(A) |
01:00-07:00 uur | 5,0 m | 40 dB(A) | N.v.t. |
105 dB(A) |
Dagen | Begin tijd | Eindtijd |
Zondag t/m donderdag | 8:30 uur |
23:00 uur |
Vrijdag | 8:30 uur |
24:00 uur |
Zaterdag | 8:30 uur (zaterdag) |
01:00 uur (zondag) |
Het is ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - nieuwe risicobronnen uitgesloten' verboden om:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1 en de vestiging van een nieuwe of uitbreiding van een bestaande risicobron toestaan, onder voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan, in uitzonderlijke gevallen, gemotiveerd bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor:
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening bij de bestemming 'Centrum' de aanduiding 'supermarkt' verplaatsen of toevoegen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bij de bestemmingen 'Centrum' de aanduiding 'supermarkt' schrappen, met dien verstande dat ter plaatse ten minste 1,5 jaar geen sprake meer is van een supermarkt.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Indien toepassing van het in lid 15.4 opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen burgemeester en wethouders met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie, voor die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Het voornemen bestaat om in het centrum van Wehl (gemeente Doetinchem) een nieuwe PLUS-supermarkt van ca. 1.700 m² bvo (maximaal 1.200 m² winkelvloeroppervlak) te realiseren op de hoek van de Julianastraat en de Koningin Wilhelminastraat. De ontwikkeling betreft de verplaatsing van de huidige PLUS supermarkt aan de Stationsstraat en een beperkte uitbreiding (280 m² wvo) ten opzichte van de huidige PLUS. Op de beoogde nieuwe locatie in het centrum was voorheen de bibliotheek gevestigd en staan enkele woningen. Op de huidige locatie aan de Stationsstraat zal geen nieuwe supermarkt gevestigd worden.
Om de beoogde plannen mogelijk te maken is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. Daarom is het voorliggende bestemmingsplan 'Plus supermarkt Wehl - 2023 opgesteld. Vooruitlopend op dit bestemmingsplan is door de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing opgesteld inclusief een bijlagenboek welke respectievelijk als bijlage 1 ROB Supermarkt Julianastraat Koningin Wilhelminastraat te Wehl en bijlage 2 Bijlagenboek zijn toegevoegd aan dit bestemmingsplan.
De voorgenomen ontwikkeling vindt plaats in het centrum van de kern Wehl in de gemeente Doetinchem. Het plangebied is gelegen op de hoek van de Julianastraat en de Koningin Wilhelminastraat. Aan de noordoostzijde sluit het plangebied aan op het Kerkplein.
Kadastraal staat het plangebied bekend als de gemeente Wehl, sectie H perceelnummers 4470, 4471, 4472, 5923 (gedeeltelijk), 5924 en 5925 (gedeeltelijk). De locatie waar de PLUS supermarkt zal verdwijnen is gelegen aan de Stationsstraat 14. Hier zal de huidige supermarktaanduiding worden verwijderd.
Ligging en globale begrenzing plangebied
Oblique foto plangebied (bron: Tabula)
Locatie hoek Julianastraat en de Koningin Wilhelminastraat
Voor het plangebied geldt op dit moment het bestemmingsplan 'Stedelijk gebied - 2021, vastgesteld op 24 juni 2021 (NL.IMRO.0222.SgB003-0002).
Uitsnede bestemmingsplan Stedelijk gebied 2021
In het bestemmingsplan 'Stedelijk gebied 2021' zijn voor het plangebied de volgende bestemmingen opgenomen: 'Wonen', 'Tuin', 'Verkeer' en 'Centrum'. Daarnaast liggen over het plangebied de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologische verwachting 2’ en ‘Waarde – Archeologie'. Verder zijn de aanduidingen ‘wetgevingszone– wijzigingsgebied 1’, ‘overige zone – nieuwe risicobronnen uitgesloten’ en 'overige zone - evenemententerrein 9' opgenomen en is een groot deel van het plangebied van een bouwvlak voorzien. De locatie van de toekomstige supermarkt is vooral gelegen binnen de bestemming ‘Centrum’. De nieuwe supermarkt kan echter niet gerealiseerd worden conform de gebruiks- en bouwregels van de bestemmingen in het geldende bestemmingsplan. Om die reden moet het bestemmingsplan worden herzien voor deze ontwikkeling.
Daarnaast gelden voor het plangebied ook de volgende bestemmingsplannen als parapluherziening:
Locatie Stationsstraat
Op de huidige locatie van de PLUS supermarkt aan de Stationsstraat geldt ook het bestemmingsplan “Stedelijk gebied – 2021” (d.d. 24 juni 2021) en is de bestemming 'Centrum' opgenomen. Daarnaast zijn de functieaanduidingen 'specifieke vorm van horeca - 5' en 'supermarkt' opgenomen. Om de supermarkt op de nieuwe locatie mogelijk te maken wordt de supermarktaanduiding van de huidige locatie verwijderd. Verder zijn er in deze ruimtelijke procedure geen wijzigingen of ontwikkelingen doorgevoerd op deze locatie. De begrenzing van de supermarktaanduiding is weergegeven in het navolgende figuur .
Uitsnede verbeelding locatie PLUS Stationsstraat
Werking geldende bestemmingsplannen in relatie tot voorliggend bestemmingsplan
Bij het onherroepelijk worden van voorliggend bestemmingsplan zal voor wat betreft het plangebied de werking komen te vervallen van:
In Wehl (gemeente Doetinchem) is de huidige PLUS-supermarkt, gevestigd aan de Stationsstraat 14, met circa 920m² winkelvloeroppervlak (wvo) te klein voor een moderne service-supermarkt naar de huidige maatstaven. Hierdoor komt de formule niet optimaal tot zijn recht. Een modernisering op de huidige locatie is gelet op de locatie (rand centrum) en de bereikbaarheid, niet mogelijk en wenselijk. Zodoende is een verplaatsing van de supermarkt voorzien naar de (voormalige) bibliotheeklocatie op de hoek van de Julianastraat en de Koningin Wilhelminastraat. In de huidige situatie heeft het plangebied zowel een woonbestemming als een bestemming centrum, verkeer en tuin. Aan de zijde van de Julianastraat en de Koningin Wilhelminastraat staan acht rij-/hoekwoningen verdeeld over twee blokken. Deze woningen, gebouwd in 1968, zijn georiënteerd op de twee wegen en bestaan uit één bouwlaag met kap. Aan de achterzijde van deze woningen staat een gebouw (bouwjaar 1980) waar voorheen de bibliotheek gehuisvest was. Dit gebouw is georiënteerd op het Kerkplein en heeft een oppervlakte van circa 800 m2. Zowel de woningen als de bibliotheek hebben in de huidige situatie een verouderde uitstraling.
Huidige situatie plangebied (bron: Ruimtelijke Onderbouwing)
Het voornemen bestaat om een nieuwe PLUS supermarkt te bouwen in Wehl op de locatie op de hoek Julianastraat en Koningin Wilhemlmanstraat. Dit betreft een verplaatsing en uitbreiding van de huidige PLUS-supermarkt aan de Stationsstraat 14 in Wehl. Op de achter te laten locatie aan de Stationsstraat zal geen nieuwe supermarkt gevestigd worden. De nieuwe supermarkt krijgt een brutovloeroppervlak (bvo) van circa 1.700 m2 , waarvan maximaal 1.200 m2 winkelvloeroppervlak (wvo). De ontwikkeling betreft daarmee een beperkte uitbreiding ten opzichte van de huidige PLUS aan de Stationsstraat, namelijk 280 m² wvo. Een schets van de toekomstige inrichting van het terrein is weergegeven in het volgende figuur.
Schets toekomstige inrichting plangebied
De supermarkt wordt ontsloten vanaf zowel de Julianastraat als de Koningin Wilhelminastraat. Ook is het pand te voet en met fiets te bereiken vanaf het Kerkplein. De entree van de supermarkt bevindt zich aan de oostkant van het gebouw aan de doorgang naar het Kerkplein. Tevens worden 62 parkeerplekken gerealiseerd. Dit gaat ten koste van 6 bestaande parkeervakken in de openbare ruimte. Netto worden er dus 56 nieuwe parkeerplaatsen gerealiseerd. Aan de Koningin Wilhelminastraat en op het Raadhuisplein zijn daarnaast nog verschillende openbare parkeerplekken beschikbaar. Aan de oostzijde van de supermarkt is ruimte voor fietsparkeerplaatsen. Het laden en lossen vindt plaats aan de westzijde van het gebouw (aan de Julianastraat).
Aanzichten gewenste gevels PLUS supermarkt
Voor een uitgebreide toelichting van de toekomstige situatie wordt verwezen naar paragraaf 2.2 van de ruimtelijke onderbouwing (Bijlage 1 ROB Supermarkt Julianastraat Koningin Wilhelminastraat te Wehl).
De voorgenomen ontwikkeling is getoetst aan de relevante beleidsstukken op rijks-, provinciaal-, regionaal- en gemeentelijk niveau, zie hoofdstuk 3 'Beleid' van de ruimtelijke onderbouwing (Bijlage 1 ROB Supermarkt Julianastraat Koningin Wilhelminastraat te Wehl).
Door de lange looptijd van het project is in de Ruimtelijke Onderbouwing (bijlage 1) per abuis uitgegaan van verouderd beleid van het Waterschap Rijn en IJssel. Ter correctie/vervanging van dit beleid in de betreffende alinea van de Ruimtelijke Onderbouwing is het geldende waterschapsbeleid:
In de ruimtelijke onderbouwing is de haalbaarheid van de beoogde ontwikkeling van het plangebied onderbouwd. Verwezen wordt naar hoofdstuk 4 Haalbaarheid van de ruimtelijke onderbouwing (Bijlage 1 ROB Supermarkt Julianastraat Koningin Wilhelminastraat te Wehl). In dit hoofdstuk zijn ook de uitkomsten en conclusies terug te vinden van de diverse onderzoeken die zijn uitgevoerd:
De onderzoeken zijn gebundeld in een bijlagenboek bij de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 2 Bijlagenboek ROB Supermarkt Julianastraat Koningin Wilhelminastraat te Wehl).
Mede op basis van de onderzoeken is te concluderen dat de beoogde ontwikkeling geen problemen oplevert ten aanzien van de onderzochte milieukundige en ruimtelijke aandachtspunten (bodem, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid, bedrijven en milieuzonering, industrielawaai, flora en fauna, water, archeologie en cultuurhistorie, molenbiotoop en verkeer en parkeren) mits voldaan wordt aan de voorwaarden uit de onderzoeken. Voor de onderstaande punten gaat het daarbij om de volgende zaken:
Flora en fauna
Door de Provincie Gelderland is op 21 september 2020 een ontheffing verleend voor het mogen vernietigen van de huidige verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis. De bebouwing is inmiddels onklaar gemaakt (d.d. 10 oktober 2022). Een laatste ecologische check (17 oktober 2022) heeft dit bevestigd. De bebouwing is daarom gereed om gesloopt te worden. Concluderend kan worden gesteld dat het onderdeel flora en fauna niet zorgt voor belemmeringen.
Water
Ter verduidelijking en in aanvulling op paragraaf 4.8 van de Ruimtelijke Onderbouwing (bijlage 1) is met het waterschap Rijn en IJssel afgesproken dat bij overstort het water eerst terecht komt in het IT-riool van de gemeente, dan in infiltratievoorzieningen van de gemeente elders en daarna pas in het oppervlaktewater van het waterschap. Vastgesteld is dat niet (in)direct geloosd wordt op het oppervlaktewater van het waterschap. Pas in uiterst uitzonderlijke gevallen kan overstort daadwerkelijk terechtkomen in het oppervlaktewater van het waterschap.
Rekening houdend met de aanleg van de benodigde waterberging, zorgt het aspect water niet voor belemmeringen.
Archeologie
Het gebied kent een hoge archeologische verwachting, maar archeologie en cultuurhistorie vormen geen belemmering voor de nieuwbouw van de supermarkt. Voor archeologie is een programma van eisen opgesteld voor het uitvoeren van eenproefsleuvenonderzoek - variant archeologische begeleiding. Dit programma van eisen wordt nog besproken en voorgelegd aan hett bevoegd gezag.
Met dit bestemmingsplan worden de huidige bestemmingen 'Centrum', 'Wonen', 'Tuin' en 'Verkeer' gewijzigd in de bestemmingen 'Centrum' en 'Verkeer'. Hierdoor wordt de realisatie van een nieuwe supermarkt en de bijbehorende parkeerplaatsen mogelijk gemaakt. Duidelijk is voor welke doeleinden de grond en de gebouwen mogen worden gebruikt en wat er in de (nieuwe) bebouwing wordt toegestaan. Dit biedt rechtszekerheid aan de burger. Het plan is daarom opgezet als gedetailleerd bestemmingsplan.
De regels bestaan uit de volgende onderdelen:
De inleidende regels omvatten de in de planregels gebruikte begripsomschrijvingen (artikel 1) en de wijze van meten (artikel 2). Hiermee is planspecifiek vastgelegd wat bedoeld wordt en hoe gemeten moet worden. Als een begrip niet omschreven is, dan geldt de algemeen gangbare uitleg van het begrip.
In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elke bestemmingsregel is, in overeenstemming met de RO-Standaarden 2012 waaronder de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (2012), in beginsel opgebouwd uit:
De bestemming 'Centrum' biedt ruimte voor allerlei voorzieningen. Binnen de bestemming 'Centrum' is onder andere detailhandel, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, horeca categorie 1 en bestaande woningen toegestaan.
Bij detailhandel wordt de verkoop en/of leveren van goederen aan privépersonen bedoeld. Detailhandel aan personen, die de artikelen beroeps- of bedrijfsmatig aanwenden, is niet toegestaan. Binnen de functie van detailhandel is ook volumineuze en perifere detailhandel toegestaan. Een supermarkt is in principe niet toegestaan, tenzij deze is aangeduid met de aanduiding 'supermarkt'. Op de locatie Stationsstraat 14 is de functieaanduiding 'supermarkt' verwijderd en voor de nieuwe locatie is deze functieaanduiding opgenomen.
Binnen de bestemming 'Centrum' zijn bestaande woningen toegestaan. Er is geen onderscheid gemaakt tussen bedrijfswoningen en woningen. Dit wil zeggen dat een woning ook een bedrijfswoning kan zijn en andersom. De woningen bevinden zich allemaal op de eerste verdieping aan de Stationsstraat. Bij of in de woning is het toegestaan om een vrij beroep en een aan huis gebonden beroep en/of bedrijf te beginnen.
Welke horeca mogelijk is binnen de bestemming is specifiek aangeduid op de plankaart. Op de huidige locatie aan de Stationsstraat is de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 5' van toepassing. Hier is bijvoorbeeld horeca in de vorm van een dagzaak mogelijk. Voor de nieuwe locatie is deze aanduiding niet opgenomen.
Binnen de bestemming zijn ruime bebouwingsmogelijkheden opgenomen. Er is een bouwvlak opgenomen en voor de locatie aan de Stationstraat geldt een maximale goothoogte, maximale bouwhoogte en maximaal bebouwingspercentage. Deze is gebaseerd op de bestaande situatie. Voor de nieuwe locatie op de hoek Julianastraat en Koningin Wilhelminastraat geldt een maximale bouwhoogte.
De bestemming 'Verkeer' is toegekend aan de gronden met een ontsluitende en verkeersdoorstromende functie. Ook is de bestemming toegekend aan bermen, parkeerplaatsen en niet structurele groenvoorzieningen. In de regels van deze bestemming is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor gebouwen ten behoeve van de bestemming zoals bushokjes en nutsvoorzieningen. Er is een bebouwingsregeling opgenomen voor bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals straatmeubilair, straatverlichting, en dergelijke. Binnen de regels zijn afwijkingsregelingen opgenomen om onder voorwaarden van de maximale bouwhoogte te mogen afwijken.
Archeologie
De bestemmingen 'Waarde - Archeologie' en 'Waarde - archeologische verwachting' zijn opgenomen in overeenstemming met het gemeentelijke archeologiebeleid en met name de herziene archeologische beleidskaart. Daarop zijn de archeologische waardevolle gebieden en archeologische verwachtingszones aangegeven. Afhankelijk van de (verwachtings)waarde in een (deel)gebied is het beschermingsregime meer of minder streng. De bescherming van de archeologische waarden is in dit bestemmingsplan vertaald in verschillende archeologische dubbelbestemmingen. In het plangebied komen de volgende archeologische dubbelbestemmingen voor:
Uitgaan van waarde die past bij onderliggende verwachtingszone
Met de waarde die past bij de onderliggende verwachtingszone wordt bedoeld, dat de verwachtingszone bepaald wanneer er een archeologische onderzoekverplichting geldt:
Dus als de ene helft van het bouwperceel in een hoge verwachtingszone ligt, en de andere helft in een zone met een lage verwachting, dan moet apart bekeken en beoordeeld worden of er een onderzoeksverplichting geldt voor het bouwperceel.
Als voorbeeld: als slechts 150 m2 van het bouwplan in de hoge zone ligt en 500 m2 in de lage zone, dan hoeft er geen onderzoek te worden uitgevoerd.
Deze standaardbepaling heeft als doel te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie is mogelijk gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw voor de tweede keer gebruik gemaakt zou kunnen worden.
In de algemene bouwregels is onder andere omschreven wanneer er geen verbod geldt voor het overschrijden van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen voor bepaalde bouwdelen. Ook is omschreven wanneer het bevoegd gezag kan afwijken van bouw- en/of bestemmingsgrenzen.
De 'bestaande matenregeling' is bedoeld voor legale bouwwerken die afwijken van de vastgestelde situering, goot- en/of bouwhoogte, afstand, oppervlakte en/of inhoud van de bouwregels in dit bestemmingsplan. De bestaande afwijking is daarmee toegestaan.
De opgenomen bouwregels zijn bedoeld voor bouwwerken boven de grond.
De algemene gebruiksregel luidt dat het verboden is om gronden en opstallen te gebruiken in strijd met de bestemming. Hierbij zijn een aantal gebruiksvormen specifiek benoemd. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemming of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten.
In de algemene gebruiksregels is ook benadrukt welk gebruik sowieso is toegestaan. Namelijk het opwekken van duurzame energie met behulp van zonnepanelen of andere - op grond van de bestemmingsregels geoorloofde - voorzieningen op het dak.
In de algemene aanduidingsregels kunnen zo nodig de regels met betrekking tot één of meer gebiedsaanduidingen een plaats krijgen. De volgende algemene aanduidingsregels komen in dit bestemmingsplan voor:
Overige zone - evenemententerrein 9
Voor de locatie hoek Julianastraat en Koningin Wilhelminastraat is de aanduiding 'overige
zone - evenemententerrein 9' opgenomen, conform de huidige situatie. Ter plekke van
deze gebiedsaanduiding zijn evenementen toegestaan. De bestaande evenementen zijn
met een regeling vastgelegd. De evenementen zijn vastgelegd qua omvang (op de bestemmingsplankaart),
qua aantal, qua dagen, maximale bezoekersaantallen per dag, begin- en eindtijden en
geluidniveau. Hierbij geldt dat na 01:00 uur de standaard geluidnorm geldt van 40
dB(A). Dit komt er op neer dat er dan geen versterkte muziek ten gehore gebracht mag
worden.
LAeq is het equivalente (gemiddelde) geluidniveaus gemeten gedurende 3 minuten tijdens representatieve activiteiten ten gevolge van het evenement; wanneer dit niveau (en LAmax) wordt vastgesteld voor de gevels van woningen (op circa 2 meter afstand) moet de meetwaarde in verband met reflecties met 3 dB worden verlaagd alvorens te toetsen aan de grenswaarden. Er worden geen bedrijfsduurcorrecties e.d. toegepast.
Overige zone - nieuwe risicobronnen uitgesloten
In deze zone is het verboden om nieuwe risicobronnen te vestigen of bestaande risicobronnen
uit te bereiden.
In de loop van de tijd kan het gebruik van gronden of bouwwerken gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld hoe met deze afwijking acceptabel zijn.
De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.
Bij de voorbereiding van een planologische wijziging dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van 'afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
In het plan wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden. De ontwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de initiatiefnemer. Hiertoe heeft de gemeente voorafgaand aan de planologische procedure met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst gesloten, waarin het kostenverhaal in voldoende mate gewaarborgd is. De kosten voor het volgen van de procedure zullen via de gemeentelijke legesverordening aan initiatiefnemer worden doorberekend.
Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het plan economisch uitvoerbaar is.
Dit bestemmingsplan doorloopt de procedure als bedoeld in afdeling 3.2 van de Wet ruimtelijke ordening. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
Op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening heeft overleg plaatsgevonden met een aantal instanties. In paragraaf 7.2 wordt het resultaat van dit vooroverleg behandeld.
De resultaten van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan worden niet toegevoegd aan dit hoofdstuk. Deze maken onderdeel uit van het raadsvoorstel en - besluit omtrent de vaststelling, niet van het bestemmingsplan zelf.
Het plan is op basis van artikel 3.1.1. Bro overlegd met de volgende instantie:
Vooroverleg met de rijksoverheid is, op basis van de richtlijnen van deze instantie, niet nodig. Er is geen rijksbelang dat hiertoe aanleiding geeft.
Ook is vooroverleg met de Provincie, op basis van de richtlijnen van deze instantie, niet nodig. Er is geen provinciaal belang dat hiertoe aanleiding geeft.
Het Waterschap Rijn en IJssel heeft op 10 oktober 2023 gereageerd op het concept ontwerpbestemmingsplan. Het Waterschap had aanvullende vragen over onder andere de hemelwaterberging, de stresstest en de overstort bij hevige neerslag. Daarnaast was per abuis in de Ruimtelijke Onderbouwing verouderd beleid van het Waterschap opgenomen. Op 9 november 2023 heeft een aanvullend gesprek plaatsgevonden met het waterschap, de initiatiefnemer en de gemeente. Daarin zijn de vragen beantwoordt en afspraken gemaakt, welke zijn verwerkt in het voorliggende bestemmingsplan. Er is onder andere afgesproken om een voorwaardelijke verplichting op het nemen ten aanzien van de bergingscapaciteit hemelwater.