|
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin gelegen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
een beroep en/of bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en waarbij het beroep en/of bedrijf een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is (zie 2 Lijst van aan huis gebonden beroepen en/of bedrijven);
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen;
een bijbehorend bouwwerk dat met minimaal één gevel tegen de gevel van het hoofdgebouw is gebouwd. Dit op een zodanige wijze dat een rechtstreekse - voor mensen toegankelijke - interne verbinding tussen beide gebouwen mogelijk is;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
een onderzoek gericht op het opsporen, waarderen en/of behouden van archeologische resten, al dan niet ex-situ, conform de cyclus van de Archeologische Monumentenzorg. Het onderzoek moet worden verricht door een dienst, bedrijf of instelling, gecertificeerd conform artikel 5.1 van de Erfgoedwet en werkend volgens de geldende kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
een gebied met een daaraan toegekende hoge, middelmatige of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Hieronder wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, uitsluitend bedoeld voor (het huishouden van) een persoon en zijn gezin, van wie de huisvesting daar in verband met de bestemming noodzakelijk is;
object zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan legaal aanwezig of op grond van een vergunning toegestaan;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of ander bouwwerk, met een dak;
opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
recreatie in de vorm van:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ter verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van op publiek gerichte diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen (dus geen kantoor);
onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft, bijvoorbeeld een rieten dak;
al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van dat gebruik van dat gebouw en het plan deze inrichting niet verbiedt;
een erker of een uitgebouwd venster is een in plattegrond recht-, drie-, veelhoekige of halfronde uitbreiding van een ruimte in een gebouw, die buiten de gevel uitsteekt en in open verbinding staat met de bedoelde ruimte. De buitenzijde bestaat uit (een borstwering en) raamconstructies (wanden die grotendeels bestaan uit glas);
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
de kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is;
huisvesting in verband met mantelzorg wordt in dit plan aangemerkt als functioneel verbonden met het hoofdgebouw, een en ander zoals bedoeld in artikel 1, lid 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor);
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, al dan niet met de daarbij behorende bergingen;
stof zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
de als zodanig aangeduide lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd;
de cumulatieve kans per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is;
gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
persoon of groep personen die een huishouden voert, waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, die binnen een woning gebruik maakt van dezelfde voorzieningen;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of uitsluitend in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
object zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
een dakvorm die bestaat uit uitsluitend één dakvlak of dakschild, dat onder een zekere helling is aangebracht;
een afdak met een diepte van meer dan 0,75 m, bevestigd aan de gevel van een gebouw zonder directe verbinding met de grond;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
een windturbine om windenergie op te wekken, deze staat op het dak van een gebouw;
terrassen, standplaatsen voor de ambulante handel, weekmarkten, rommelmarkten, braderieën, stadspromotionele activiteiten en andere vergelijkbare activiteiten niet zijnde evenementen;
een lijn van een bouwvlak, gekeerd naar de weg, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten;
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven peil is gelegen;
een bouwwerk of een gedeelte van een bouwwerk, dat zich geheel onder het niveau van het maaiveld bevindt en daarmee niet gelijk ligt of erboven uit steekt;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, maar ook pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar toegankelijk gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
plaatsgebonden risicocontour waarbinnen de kans 1 op de 1.000.000 per jaar is dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
het bestemmingsplan 'Dr Huber Noodtstraat 38a-42 - 2022' met identificatienummer NL.IMRO.0222.DoB007-0003 van de gemeente Doetinchem;
een vorm van prostitutie, waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostituee, die door houding, gebaren, kleding of anderszins vanuit een vitrine de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor het publiek besloten ruimte plaatsvinden;
een rechtopstaand bouwwerk geen gebouw zijnde dat aanmerkelijk hoger is dan breed voor de uiting van reclame;
denkbeeldige contour rondom een object (een bedrijf, buisleiding of weg), waarbinnen in geval van een calamiteit de bevolking ongewenste risico's loopt in de zin van doden en gewonden;
de aard, de omvang, de intensiteit, maar ook de ruimtelijke uitstraling van het gebruik en/of de functie van gronden en/of bouwwerken;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:
al dan niet in combinatie met elkaar of in combinatie met een sekswinkel.
Thuisprostitutie en een escortbedrijf vallen niet onder het begrip seksinrichting.
bij of op de weg behorende bouwwerken zoals verkeersgeleiders, abri's, zitbanken, reclamezuilen, bloembakken, ondergrondse vuilcontainers en cocons van vuilcontainers;
bij een terras behorende (semi-permanente) bouwwerken zoals terrasschermen, parasols en vlonders;
een vorm van prostitutie, waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostituee en waarbij ook uitsluitend door deze prostituee op dit adres wordt gewerkt als prostituee;
een demontabel en/of relatief eenvoudig verwijderbaar gebouw voor huisvesting voor mantelzorg onder welke benaming ook aangeduid, doch in het spraakgebruik als woonunit wordt aangemerkt, bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon-, dag- en/of nachtverblijf;
een toegangspartij of een uitgebouwde toegang is een uitbreiding van de toegangsruimte (hal) van een gebouw, die buiten de gevel uitsteekt en al dan niet in open verbinding staat met die ruimte;
het afleggen van verantwoording over het genomen besluit om toename van het groepsrisico toe te staan. Hierbij moet aandacht worden besteed aan mogelijke alternatieven en risico reducerende maatregelen en het belichten van de mogelijkheid voor rampenbestrijding en hulpverlening;
vormen van vrijetijdsbesteding waarbij ook in overnachtingsmogelijkheden is voorzien;
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of als het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
een professionele dienstverlening, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij gebruik wordt gemaakt van verworvenheden verkregen door een academische of een hogere beroepsopleiding (zie lijst 1 Lijst van vrije beroepen);
een bijbehorend bouwwerk, dat vrij van het hoofdgebouw gebouwd is en in functioneel opzicht geen deel uitmaakt van het hoofdgebouw;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, woonwagens niet inbegrepen;
een voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand tussen enig punt van een bouwwerk en een perceelsgrens, de overdekte gebouwgebonden buitenruimten (dakoverstekken) tot 0,75 m niet meegerekend;
de som van de oppervlakten van alle op een perceel of een ander terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 1 m boven peil neerwaarts geprojecteerd en buitenwerks gemeten;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte;
de som van de horizontale vloeroppervlakten van de bouwlagen, met inbegrip van de daarbij behorende kantoren, magazijnen, werkplaatsen en overige dienstruimten, buitenwerks gemeten;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
bij een 'half-ronde' of anderszins gebogen kapvorm, wordt de dakhelling berekend als
de hoek tussen de lijn die de goothoogte en het hoogste punt van het bouwwerk verbindt
ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen; bij afgeknotte schilddaken is de onderste goothoogte maatgevend, onder de voorwaarde dat de dakhelling van alle dakvlakken maximaal 60° is;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; de inhoud van een eventueel ondergronds bouwwerk niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de rand van het dakvlak, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de som van de horizontale vloeroppervlakten van de voor bewoning bestemde vertrekken van een woning, waaronder mede moeten worden verstaan keukens, slaapvertrekken, gangen, toiletten, bad- en doucheruimten, zolders en vlieringen welke gebruikt worden als berging, maar ook inpandige of aangebouwde bergingen die op grond van het bestemmingsplan verbouwd mogen worden tot woonruimte, binnenwerks gemeten;
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Wonen' worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van een (gedeeltelijk) verdiepte parkeergarage ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeergarage' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van balustrades en afscheidingen behorend bij een balkon/dakterras/galerij gelden, in afwijking van artikel 3.2.2 sub c en 3.2.4 sub a juncto artikel 2.3 de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2, op gronden met de bestemming 'Wonen' nadere eisen stellen met betrekking tot:
onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 sub e voor een minder brede voorgevel als de eis onredelijk is en/of de bouwkundige situatie daar aanleiding toe geeft, een en andere onder voorwaarde dat de woning desondanks levensloopbestendig blijft of wordt.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.4 sub a voor het toestaan van een grotere bouwhoogte ten behoeve van liftschacht(en), technische installatie(s) en voorzieningen voor vluchtroutes onder voorwaarden dat:
Een als zodanig bestemde woning, inclusief eventueel aanwezige aangebouwde bijbehorende bouwwerken, mag ook worden gebruikt voor zowel een vrij beroep (Bijlage 1) als een beroep en/of bedrijf (Bijlage 2), in het laatste geval uitsluitend mits voldaan wordt aan de voorwaarden dat:
In geval van bouw, uitbreiding of vervangende nieuwbouw en/of wijziging van gebruik moet worden voldaan aan de parkeernormen in de Nota Parkeernormen Auto en Fiets Gemeente Doetinchem, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 8 juni 2017 (Bijlage 3), met dien verstande dat wanneer deze nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging.
Onverminderd het bepaalde in artikel 6 wordt onder strijdig gebruik in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van een bijbehorend bouwwerk als zelfstandige woning.
De in lid 3.1 omschreven bestemming mag slechts gerealiseerd worden en vervolgens in stand worden gehouden indien binnen het plangebied waterberging voor hemelwater wordt gerealiseerd en in stand gehouden uitgaande van ten minste 20 mm per m2 verhard oppervlak binnen het plangebied.
De in lid 3.1. omschreven bestemming mag slechts gerealiseerd en vervolgens in stand gehouden worden indien de mitigerende maatregelen zoals opgenomen in tabel 3 en bijlage 3 van de ontheffing Wnb van GS van de Provincie Gelderland (bijlage 6) worden gerealiseerd en in stand worden houden.
Het gebruiken en/of in gebruik laten nemen van de in lid 3.1 genoemde woningen is uitsluitend toegestaan indien de volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied is gerealiseerd en in stand wordt gehouden met als doel om de binnenwaarde van minimaal 33 dB (vanwege wegverkeerslawaai) in dat verblijfsgebied te behalen en te behouden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5.1 sub f voor het toelaten van een beroep en/of bedrijf aan huis, dat naar aard, omvang en hinder gelijk te stellen is met één of meer in Bijlage 2 opgenomen Lijst van aan huis gebonden beroepen en/of bedrijven, onder de voorwaarde, dat de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, een bouwvlak inclusief de ter plaatse geldende aanduidingen, verschuiven, onder voorwaarden dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen is niet van toepassing met betrekking tot:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 voor het overschrijden van bouw- en/of bestemmingsgrenzen met ten hoogste 2 m, als het betreft:
Voor een legaal bouwwerk dat op grond van de geldende bestemming is toegestaan, maar waarvan de bestaande situering, goot- en/of bouwhoogte, afstand, oppervlakte en/of inhoud afwijken van de bouwregels in dit plan:
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met het plan.
Het is ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - nieuwe risicobronnen uitgesloten' verboden om:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1.1 en de vestiging van een nieuwe of uitbreiding van een bestaande risicobron toestaan, onder voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan, in uitzonderlijke gevallen, gemotiveerd bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van in de artikel 3.5 opgenomen voorwaardelijke verplichting(en) onder voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen voor:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Lijst van vrije beroepen op grond van de Handelsregisterwet
Een beroep dat hier niet op voorkomt geldt in beginsel niet als 'vrij beroep', tenzij de onderneming/beroepsbeoefenaar anders kan aantonen.
In de jurisprudentie is uitgemaakt, dat de uitoefening van vrije beroepen in overeenstemming is met de functie wonen. Dit is rechtstreeks toegestaan. Voor de vestiging van vrije beroepen is geen procedure nodig op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of de Wet ruimtelijke ordening, zolang de beroepsuitoefening plaatsvindt in de woning en de woonfunctie in overwegende mate blijft behouden.
bron: Bedrijven en milieuzonering VNG (editie 2009)
SBI-code ('hoofdgroep': 'subgroep') | Omschrijving |
15: 1593 t/m 1595 | Vervaardiging van wijn, cider e.d. |
18: 182 | Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) |
20: 205 | Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkbedrijven |
22: 221 | Uitgeverijen (kantoren) |
22: 2222.6 | Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen |
22: 2223 | Grafische afwerking |
22: 2223 | Binderijen |
22: 2224 | Grafische reproductie en zetten |
22: 2225 | Overige grafische activiteiten |
22: 223 | Reproductiebedrijven opgenomen media |
33: 33 | Vervaardigen van medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie |
36: 361 | Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² |
36: 362 | Vervaardiging van munten, sieraden e.d. |
36:363 | Vervaardigen van muziekinstrumenten |
51: 511 | Handelsbemiddeling (kantoren) |
52: 527 | Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's, motors, bromfietsen en scooters) |
55: 551,1 5512 | Pensions en Bed & Breakfast |
55: 5552 | Cateringbedrijven |
61, 62: 61, 62 | Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) |
63: 6322, 6323 | Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) |
63: 633 | Reisorganisaties |
63: 634 | Expediteurs, cargadoors (kantoren) |
64: 641 | Post- en koeriersdiensten |
65, 66, 67: 65, 66, 67 | Banken en verzekeringsbedrijven |
70: 70 | Verhuur van en handel in onroerend goed |
72: 72 | Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d. |
73: 731 | Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk |
73: 732 | Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek |
74: 74 | Overige zakelijke dienstverlening: kantoren |
74: 7481.3 | Foto- en filmontwikkelcentrales |
85: 8512, 8513 | Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven |
85: 853 | Kinderopvang (gastouderschap) |
91: 9111 | Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) |
92: 921, 922 | Studio's (film, TV, radio, geluid) |
92: 9251, 9252 | Ateliers, e.d. |
93: 9301.3 | Wasverzendinrichtingen |
93: 9301.3 | Wasserettes, wassalons |
93: 9302 | Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten |
93: 9305 | Persoonlijke dienstverlening (waaronder thuisprostitutie en escortbedrijf), niet elders genoemd in de richtafstandenlijst 1 - Activiteiten van Bedrijven en milieuzonering van het VNG (editie 2009) |
De initiatiefnemer is voornemens een appartementengebouw te realiseren aan de Dr. Huber Noodtstraat 38a in Doetinchem. Om deze nieuwbouw te realiseren wordt de huidige bebouwing t.b.v. het voormalige Setaxterrein gesloopt. De nieuwbouw omvat de toevoeging 62 wooneenheden. Het Setax-kantoor blijft gehandhaafd en daar worden 2 wooneenheden toegevoegd aan de 2 bestaande wooneenheden. Het totaal aantal woningen binnen het plangebied bedraagt daarmee 64. De gewenste toekomstige situatie is in strijd met het geldende bestemmingsplan ‘Stedelijk gebied - 2021’. Een herziening van dat plan is daarom noodzakelijk. Daarom is het voorliggende bestemmingsplan opgesteld.
De beoogde ontwikkeling is gelegen in het centrum van Doetinchem. De locatie is gelegen aan de Dr. Huber Noodtstraat 38A en B, 40 en 42. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 2.850 m². Het betreffen (globaal) de kadastrale percelen 3105, 3106, 1386, 1388, 1509 en 1563 (kadastrale gemeente Doetinchem, sectie C) (zie onderstaande afbeelding met grijs gearceerd het plangebied).
Bestemmingsplan Stedelijk gebied - 2021 (vastgesteld 24-6-2021; onherroepelijk)
Voor het plangebied geldt conform het vastgestelde bestemmingsplan ‘Stedelijk gebied
- 2021’ de bestemming ‘Centrum’ en tevens geldt de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’.
Daarnaast zijn de functieaanduidingen ‘sportschool’, ‘horeca van categorie 1’ en gedeeltelijk
‘cultuurhistorische waarden’ aanwezig. Het plangebied heeft geen bouwvlak, met uitzondering
van de noordelijke straatzijde. Wel is de bouwaanduiding ‘bijgebouwen’ aanwezig.
Parapluherzieningen
Naast genoemd bestemmingsplan gelden de navolgende bestemmingsplannen zijnde parapluherzieningen:
Ad a.
Voor voorliggend uitwerkingsplan is archeologisch onderzoek uitgevoerd (zie ruimtelijke
onderbouwing en bijbehorende bijlagen). Op basis daarvan is het plangebied vrijgegeven
door de regioarcheoloog.
Ad b.
Met het opnemen van de gebiedsaanduiding 'overige zone - nieuwe risicobronnen uitgesloten'
in het voorliggende bestemmingsplan is geen sprake van strijdigheid met de 'Parapluherziening
Externe veiligheid - 2020'.
Ad c.
Deze parapluherziening voorzag wat betreft wonen in het wegbestemmen van nog in bestemmingsplannen
onbenutte directe bouwmogelijkheden om uitvoering te geven aan het destijds vastgestelde
(regionale) woonbeleid. Deze parapluherziening is niet van invloed op voorliggend
bestemmingsplan. Het maakt de realisatie van nieuwe woningen mogelijk passend binnen
het huidige woonbeleid.
Ad d.
Met het opnemen van de specifieke gebruiksregel Parkeren in dit bestemmingsplan is
geen sprake van strijdigheid met de 'Parapluherziening Parkeren - 2018'.
Ad e.
Deze parapluherziening voorzag in het uitsluiten van nog aanwezige onbenutte directe
bouwmogelijkheden voor nieuwe woningen binnen de bestemmingen 'Centrum en Gemengd'
om uitvoering te geven aan het destijds vastgestelde (regionale) woonbeleid. Deze
parapluherziening is niet van invloed op voorliggend bestemmingsplan. Het maakt de
realisatie van nieuwe woningen mogelijk passend binnen het huidige woonbeleid.
Werking geldende bestemmingsplannen in relatie tot voorliggend bestemmingsplan
Bij het onherroeplijk worden van voorliggend bestemmingsplan zal voor wat betreft
het plangebied van voorliggend bestemmingsplan de werking komen te vervallen van:
Voor de beschrijving van de huidige situatie wordt verwezen naar paragraaf 2.1. van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1). Onderstaande afbeelding geeft de huidige situatie weer.
(Bron: obliquefoto gemeente Doetinchem 2022)
Voor de beschrijving van de toekomstige situatie wordt verwezen naar paragraaf 2.2. van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1).
Wijziging naar aanleiding van terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan
Naar aanleiding van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan is het plan
aangepast. De meest noordelijke woning op de 1e verdieping is komen te vervallen.
Deze woning wordt teruggebracht door een woning toe te voegen op de 4e verdieping.
De verbeelding/plankaart is op basis van deze aanpassing aangepast. De ruimtelijke
onderbouwing (bijlage 1) en bijbehorende bijlagen is niet aangepast op deze aanpassing.
De aanpassing heeft geen invloed op de inhoudelijke uitkomst van uitgevoerde onderzoeken.
Afbeeldingen in de ruimtelijke onderbouwing en bijbehorende bijlagen geven de uiteindelijke
situatie niet weer; de verbeelding en regels van het bestemmingsplan (waar voornoemde
aanpassing in is verwerkt) is bepalend. Onderstaande afbeeldingen geven schetsmatig
de aanpassing weer naar aanleiding van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
In dit hoofdstuk komt het overheidsbeleid aan de orde dat van invloed is op het voorliggende bestemmingsplan.
Voor het relevante rijksbeleid (Nationale omgevingsvisie (NOVI), Nationale woonagenda 2018-2021, Besluit regels ruimtelijke ordening (Barro) en Ladder voor duurzame verstedelijking (Bro)) wordt verwezen naarparagraaf 3.2. van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1).
Samenvatting
In voorliggend plan zijn geen strijdigheden met de uitgangspunten van de NOVI opgenomen.
Het Barro is niet van invloed op voorliggend plan. Er is met voorliggend plan sprake
van een stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied zoals bedoeld in
het Besluit ruimtelijke ordening.
Voor het relevante provinciaal beleid (omgevingsvisie Gelderland en omgevingsverordening Gelderland) wordt verwezen naar paragraaf 3.3 van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1 ).
Aanvulling omgevingsverordening Gelderland
Op 21 december 2022 is een geactualiseerde omgevingsverordening door PS van de provincie
Gelderland vastgesteld (NL.IMRO.9925.PVOmgverordeningGC-gc11). Deze is op 14 januari
2023 in werking getreden. Deze geactualiseerde omgevingsverordening heeft ten opzichte
van de daarvoor geldende geen andere betekenis voor voorliggend plan. Voor het voorliggend
plan en de daarmee beoogde ontwikkeling van 64 woningen (waarvan al 2 bestaande appartementen)
zijn/blijven de volgende regels uit de Omgevingsverordening Gelderland van toepassing:
a. instructieregel bestemmingsplan doorwerking regionale woonagenda (art. 2.2)
b. instructieregel klimaatadaptie (art. 2.65b)
Ad a.
De beoogde ontwikkeling van 64 (gestapelde) koopwoningen (waarvan al 2 bestaande appartementen)
is passend binnen het gemeentelijk beleid c.q. de Woningbouwstrategie 2019 die op
basis van regionale afspraken over het toevoegen van nieuwe woningen is opgesteld
(zie 3.5.4. van de ruimtelijke onderbouwing). Regionale afspraken die als onderdeel
worden beschouwd van de regionale woonagenda. Omdat de ontwikkeling die met voorliggend
bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt passend is binnen Woningbouwstrategie 2019,
is deze ook passend binnen de regionale afspraken voor het toevoegen van nieuwe woningen
en de regionale woonagenda. Daarmee is geen strijdigheid met de instructieregel uit
art. 2.2. van de omgevingsverordening
Ad b.
Voor zover een bestemmingsplan een nieuwe activiteit of ontwikkeling mogelijk maakt,
moet de toelichting bij het bestemmingsplan een beschrijving bevatten van de maatregelen
of voorzieningen die worden getroffen om de risico’s van klimaatverandering te voorkomen
of te beperken en de afweging die daarbij is gemaakt. In die beschrijving moeten in
ieder geval de volgende aspecten worden betrokken: waterveiligheid, wateroverlast,
droogte en hitte. Daarnaast moet de beschrijving worden opgesteld na overleg met in
ieder geval het dagelijks bestuur van het waterschap waar de activiteit wordt verricht
of de ontwikkeling plaatsvindt. Voor die beschrijving kan gebruik worden gemaakt van
de opgestelde klimaatatlas.
Risico's als gevolg van klimaatverandering
Op basis van de klimaatatlas gemeente Doetinchem is in beeld gebracht welke risico's
zich kunnen voordoen als gevolg van klimaatverandering.
Voor het relevante regionaal beleid wordt verwezen naar paragraaf 3.4 van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1).
Samenvatting
Relevant regionaal beleid heeft betrekking op woningbouw. Dit beleid is doorvertaald
in het gemeentelijk beleid in de vorm van de Woningbouwstrategie 2019. De ontwikkeling
die met voorliggend plan mogelijk wordt gemaakt is passend binnen de Woningbouwstrategie
2019 (paragraaf 3.5.4 ruimtelijke onderbouwing). Daarmee is de ontwikkeling ookpassend
binnen het regionale beleid over woningbouw.
Voor het relevante gemeentelijk beleid wordt verwezen naar paragraaf 3.5 van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1 ).
Samenvatting
De voorgenomen ontwikkeling is, met in achtneming van de milieu- en omgevingsaspecten
(en bijbehorende geldendewet- en regelgeving) die bij het plan betrokken zijn, niet
strijdig met het gemeentelijk beleid.
In de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1) is de haalbaarheid van de beoogde ontwikkeling van het plangebied onderbouwd. Verwezen wordt naar hoofdstuk 4 Haalbaarheid. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aspecten m.e.r.-beoordeling, bodem, akoestiek, luchtkwaliteit, externe veiligheid, bedrijven en milieuzonering, flora en fauna, water, archeologie en cultuurhistorie, verkeer en parkeren, kabels, leidingen en straalpaden en bezonning. En de daarvoor uitgevoerde onderzoeken. Op basis daarvan is te concluderen dat de beoogde ontwikkeling geen problemen oplevert ten aanzien van de onderzochte aspecten, mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden zijn opgenomen/toegelicht onder 4.2.
Nadere toelichting parkeren
Paragraaf 4.11 van de ruimtelijke onderbouwing gaat in op het aspect verkeer en parkeren.
Hierin is opgenomen dat in de parkeerkelder in totaal 73 parkeerplaatsen worden gerealiseerd.
In voorliggend bestemmingsplan is in de bouwregels opgenomen dat minimaal 70 parkeerplaatsen
gerealiseerd moeten worden in de (gedeeltelijk) verdiepte parkeergarage. Daarmee is
geborgd dat voor elke appartement (64) tenminste 1 parkeerplek wordt gerealiseerd
en het aantal van 70 sluit aan bij de in de ruimtelijke onderbouwing berekende parkeervraag
van bewoners (afgerond 70 parkeerplaatsen).
Uit de uitgevoerde onderzoeken volgt een aantal voorwaarden die in voorliggend bestemmingsplan zijn doorvertaald in regels en/of verbeelding. Daarbij gaat het om het volgende:
Met dit bestemmingsplan wordt de huidige bestemming 'Centrum' met bijbehorende aanduidingen herzien naar de bestemming 'Wonen' met bijbehorende aanduidingen om de de realisatie van 64 woningen (waarvan al 2 bestaande woningen) mogelijk te maken. Duidelijk is voor welke doeleinden de gronden en de gebouwen mogen worden gebruikt en wat er aan nieuwe bebouwing wordt toegestaan. Dit biedt rechtszekerheid aan de burger. Het plan is daarom opgezet als een gedetailleerd bestemmingsplan. Tegelijkertijd is het bieden van flexibiliteit wenselijk om in te kunnen spelen op ontwikkelingen. Dat is mogelijk met de in het plan opgenomen afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden.
De regels bestaan uit de volgende onderdelen:
De inleidende regels omvatten de in de planregels gebruikte begripsomschrijvingen (artikel 1) en de wijze van meten (artikel 2). Hiermee is planspecifiek vastgelegd wat bedoeld wordt en hoe gemeten moet worden. Als een begrip niet omschreven is, dan geldt de algemeen gangbare uitleg van het begrip.
In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elke bestemmingsregel is, in overeenstemming met de RO-Standaarden 2012 waaronder de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (2012), in beginsel opgebouwd uit:
Functieaanduidingen
Er wordt op diverse manieren gebruik gemaakt van aanduidingen op de plankaart. Bij
de functieaanduidingen die in de hoofdfunctieomschrijvingen aangehaald worden, zijn
verschillende manieren van omschrijven in de regels mogelijk. In voorliggend plan
is gebruik gemaakt van onderstaande omschrijving.
Binnentuin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - binnentuin'
Bij deze zinsopbouw mag deze functie alleen daar aanwezig zijn op een locatie waar de aanduiding aanwezig is, daarbij gelden ook de overig genoemde, algemeen geldende functies van de hoofdfunctie.
De bestemming 'Wonen' omvat alle percelen waarop woningen zijn toegelaten. De hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. In dit bestemmingsplan zijn gestapelde woningen toegestaan. Dat is met een bouwaanduiding binnen het bouwvlak opgenomen. Het bouwvlak is gepositioneerd op basis van de voorziene bebouwing op het terrein. De maximale toegestane bouwhoogte is met een maatvoeringssymbool op de plankaart opgenomen. Dit geldt ook voor het maximaal aantal toegestane woningen. Met een aanduiding is aangegeven dat een (gedeeltelijk) verdiepte parkeergarage en bijbehorende in- en uitritten en bergingen zijn toegestaan. Ook is met een aanduiding aangegeven dat op een deel van het terrein een binnentuin met bijbehorende waterbergings- en waterinfiltratievoorzieningen, paden en groenvoorziening zijn toegestaan.
Aan huis gebonden beroep en/of bedrijf
Op gronden met de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van een vrij beroep en een
aan huis gebonden beroep en/of bedrijf toegestaan in een woning. Voorwaarde daarvoor
is dat de woonfunctie in alle gevallen de hoofdfunctie binnen de bestemming blijft.
In beperkte mate mag bij de uitoefening van een aan huis gebonden beroep en/of bedrijf
ook detailhandel plaatsvinden. Overige detailhandel is binnen de bestemming 'Wonen'
nadrukkelijk uitgesloten. Een internetwinkel is onder voorwaarden toegestaan, zo mag
de internetwinkel alleen online verkopen, geen winkeluitstraling hebben, geen showroom
en geen opslag binnen of buiten. Alleen in geval van gastouderschap is een buitenactiviteit
in de vorm van buitenspelende kinderen toegestaan. Omdat in beginsel geen bijbehorende
bouwwerken zijn toegestaan is een aan huis gebonden beroep en/of bedrijf in vrijstaande
bijbehorende bouwwerken niet toegestaan.
Wijzigen (bouw)aanduiding
In de bestemming 'Wonen' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het verschuiven
van het bouwvlak met bijbehorende aanduidingen.
Voorgevelbreedte
Om levensloopbestendige woningen te kunnen realiseren is er ruimte nodig in de woning.
Daartoe moet de woning een minimale voorgevelbreedte van 6 meter hebben. Deze eis
geldt voor zowel nieuwbouw als vervangende nieuwbouw. Burgemeester en wethouders kunnen
van deze eis afwijken als deze onredelijk is, de bouwkundige situatie daar aanleiding
toe geeft en de woning desondanks levensloopbestendig blijft of wordt.
Dakoverstekken
Steeds meer gebouwen worden voorzien van royale dakoverstekken. Dat heeft soms met
architectuur te maken, maar vaak is de overkapte ruimte gewoon functioneel. Daarnaast
kunnen dakoverstekken bijdragen aan een verminderde opwarming van binnenruimte door
zonlicht. De ruimte wordt dan bijvoorbeeld gebruikt als veranda (overdekt terras)
of carport. Volgens de Nederlandse Norm (NEN) is tot 75 centimeter sprake van een
overstek. Bij een grotere afmeting is sprake van een overkapping en dan telt de overkapte
ruimte mee bij de berekening van de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken. Dit
is van belang omdat de oppervlakte is genormeerd.
Bouwwerken op daken
Afscherming technische installatie op daken zoals airco's, warmtepompen, zonnepanelen,
e.d. zijn mogelijk tot 0,5 m boven het dakvlak. Als het dak daarbij al de maximum
bouwhoogte heeft bereikt. Deze maat komt dan extra bovenop de de maximum bouwhoogte.
Zodat de afscherming van technische installaties ook op deze daken mogelijk zijn.
Daarnaast is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor de maximale bouwhoogte voor
liftschachten en technische installaties, ingeval deze niet als onderschikt bouwdeel
worden gezien, omdat de bouwhoogte volgens de wijze van meten gerekend wordt vanaf
het peil.
Bijbehorende bouwwerken
Bijbehorende bouwwerken zijn in onderhavig geval niet toegestaan omdat sprake is van
gestapelde woningen en voorzien wordt in bergingen (als zijnde bijbehorende bouwwerken)
in de (gedeeltelijk) verdiepte parkeergarage. In afwijking daarvan is bij recht wel
de mogelijkheid geboden om onder voorwaarden een bijbehorend bouwwerk op te richten
ten behoeve van de (gedeeltelijk) verdiepte parkeergarage.
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
In het plan is een binnenplanse afwijking opgenomen om onder voorwaarden bouwwerken
geen gebouwen zijnde te kunnen realiseren met een grotere hoogte dan 3 meter. Die
afwijkingsmogelijkheid ziet specifieke op bouwwerken geen gebouwen zijnde die worden
gerealiseerd ten behoeve van/in de vorm van lifschachten, technische installaties
en vluchtroutes. Deze regeling is ook opgenomen omdat landelijke wet- en regelgeving
bij grotere hoogte beperkte mogelijkheden bieden om medewerking te kunnen verlenen.
De maximale toegestane hoogte van 18,5 meter is afgeleid van het stedenbouwkundig
plan voor de locatie. Wat betreft de voorwaarde dat de afwijking ruimtelijk aanvaardbaar
moet zijn wordt opgemerkt dat in dat kader bezonning (van omliggende percelen/gebouwen)
een aspect is dat in dat kader betrokken moet worden. Omdat de maximale hoogte van
een bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt gerekend vanaf peil, is eveneens een regeling
opgenomen om balustraden en afscheidingen bij balkons/dakterassen/galerijen bij recht
toe te staan met een maximale hoogte (gerekend vanaf balkon/dakterras/galerijen) wat
in wet- en regelgeving wordt voorgeschreven.
(gedeeltelijk) verdiepte parkeergarage
Met een aanduiding is aangegeven dat een (gedeeltelijk) verdiepte parkeergarage en
bijbehorende in- en uitritten en bergingen zijn toegestaan. In de bouwregels is opgenomen
aan welke regels de bouw van de (gedeeltelijk) verdiepte parkeergarage en bijbehorende
in- en uitritten en bergingen aan moet voldoen. In de bouwregels is opgenomen het
maximum aantal bouwlagen. Ook is aanvullend op de gebruiksregel parkeren het minimale
aantal parkeerplaatsen dat moet worden gerealiseerd. Dit omdat in afwijking van de
Nota Parkeernormen alleen wordt voorzien in perkeerplaatsen op eigen terrein (middels
de (gedeelteijk) verdiepte parkeergarage) voor de bewoners; voor bezoekers is voldoende
openbare parkeergelegenheid in de directe omgeving beschikbaar. Omdat de parkeergarage
gebruikt wordt door uitsluitend bewoners van de appartementen wordt ook wel gesproken
over een stallingsgarage (NEN 2443 - bestemd voor vaste gebruikers met een vaste plaats)
Een aantal planregels geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om nadere eisen te stellen of een afwijking te verlenen als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder d, respectievelijk onder c, van de Wet ruimtelijke ordening.
De nadere eisen kunnen betrekking hebben op de plaats en afmetingen van de bebouwing. Deze kunnen toegepast worden als het concrete bouwplan voor de genoemde onderdelen, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een ongewenst gevolg voor de omgeving heeft.
Binnen de afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden komen veelal de volgende voorwaarden voor:
Deze voorwaarden zijn als volgt uit te leggen:
Daar waar het relevant is voor de bestemming, is een specifieke gebruiksregel voor parkeren opgenomen. Op grond van artikel 3.1.2. tweede lid Bro mogen parkeernormen worden neergelegd in een beleidsregel. In Doetinchem ligt het parkeerbeleid vast in de 'Parkeervisie Gemeente Doetinchem 2017 - 2020' en 'Nota Parkeernormen Auto en Fiets Gemeente Doetinchem', zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 8 juni 2017. In het bestemmingsplan wordt tot uitdrukking gebracht, dat bij de toets op het onderdeel parkeren, deze beleidsregel betrokken moet worden bij bouw, uitbreiding of vervangende nieuwbouw en/of wijziging van gebruik.
Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State blijkt, dat een zogenoemde dynamische verwijzing in het bestemmingsplan acceptabel is. Daarom is aan de parkeerbepaling in het bestemmingsplan de zinsnede 'met dien verstande dat wanneer deze parkeerregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging'. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht, dat in principe te allen tijde wordt getoetst aan de meest actuele versie van het beleid. Tussentijdse wijzigingen van het beleid zijn dus gedurende de planperiode van het bestemmingsplan mogelijk.
Nadere toelichting
Ten behoeve van voorliggend plan is met de gemeente overeengekomen dat, in afwijking
van de Nota Parkeernormen, bezoekers gebruik kunnen maken van de parkeerplaatsen in
de directe omgeving waar voldoende openbare parkeergelegenheid beschikbaar is.
Met een voorwaardelijke verplichting als specifieke gebruiksregel wordt met het oog op een goede ruimtelijke ordening en aanvaardbaar woon- en leeflimaat geborgd dat uitvoering wordt gegeven aan maatregelen en deze in stand worden gehouden. In onderhavig geval is een voorwaardelijke verplichting opgenomen dat betrekking heeft op de bergingscapaciteit van hemelwater binnen het plangebied. Ook is een voorwaardelijke verplichting opgenomen om te borgen dat de maatregelen uit de verleende ontheffing Wet natuurbescherming worden uitgevoerd. Tot slot is een voorwaardelijke verplichting opgenomen om in het kader van een goede ruimtelijke ordening en aanvaardbaar woon- en leefklimaat een gewenste binnenwaarde geluid in de te realiseren woningen te borgen. Zie ook paragraaf 4.2.
Deze standaardbepaling heeft als doel te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie is mogelijk gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw ten tweede male zou kunnen worden gebruik gemaakt.
In de algemene bouwregels is onder andere omschreven wanneer er geen verbod geldt voor het overschrijden van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen voor bepaalde bouwdelen. Ook is omschreven wanneer het bevoegd gezag kan afwijken van bouw- en/of bestemmingsgrenzen.
De 'bestaande matenregeling' is bedoeld voor legale bouwwerken die afwijken van de vastgestelde situering, goot- en/of bouwhoogte, afstand, oppervlakte en/of inhoud van de bouwregels in dit bestemmingsplan. De bestaande afwijking is daarmee toegestaan.
In het artikel 'Ondergronds bouwen' is aangegeven dat de opgenomen bouwregels zijn bedoeld voor uitsluitend bouwwerken boven de grond. Omdat voor het realiseren van de (gedeeltelijk) verdiepte parkeergarage wel sprake is van ondergronds bouwen, is het artikel dat ziet op de bouwregels voor de parkeergarage uitgezonderd van het artikel 'Ondergronds bouwen'.
De algemene gebruiksregel luidt dat het verboden is om gronden en opstallen te gebruiken in strijd met de bestemming. Hierbij zijn een aantal gebruiksvormen specifiek benoemd. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemming of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten.
In de algemene gebruiksregels is ook benadrukt welk gebruik sowieso is toegestaan. Namelijk het opwekken van duurzame energie met behulp van zonnepanelen of andere - op grond van de bestemmingsregels geoorloofde - voorzieningen op het dak.
In de algemene aanduidingsregels kunnen zo nodig de regels met betrekking tot één
of meer gebiedsaanduidingen een plaats krijgen. De volgende algemene aanduidingsregels
komen in dit bestemmingsplan voor:
Overige zone - nieuwe risicobronnen uitgesloten
In deze zone is het verboden om nieuwe risicobronnen te vestigen of bestaande risicobronnen
uit te bereiden.
De algemene afwijkingsregel voorziet in de mogelijkheid om op ondergeschikte onderdelen af te wijken van de regels van het bestemmingsplan. Bijvoorbeeld voor kleine bouwwerken voor nutsvoorzieningen. De in het plan opgenomen algemene wijzigingsbevoegdheden laat meer ingrijpende afwijkingen toe en wordt daarom gekoppeld aan een zwaardere procedure dan die voor het verlenen van een afwijking van de bouw- en gebruiksregels.
Voor het opwekken van kleinschalige duurzame energie. Hierbij moet gedacht worden aan zonnepanelen, mini windturbines en kleine windturbines.
Voor zonnepanelen voor eigen gebruik gelden een aantal voorwaarden, bijvoorbeeld dat de zonnepanelen op eigen grond geplaatst moeten worden, daarnaast ook dat deze grond in gebruik moet zijn als erf. De oppervlakte maat van 100 vierkante meter is extra t.o.v. de standaard oppervlakte van 20 vierkante meter (bouwwerken, geen gebouwen zijnde).
Mini windturbines (ook wel windwokkels genoemd) zijn met een afwijking toegestaan op het dak, waarbij voorwaarden gelden, onder andere dat de as-hoogte maximaal 5 meter boven het hoogste punt van het gebouw of bouwwerk waar de mast op staat uit komt.
Kleine windturbines (ook wel windmolentjes genoemd) staan op de grond en zijn met een afwijking toegestaan in de gebiedstype buitengebied en bedrijventerreinen, zie Bijlage 5 Gebiedstypen. In een woonwijk (gebiedstype woongebieden) is het niet toegestaan om een kleine windturbine op te richten. Om de afwijking vergund te krijgen moet verder aan een aantal andere voorwaarden worden voldaan, bijvoorbeeld dat de maximale as-hoogte 30 meter is van de turbine.
In het bestemmingsplan kunnen voorwaardelijke verplichtingen zijn opgenomen (om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplante waarborgen). Tegelijkertijd kunnen er na vaststelling van het bestemmingsplan redenen zijn waardoor de uitvoering van de voorwaardelijke verplichting niet kan plaatsvinden zoals bij het vaststelling van het bestemmingsplan was beoogd. Of dat door voorschrijdend inzicht een gewijzigde uitvoering noodzakelijk is. Daarom is in het bestemmingsplan de mogelijkheid geboden aan het bevoegd gezag om bij een omgevingsvergunning en onder voorwaarden af te kunnen wijken van een in het bestemmingsplan opgenomen voorwaardelijke verplichting als daarvoor de noodzaak bestaat.
In de loop van de tijd kan het gebruik van gronden of bouwwerken gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld wanneer deze afwijkingen acceptabel zijn.
De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.
De ontwikkeling die met voorliggend bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, wordt uitgevoerd door de initiatiefnemer. Zij neemt dan ook alle bijbehorende uitvoeringskosten voor haar rekening. Middels de gemeentelijke legesverordening zullen de kosten voor het opstellen van voorliggend bestemmingsplan en de bijbehorende ruimtelijk-juridische procedure ook worden doorberekend. Met de gemeente Doetinchem is een anterieure overeenkomst gesloten als bedoeld in artikel 6.4a Wet ruimtelijke ordening. Hierdoor zijn de kosten via de overeenkomst anderszins verzekerd waardoor een exploitatieplan niet nodig is. Planschade maakt onderdeel uit van de gesloten anterieure overeenkomst. Daarmee blijft eventueel uit het initiatief voortvloeiende planschade voor rekening van initiatiefnemers. Ook kosten die in de openbare ruimte moeten worden gemaakt, als gevolg van deze ontwikkelingen komen voor rekening van de initiatiefnemer. Voorts zijn er geen twijfels over de economische uitvoerbaarheid van het plan.
Dit bestemmingsplan doorloopt de procedure als bedoeld in afdeling 3.2 van de Wet ruimtelijke ordening. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. Het plan is op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening overlegd met een aantal instanties. Het resultaat van het vooroverleg is opgenomen in paragraaf 7.2. In paragraaf 7.3 wordt ingegaan op de maatschappelijke uitvoerbaarheid.
De resultaten van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan worden niet toegevoegd aan dit hoofdstuk. Deze maken onderdeel uit van het raadsvoorstel en -besluit omtrent de vaststelling.
Het plan is op basis van artikel 3.1.1. Bro overlegd met de volgende instanties:
Op basis van richtlijnen van de rijksoverheid is vooroverleg met deze instantie niet nodig. Er is geen rijksbelang dat hiertoe aanleiding geeft.
Provincie Gelderland
De provincie Gelderland heeft per brief van 26 juli 2022 (2022-009675) laten weten
dat de provinciale belangen klimaatadaptatie en woningbouw goed zijn meegewogen in
het plan. Omdat het vooroverleg is gevoerd op basis van een nog niet-definitieve stedenbouwkundige/architectonische
uitwerking is per mail op 2 november 2022 de definitieve verschijningvorm van het
project gedeeld. Met daarbij de duiding dat de definitieve verschijningsvorm geen
invloed heeft op de provinciale belangen. Per mail heeft de provincie Gelderland deze
duiding geaccordeerd. Daarmee zijn ook bij de definitieve verschijningsvorm van het
project de provinciale belangen goed meegewogen.
Waterschap Rijn en IJssel
Het waterschap Rijn en IJssel heeft op 31 mei 2021 per mail laten weten dat zij voor
de herontwikkeling van de locatie kunnen instemmen met een waterberging van 20 mm.
Op 30 juni 2022 heeft het waterschap deze reactie (her)bevestigd. Als uitgangspunt
voor de herontwikkeling (sloop en herbouw in een dicht stedelijke ontwikkeling zonder
toename verharding) wordt namelijk aangehouden dat er 20 mm waterberging wordt gerealiseerd.
Dit wordt gerealiseerd op het dak van de (gedeeltelijk) verdiepte parkeerkelder en
vormt een binnentuin.
Op basis van het vooroverleg hebben geen inhoudelijke aanpassingen aan het plan plaatsgevonden.
Voor de maatschappelijke uitvoerbaarheid wordt verwezen naar paragraaf 6.2 van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1). Aanvullend daarop het volgende. N.a.v. overleg in 2022 tussen initiatiefnemer en buren aan de noordzijde van de nieuwbouw (Dr. Huber Noodstraat 24 t/m 38) is tussen de nieuwbouw en de buren op het terrein van de ontwikkelaar een pad toegevoegd om o.a. de achtertuinen en technische installaties van de bestaande woningen bereikbaar te houden. Op verzoek van de buren worden de nestkasten die oorspronkelijk gepland waren aan de noordgevel daar niet gemaakt. Afgesproken is dat de gevel in kwestie wordt voorzien van spandraden met “klimhulp” t.b.v. een nader te bepalen type klimplanten. De nestkasten krijgen een plek elders in de gevel van het gebouw. N.a.v. overleg in 2023 met een bewoner van de bestaande woningen aan de noordzijde van de nieuwbouw is het plan aangepast. De meest noordelijke woning op de 1e verdieping is komen te vervallen. Deze woning wordt teruggebracht door een woning toe te voegen op de 4e verdieping. De verbeelding/plankaart is hier op aangepast. Zie ook paragraaf 2.2.