|
het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
een dienstverlenend beroep, waaronder een vrij beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
Een onderzoek gericht op het opsporen, waarderen en/of behouden van archeologische resten, al dan niet ex-situ, conform de cyclus van de Archeologische Monumentenzorg. Het onderzoek moet worden verricht door een dienst, bedrijf of instelling, gecertificeerd conform artikel 5.1 van de Erfgoedwet en werkend volgens de geldende kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
een gebied met een daaraan toegekende hoge, middelmatige of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een percentage, dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, alleen bedoeld voor (het huishouden van) een persoon en zijn gezin, van wie de huisvesting daar in verband met de bestemming noodzakelijk is;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal;
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatige handelingen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van één of meer van de volgende functies en aspecten: natuur, houtproductie, landschap, milieu, waaronder begrepen waterhuishouding, en recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
recreatie in de vorm van:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ter verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder perifere detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;
het bedrijfsmatig verlenen van op publiek gerichte diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen (dus geen kantoor);
al dan niet bebouwd perceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en het plan deze inrichting niet verbiedt;
huisvesting in verband met mantelzorg wordt in dit plan aangemerkt als functioneel verbonden met het hoofdgebouw, een en ander zoals bedoeld in artikel 1, lid 2 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor);
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebied met een samenhangend netwerk van binnen de provincie Gelderland bestaande en te ontwikkelen natuur van internationaal, nationaal en provinciaal belang dat strekt tot de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
persoon of groep personen die een huishouden voert waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, die binnen een woning gebruik maakt van dezelfde voorzieningen;
object zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
een afdak met een diepte van meer dan 0,75 m, bevestigd aan de gevel van een gebouw zonder directe verbinding met de grond;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
een lijn van een bouwvlak, gekeerd naar de weg, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
een bouwwerk of een gedeelte van een bouwwerk, dat zich geheel onder het niveau van het maaiveld bevindt en daarmee niet gelijk ligt of erboven uit steekt;
het bestemmingsplan 'Koningsweg 5 - 2023' met identificatienummer NL.IMRO.0222.BgB012-0001 van de gemeente Doetinchem;
een bedrijfswoning behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, zoals bedoeld in artikel 1.1a lid 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, welke door een persoon en diens huishouden, die geen binding heeft met de desbetreffende landbouwinrichting, wordt of mag worden bewoond;
een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief verblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders heeft/hebben;
de aard, de omvang, de intensiteit, maar ook de ruimtelijke uitstraling van het gebruik en/of de functie van gronden en/of bouwwerken;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;
onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:
al dan niet in combinatie met elkaar of in combinatie met een sekswinkel, met uitzondering van thuisprostitutie;
een als een gebouw aan te merken caravan, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief woonverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben;
een vorm van prostitutie, waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostituee en waarbij ook alleen door deze prostituee op dit adres wordt gewerkt als prostituee;
een demontabel en/of relatief eenvoudig verwijderbaar gebouw voor huisvesting voor mantelzorg onder welke benaming ook aangeduid, doch in het spraakgebruik als woonunit wordt aangemerkt, bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon-, dag- en/of nachtverblijf;
vormen van vrijetijdsbesteding waarbij ook in overnachtingsmogelijkheden is voorzien;
een professionele dienstverlening, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij gebruik wordt gemaakt van verworvenheden verkregen door een academische of een hogere beroepsopleiding (zie bijlage 1 Lijst van vrije beroepsbeoefenaars);
een bijbehorend bouwwerk, dat vrij van het hoofdgebouw gebouwd is en in functioneel opzicht geen deel uitmaakt van het hoofdgebouw;
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin gelegen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand tussen enig punt van een bouwwerk en een perceelsgrens, de overdekte gebouwgebonden buitenruimten (dakoverstekken) tot 0,75 m niet meegerekend;
de som van de oppervlakten van alle op een perceel of een ander terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 1 m boven peil neerwaarts geprojecteerd en buitenwerks gemeten;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
bij een 'half-ronde' of anderszins gebogen kapvorm, wordt de dakhelling berekend als
de hoek tussen de lijn die de goothoogte en het hoogste punt van het bouwwerk verbindt
ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; de inhoud van een eventueel ondergronds bouwwerk niet meegerekend;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord,
of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte
bouwonderdelen;
bij afgeknotte schilddaken is de onderste goothoogte maatgevend, onder de voorwaarde
dat de dakhelling van alle dakvlakken maximaal 60º is;
tussen de rand van het dakvlak, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de som van de horizontale vloeroppervlakten van de voor bewoning bestemde vertrekken van een woning, waaronder mede moeten worden verstaan keukens, slaapvertrekken, gangen, toiletten, bad- en doucheruimten en zolders welke gebruikt worden als berging, maar ook inpandige of aangebouwde bergingen die op grond van het plan verbouwd mogen worden tot woonruimte, binnenwerks gemeten.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, niet zijnde parkeervoorzieningen.
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Natuur' worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2, op gronden met de bestemming 'Natuur' nadere eisen stellen met betrekking tot:
onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 sub b voor de bouwhoogte van verlichting tot 4 m, onder voorwaarden dat:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op de gronden met de bestemming 'Natuur' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:
Geen omgevingsvergunning is vereist als:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Recreatie' worden gebouwd.
Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.1, op gronden met de bestemming 'Recreatie' nadere eisen stellen met betrekking tot:
onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
Deze afwijking van de bouwregels is alleen van toepassing op bedrijfswoningen in de bestemming 'Recreatie'.
Een bedrijfswoning, inclusief eventueel aanwezige (bij de bedrijfswoning behorende), bijbehorende bouwwerken, mag ook worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf of beroep, onder de voorwaarden dat:
In geval van bouw, uitbreiding of vervangende nieuwbouw en/of wijziging van gebruik moet worden voldaan aan de parkeernormen in de Nota Parkeernormen Auto en Fiets Gemeente Doetinchem, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 8 juni 2017 (bijlage 3 Nota parkeernormen auto en fiets gemeente Doetinchem), met dien verstande dat wanneer deze nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging.
Het gebruiken en/of doen laten gebruiken van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Recreatie' is slechts toegestaan als binnen 1 jaar na in gebruik name van de gronden overeenkomstig met de bestemming 'Recreatie' de landschappelijke inpassing is gerealiseerd en vervolgens in stand wordt gehouden overeenkomstig het 'Inrichtings-, beeldkwaliteits en beplantingsplan 'Vakantiepark Koningsbos', 24-10-2023 (bijlage 7).
Het gerbuiken en/of doen laten gebruiken van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Recreatie' is slechts toegestaan als binnen 1 jaar na ingebruikname van de gronden overeenkomstig met de bestemming 'Recreatie' de waterberging/infiltratie voor hemelwater is gerealiseerd en in stand wordt gehouden uitgaande van tenminste 55 mm per m2 verhard oppervlak binnen het plangebied e.e.a. zoals opgenomen in bijlage 8.
Naast de hieronder opgenomen afwijkingsmogelijkheid, zijn ook de afwijkingsmogelijkheden genoemd in artikel 11.2 van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning in afwijking van het bepaalde in artikel 4.1 onder e zelfstandige horeca-activiteiten als nevenactiviteit bij de bestemming toestaan, onder de voorwaarden dat:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor:
en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen met dien verstande dat in geval van strijdigheid van de regels van de bestemming 'Leiding - Gas' met een andere op deze gronden rustende bestemming, de regels van de bestemming 'Leiding - Gas' vóór de regels van de andere bestemming gaan.
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Leiding - Gas' worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 en voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), onder voorwaarden dat:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:
Geen omgevingsvergunning is vereist als:
Bevoegd gezag kan, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, als is aangetoond dat:
Het verzoek moet vergezeld gaan van een schriftelijk advies van de leidingbeheerder, waaruit blijkt dat deze instemt met het verwijderen van de dubbelbestemming.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in lid 6.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologisch deskundige.
Het bepaalde onder lid 6.2.1 sub a geldt niet als:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 6.2, nadere eisen stellen ten aanzien van:
als uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond ('in situ') te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder lid 6.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de onder lid 6.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan aan een omgevingsvergunning voorschriften verbinden, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 wint het advies in bij een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen is niet van toepassing met betrekking tot:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 voor het overschrijden van bouw- en/of bestemmingsgrenzen met ten hoogste 2 m, als het betreft:
Voor een legaal bouwwerk dat op grond van de geldende bestemming is toegestaan, maar waarvan de bestaande situering, goot- en/of bouwhoogte, afstand, oppervlakte en/of inhoud afwijken van de bouwregels in dit plan:
* stroomweg als genoemd in het Categoriseringsplan gemeente Doetinchem uit juni 2009.
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met het plan.
Het is ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - nieuwe risicobronnen uitgesloten' verboden om;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1.1 en de vestiging van een nieuwe risicobron toestaan, onder voorwaarden dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gelders natuurnetwerk' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemmingen, bestemd voor bescherming, behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, de gebiedsaanduiding verwijderen indien wordt voldaan aan een van de volgende voorwaarden:
Het verzoek moet vergezeld gaan van een schriftelijk advies van een ter zake deskundige, waaruit blijkt dat deze het verwijderen van de aanduiding onderschrijft.
Het bevoegd gezag kan, in uitzonderlijke gevallen, gemotiveerd bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de specifieke gebruiksregels van de betreffende bestemming over aan huis gebonden bedrijven en/of beroepen in combinatie met 4.5.1 sub e voor het toelaten van bedrijven of beroepen aan huis, die naar aard, omvang en hinder gelijk te stellen zijn met de in bijlage 2 Lijst van aan huis gebonden beroepen en bedrijven opgenomen Lijst van aan huis gebonden beroepen en bedrijven.
Deze afwijking van de specifieke gebruiksregels is alleen van toepassing bij bedrijfswoningen inclusief eventueel aanwezige bijbehorende bouwwerken in de bestemming 'Recreatie'.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de gebruiksregels van de betreffende bestemming voor het toestaan van het opwekken van duurzame energie met behulp van zonnepanelen, onder voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, op grond van artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen voor:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Indien toepassing van het in lid 14.4 opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, kan bevoegd gezag met het oog op beëindiging op termijn van die met het plan strijdige situatie, voor die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Het voornemen is om een vakantiepark met 50 recreatiewoningen en een bedrijfswoning te realiseren op de percelen van Koningsweg 5 te Wehl. Op basis van het geldende bestemmingsplan is er reeds een vakantiepark toegestaan. Echter, in het geldende bestemmingsplan is opgenomen dat er alleen stacaravans zijn toegestaan. Het voornemen is om 50 recreatiewoningen en een bedrijfswoning te realiseren in plaats van stacaravans. Het beoogde oppervlak van de bebouwing is vergelijkbaar met de geldende planologische bebouwingsmogelijkheden. Omdat recreatiewoningen niet zijn toegestaan is er een bestemmingsplanprocedure noodzakelijk om het initiatief mogelijk te kunnen maken. Daarom is het voorliggende bestemmingsplan 'Koningsweg 5 - 2023' opgesteld. Vooruitlopend op voorliggend bestemmingsplan is een ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Vakantiepark Koningsbos) opgesteld welke als bijlage bij deze toelichting is opgenomen.
Het plangebied is gelegen ten zuiden van het dorp Wehl in het buitengebied en ten oosten van de Koningsweg. Aan noord- en zuidzijde van het plangebied liggen woningen en aan de oostzijde grenst het plangebied aan een bos en aan agrarische gronden. Op korte afstand, ten zuiden van het plangebied, ligt de A18 (een rijksweg). Het plangebied bestaat uit de volgende kadastrale percelen: gemeente Wehl, sectie K nummers 65, 597 en 600. De percelen hebben een totale oppervlakte van 26.935 m2. Zie volgende afbeelding met het plangebied rood omlijnd.
Afbeelding 1: Ligging plangebied (bron: www.google.nl/maps)
Voor het plangebied, Koningsweg 5 te Wehl, is het bestemmingsplan 'Buitengebied 2002 Wehl' het geldende bestemmingsplan. De gronden zijn volgens dit bestemmingsplan bestemd voor recreatieve voorzieningen nader aangeduid met R4. Dit staat voor ‘terrein voor stacaravans’. Het ‘uitloopgebied’ in het zuidelijk deel van het plangebied is bestemd voor bij het terrein voor stacaravans behorende voorzieningen, zoals groen- en speelvoorzieningen. Het uitloopgebied is te herkennen aan het raster in de verbeelding. Zie volgende uitsnede van de verbeelding van dit bestemmingsplan.
Afbeelding 2: Uitsnede verbeelding geldend bestemmingsplan (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)
Binnen het plangebied zijn ten behoeve van deze recreatieve bestemming 64 stacaravans, een bedrijfswoning en andere bedrijfsbebouwing (waaronder een kantine) toegestaan. In onderstaande uitsnede van een in de regels opgenomen tabel is het volgende opgenomen over de oppervlakten van de toegelaten gebouwen en functies.
Afbeelding 3: Uitsnede voorschriften van het geldende bestemmingsplan (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)
Er gelden daarnaast, aanvullend op het geldende bestemmingsplan, ook enkele paraplubestemmingsplannen: 'Buitengebied Doetinchem', 'Parkeren - 2018', 'Externe Veiligheid - 2020' en 'Archeologie - 2020'.
Het Stille Wald stond rond 2011 bekend als een 'probleemcamping'. Om uiteenlopende redenen woonden er veel gasten permanent in de stacaravans. Onder de gasten bevonden zich arbeidsmigranten, maar ook mensen die uit hun huis waren gezet en criminelen. Uiteindelijk is er ingegrepen en is de camping ontruimd.
Van de voormalige camping waar ooit 64 stacaravans stonden, een kantine en een zwembad, is niets meer over. Een receptie en nog wat barakken stonden er, overwoekerd door groen.
Na overname van de gronden door de huidige initiatiefnemer wordt er op het terrein inmiddels een aantal (outdoor)activiteiten ondernomen zoals paintball en electrisch crossen, die passen binnen de regels van het geldende bestemmingsplan of waarvoor een omgevingsvergunning is verleend waaronder:
Onderstaande afbeeldingen geven een impressie van de huidige activiteiten.
Afbeelding 4: Huidige activiteiten (bron: www.teamgamez.nl)
De huidige activiteiten moeten worden gestaakt als er een onherroepelijke omgevingsvergunning is voor het park. Dit is in een anterieure overeenkomst vastgelegd.
De initiatiefnemer en tevens grondeigenaar is voornemens een vakantiepark te realiseren met maximaal 50 recreatiewoningen. Dit initiatief sluit aan bij de geldende planologische mogelijkheden. Een vakantiepark is reeds toegestaan en ook de beoogde oppervlakte bebouwing is reeds toegestaan op basis van het geldende bestemmingsplan. Omdat er in het geldende bestemmingsplan alleen stacaravans zijn toegestaan en de initiatiefnemer recreatiewoningen wil realiseren is er een herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. De gemeente is bereid medewerking te verlenen, mits er sprake is van een zorgvuldig landschappelijk ingepast vakantiepark.
Het perceel wordt zorgvuldig landschappelijk ingepast conform het opgestelde landschappelijke inpassingsplan ( ). In het bestemmingsplan zullen de gronden binnen het Gelders Natuurnetwerk (GNN) worden bestemd voor natuur en als zodanig worden ingericht ter versterking en verbetering van de kernkwaliteiten.
Afbeelding 5: Inrichtingsplan (bron: Oostzee Ontwerp en Omgeving)
Voor een uitgebreide toelichting van de toekomstige situatie wordt verwezen naar paragraaf 2.2 van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Vakantiepark Koningsbos) en het bijbehorende Inrichtings-, beeldkwaliteits- en beplantingsplan (bijlage 2 ).
De voorgenomen ontwikkeling is getoetst aan de relevante beleidstukken op rijks-, provinciaal-, regionaal-, en gemeentelijk niveau, zie hoofdstuk 3 van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Vakantiepark Koningsbos). In aanvulling daarop wordt ook verwezen naar onderstaande tekst.
Aanvulling 'Vrijetijdsagenda Achterhoek 2020-2030'
Met de Vrijetijdsagenda Achterhoek 2020-2030 gezamenlijk de ambitie om de vrijetijdssector in de Achterhoek verder te ontwikkelen. Daarmee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de Achterhoekse economie en maatschappelijke opgaven, zoals instandhouding van voorzieningen, werkgelegenheid creëren en het binden van jongeren aan de Achterhoek. De Vrijetijdsagenda richt zich op het versterken van het toerisme in de regio door te streven naar betere kwaliteit en meer overnachtingen.
Toetsing
Dit initiatief richt zich op doelgroepen waar nog ruimte is in de Achterhoek, namelijk de zogenaamde ‘Stijlzoekers’ en de ‘Avontuurzoekers’.
Stijlzoekers zijn intelligent, zelfverzekerd en doelgericht. Ze hebben een sterk karakter, en omschrijven zichzelf ook wel als zakelijk, ondernemend en leidinggevend. Stijlzoekers zijn graag onder gelijkgestemden, die waarden als ambitie, uitdaging en daadkracht met hen delen. En die waarderen dat de Stijlzoekers zeggen waar het op staat, ook als anderen het daar misschien niet mee eens zijn. Stijlzoekers gaan ervoor in het leven: zowel in hun werk, als in hun vrije tijd worden ze graag geprikkeld, en zoeken ze de uitdaging op. Het aandeel is in de Achterhoek bij bungalowparken beperkt: 6%.
Avontuurzoekers: Deze recreanten zijn creatief, avontuurlijk, eigenwijs en geïnteresseerd in anderen. Ook omschrijven ze zichzelf als intelligent en ondernemend. Ze vinden het lekker om hun eigen gang te gaan, en vinden het dan ook niet erg om alleen te zijn. Als ze met anderen optrekken, dan zijn dat het liefst creatieve en vernieuwende denkers, of mensen die weten wat ze willen. Ze hechten veel waarde aan vrijheid, uniek zijn en genieten van het leven. Het aandeel in de bungalowmarkt is maar 11%.
Kopers en huurders die gezondheid, rust, vitaliteit, ontspanning belangrijk vinden kunnen op dit vakantiepark terecht. Bij profilering in de markt zal hierop worden gelet.
CVVE en Toekomstbestendigheid
Er zal een Coöperatieve Vereniging voor Verhuur en Exploitatie (CVVE) worden opgericht, die volledig bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd. De verplichting tot verhuur voor lange tijd wordt vastgelegd in aktes. Het beheer en de verhuur van het park zullen worden uitgevoerd door een professionele partij, en het onderhoud zal collectief en centraal worden geregeld. Dit garandeert dat het park toekomstbestendig is en aansluit bij de ambitie van Achterhoek.
Kenmerken van het Park
Het vakantiepark zal gekenmerkt worden door de volgende eigenschappen:
Conclusie
Voorliggend initiatief sluit aan bij de Vrijetijdsagenda Achterhoek 2020-2030.
In de ruimtelijke onderbouwing is de haalbaarheid van de beoogde ontwikkeling van het plangebied onderbouwd. Verwezen wordt naar hoofdstuk 4 Haalbaarheid van de ruimtelijke onderbouwing (bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Vakantiepark Koningsbos). In dit hoofdstuk zijn ook de uitkomsten en conclusies terug te vinden van de diverse onderzoeken die zijn uitgevoerd (ROB bijlage 4 - Verkennend bodemonderzoek, ROB bijlage 5 - Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai, ROB bijlage 6 - Rapportage externe veiligheid, ROB bijlage 7 - Akoestisch onderzoek industrielawaai, ROB bijlage 8 - Quickscan flora en fauna, en ROB bijlage 10 - Archeologisch onderzoek).
De stikstofdepositie voor de gebruiksfase is berekend op basis van de geactualiseerde AERIUS Calculator met rekenjaar 2023. Ook is op basis van deze calculator een berekening gemaakt voor de aanlegfase. Hier zat eerst een vrijstelling op, maar door de uitspraak van de Raad van State op 2 november 2022 is deze vrijstelling vervallen. Beide berekeningen, 'Aeriusberekening gebruiksfase' en 'Aeriusberekening aanlegfase', zijn toegevoegd als respectievelijk bijlage 9a en bijlage 9b bij de ruimtelijke onderbouwing. Met de geactualiseerde AERIUS Calculator is dus voor de aanlegfase en gebruiksfase de depositie van stikstofdioxiden berekend op Natura2000-gebieden. In de aanleg- en gebruiksfase zijn geen rekenresultaten berekend die hoger zijn dan 0,00 mol per hectare per jaar.
Mede op basis van de onderzoeken is te concluderen dat de beoogde ontwikkeling geen problemen oplevert ten aanzien van de onderzochte milieukundige en ruimtelijke aandachtspunten (archeologie en cultuurhistorie, bodem, geluid, luchtkwaliteit, verkeer en parkeren, externe veiligheid, milieuzonering, flora en fauna en water).
In aanvulling op de onderbouwing van de haalbaarheid in de ruimtelijke onderbouwing wordt ook verwezen naar onderstaande tekst.
Aanvulling 'Waterhuishoudkundig plan'
Voor de ontwikkeling van een nieuw vakantiepark met 50 recreatiewoningen en een bedrijfswoning aan de Koningsweg 5 te Wehl wordt in het waterhuishoudkundig plan (bijlage 12) de benodigde waterberging en de afvoermogelijkheden van het hemelwater beschreven. Op basis van de toename van verhard oppervlak is de benodigde berging vastgesteld.
Met dit bestemmingsplan wordt de realisatie van 50 recreatiewoningen mogelijk gemaakt. Ook wordt een gedeelte van het plangebied bestemd voor natuur. Duidelijk is voor welke doeleinden de grond en de gebouwen mogen worden gebruikt en wat er in (nieuwe) bebouwing wordt toegestaan. Dit biedt rechtszekerheid aan de burger. Het plan is daarom opgezet als gedetailleerd bestemmingsplan.
De regels bestaan uit de volgende onderdelen:
De inleidende regels omvatten de in de planregels gebruikte begripsomschrijvingen (artikel 1) en de wijze van meten (artikel 2). Hiermee is planspecifiek vastgelegd wat bedoeld wordt en hoe gemeten moet worden. Als een begrip niet omschreven is, dan geldt de algemeen gangbare uitleg van het begrip.
In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elke bestemmingsregel is, in overeenstemming met de RO-Standaarden 2012 waaronder de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (2012), in beginsel opgebouwd uit:
De bestemming Natuur is toegekend aan de gebieden die onderdeel uitmaken van het Gelders Natuurnetwerk. Binnen de bestemming Natuur mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen en voorzieningen voor extensieve dagrecreatie. Met een afwijking is het mogelijk, onder voorwaarden, verlichting te plaatsen. Het verharden van wegen en paden is niet direct toegestaan. Dit is, tezamen met andere werken en werkzaamheden met een omgevingsvergunning voor werken/werkzaamheden vastgelegd. De gronden mogen worden gebruikt als wandel- en fietsgebied.
De gronden die bedoeld zijn voor recreatie zijn bestemd met de bestemming 'Recreatie'. Het betreft hier extensieve dagrecreatieve, maar ook verblijfsrecreatie in de vorm van recreatiewoningen.
Er zijn maximaal 50 recreatiewoningen toegestaan. Bij een recreatiewoning mag de oppervlakte van de gebouwen niet meer bedragen dan 75m2, de inhoud niet meer dan 300m3, de goothoogte 6,5m en de bouwhoogte 7,5m.Ook zijn er regels gesteld voor het het totaaloppervlak aan bebouwing, inclusief bijbehorende bouwwerken, ten behoeve van recreatiewoningen. Dit mag maximaal 3200 m2 bedragen.
Binnen de bestemming 'Recreatie' is één bedrijfswoning toegestaan. In principe moet de bebouwing binnen het bouwvlak gerealiseerd worden. Er is een beperkte uitbreidingsmogelijkheid van bebouwing opgenomen. Met deze bepaling wordt zoveel mogelijk voorkomen dat een rommelig en onoverzichtelijk aanzicht ontstaat op het terrein. Het houden van dieren is toegestaan zolang het ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit en onder de voorwaarde dat de hobbymatige aantallen niet worden overschreden.
In de specifieke gebruiksregels is een voorwaardelijke verplichting opgenomen om te verzekeren dat het perceel binnen 1 jaar na het in gebruik nemen van de gronden overeenkomstig de bestemming 'Recreatie', de landschappelijke inrichting is gerealiseerd en vervolgens in stand wordt gehouden overeenkomstig het inrichtings- beeldkwaliteits- en beplantingsplan.
Binnen de dubbelbestemming Leiding - Gas wordt de ondergrondse infrastructuur vormgegeven.
In de regels bij deze dubbelbestemming is een voorrangsregeling opgenomen met het oog op de bescherming van de belangen en de aanwezige waarden. De gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de onderliggende bestemming worden hierdoor beperkt.
In de zones mogen geen bouwwerken en werken worden uitgevoerd. Met een omgevingsvergunning kan van het bouwverbod worden afgeweken.
De bestemming 'Waarde - Archeologische verwachting' is opgenomen in overeenstemming met het gemeentelijke archeologiebeleid en met name de herziene archeologische beleidskaart. Daarop zijn de archeologische waardevolle gebieden en archeologische verwachtingszones aangegeven. Afhankelijk van de (verwachtings)waarde in een (deel)gebied is het beschermingsregime meer of minder streng. De bescherming van de archeologische waarden is in dit bestemmingsplan vertaald in de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting 5' (artikel 6).
Uitgaan van waarde die past bij onderliggende verwachtingszone
Met de waarde die past bij de onderliggende verwachtingszone wordt bedoeld dat de verwachtingszone bepaalt wanneer er een archeologische onderzoekverplichting geldt. In dit geval is er sprake van een middelmatige verwachtingszone. Hier moet onderzoek worden uitgevoerd bij bodemverstoring dieper dan 30 cm beneden maaiveld en een plangebied groter dan 1000 m2.
Deze standaardbepaling heeft als doel te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolgde van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw ten tweede male gebruik zou kunnen worden gemaakt.
In de algemene bouwregels is onder andere omschreven wanneer er geen verbod geldt voor het overschrijden van de bouw- en of bestemmingsgrenzen voor bepaalde bouwdelen. Ook is omschreven wanneer het bevoegd gezag kan afwijken van bouw- en/of bestemmingsgrenzen.
De regeling voor bestaande maten is bedoeld voor legale bouwwerken die afwijken van de vastgestelde situering, goot- en/of bouwhoogte, afstand, oppervlakte en/of inhoud van de bouwregels in dit plan. De bestaande afwijking is daarmee toegestaan.
De opgenomen bouwregels zijn bedoeld voor bouwwerken boven de grond.
De algemene gebruiksregel luidt dat het verboden is om gronden en opstallen te gebruiken in strijd met de bestemming. Hierbij zijn een aantal gebruiksvormen specifiek benoemd, zoals onder andere het niet in stand houden van de landschappelijke inpassing. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemming of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten.
In de algemene gebruiksregels is ook benadrukt welk gebruik sowieso is toegestaan. Namelijk het opwekken van duurzame energie met behulp van zonnepanelen of andere - op grond van de bestemmingsregels geoorloofde - voorzieningen op het dak.
In de algemene aanduidingsregels kunnen zo nodig de regels met betrekking tot één of meer gebiedsaanduidingen een plaats krijgen. De volgende algemene aanduidingsregels komen in dit bestemmingsplan voor:
In de loop van de tijd kan het gebruik van gronden of bouwwerken gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld in hoeverre deze afwijkingen mogen blijven bestaan.
De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.
Bij de voorbereiding van een planologische wijziging dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van 'afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
In het plan wordt voldaan aan bovenstaande voorwaarden. De ontwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de initiatiefnemer. Hiertoe heeft de gemeente voorafgaand aan de planologische procedure met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst gesloten, waarin het kostenverhaal in voldoende mate gewaarborgd is. De kosten voor het volgen van de procedure zullen via de gemeentelijke legesverordening aan initiatiefnemer worden doorberekend.
Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het plan economisch uitvoerbaar is.
Dit bestemmingsplan doorloopt de procedure als bedoeld in afdeling 3.2 van de Wet ruimtelijke ordening. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
Op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening heeft overleg plaatsgevonden met een aantal instanties. In paragraaf 7.2 wordt het resultaat van dit vooroverleg behandeld.
De resultaten van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan worden niet toegevoegd aan dit hoofdstuk. Deze maken onderdeel uit van het raadsvoorstel en - besluit omtrent de vaststelling, niet van het bestemmingsplan zelf.
Het plan is op basis van artikel 3.1.1. Bro overlegd met de volgende instanties:
De provincie Gelderland heeft per brief op 21 augustus 2023 laten weten dat het provinciaal belang Klimaatadaptatie goed is meegewogen in het plan. De belangen Natuur en Toerisme & Recreatie vroegen op enkele punten nog aandacht. Deze reactie is aanleiding geweest om het plan te wijzigen. Zo is het Inrichtingsplan, waarvan de uitvoering en instandhouding planologisch in de planregels is geborgd, aangepast zodat er een duidelijke grens te leggen is tussen het recreatiegebied en het natuurgebied waar de versterking en verbetering van de kernkwaliteiten voorop staat. Ook is in de toelichting bij het plan aandacht besteed aan de Vrijetijdsagenda Achterhoek 2020-2030 en hoe de voorliggende ontwikkeling aanhaakt op deze agenda.
Het Waterschap Rijn en IJssel heeft op 16 augustus 2023 gereageerd op het bestemmingsplan. Naar aanleiding van deze reactie is er een waterhuishoudkundig plan opgesteld. Hierin worden de benodigde waterberging en de afvoermogelijkheden van het hemelwater beschreven. Deze is als bijlage bij het plan gevoegd. Ook is de hemelwaterberging planologisch geborgd middels een voorwaardelijke verplichting.
Op 26 september 2023 heeft er contact plaatsgevonden met de Gasunie. Hierin gaf Gasunie aan dat haar belangen voldoende zijn meegewogen in het plan.