De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a water en waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterlopen en waterpartijen;
b waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bruggen, dammen en duikers;
c groenvoorzieningen.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
a De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2,5 m.