6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

 
6.3.1 Vergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 6.3.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.

6.3.2 Uitzonderingen vergunningenplicht

Het onder 6.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  1. welke plaatshebben ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';

  2. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een aanleg- of omgevingsvergunning is verleend;

  3. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan legaal in uitvoering waren;

  4. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.

6.3.3 Toetsing aan aanwezige waarden

De in 6.5.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 6.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 6.5.4 de toetsingscriteria weergegeven.

6.3.4 Schema omgevingsvergunningen

In onderstaand schema zijn de omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden opgenomen en is per werk/werkzaamheid aangegeven wat de criteria voor verlening van de omgevingsvergunning is. Voor alle onderstaande werken en werkzaamheden geldt dat het werk of de werkzaamheid noodzakelijk dient te zijn in het kader van het gebruik conform de bestemming.

Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden

Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning

het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200m²

 

- het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de bestemming;
- er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de hydrologische waarden;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschaps- en natuurwaarden

aanbrengen van (infrastructurele) ondergronds leidingen

er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke en natuurwaarden

afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem (> 50 cm)

- de werkzaamheden vinden plaats ten behoeve van natuurontwikkeling en recreatieve ontwikkeling;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke en natuurwaarden;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de karakteristieke historische verkavelingsstructuur;

diepploegen en diepwoelen van de bodem

- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke en natuurwaarden;

dempen van poelen, sloten en greppels

- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van grondwaterafhankelijke natuurwaarden;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke waarden;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterberging;
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de karakteristieke historische verkavelingsstructuur;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - eendenkooi' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van de eendenkooi uit oogpunt van cultuurhistorische waarden;

het vellen of rooien van houtgewas

- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke en natuurwaarden;
- deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer danwel natuurontwikkeling;
- er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - eendenkooi' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van de eendenkooi uit oogpunt van cultuurhistorische waarden;

het wijzigen van de perceelsindeling, zoals door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven (verkavelingsstructuur);

- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de karakteristieke historische verkavelingsstructuur;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - eendenkooi' mag er geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de herkenbaarheid van de eendenkooi uit oogpunt van cultuurhistorische waarden;

het rooien van grienden

- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke en natuurwaarden;