direct naar inhoud van Regels

Chopinplein

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0216.BPChopinplein-VG01

Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  2. parkeervoorzieningen;

  3. groenvoorzieningen;

  4. speelvoorzieningen;

  5. waterhuishoudkundige voorzieningen;

  6. nutsvoorzieningen;

  7. (muziek)kiosk, abri’s, telefooncellen, straatmeubilair, terreinafscheidingen, e.d.;

  8. voorzieningen ten behoeve van de afvalverzameling;

  9. voorzieningen voor de stalling van winkelwagens;

  10. toegangen tot fietskelders;

  11. een loopbrug ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - loopbrug’;

  12. balkons;

  13. ambulante detailhandel.

 

6.2 Bouwregels

 

6.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen alleen gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd, met dien verstande dat:

  1. de oppervlakte niet meer dan 20 m² mag bedragen;

  2. de hoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.

 

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van speeltoestellen mag niet meer dan 5 m bedragen.

  2. De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 9 m bedragen.

  3. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.

 

6.2.3 Balkons

Op en/of boven deze gronden mogen balkons ten behoeve van woongebouwen binnen een aangrenzende bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de diepte niet meer mag bedragen dan 1,5 m uit de gevel van het woongebouw.

 

6.2.4 Loopbrug

Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - loopbrug’ mag een loopbrug worden gebouwd tussen twee in de aangrenzende bestemmingen gelegen gebouwen, met dien verstande dat:

  1. de bouwhoogte van de loopbrug niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte van de aangrenzende gebouwen;

  2. onder de loopbrug een bebouwingsvrije ruimte aanwezig dient te zijn met een hoogte gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de aangrenzende gebouwen;

  3. de loopbrug mag worden ondersteund met balken en/of pilaren.

 

6.2.5 Luifels

Op en/of boven deze gronden mogen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - luifel’ luifels ten behoeve van gebouwen binnen een aangrenzende bestemming worden gebouwd.