De voor ‘Verkeer - Railverkeer’
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a
spoorwegvoorzieningen;
b
behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden in de
uiterwaarden;
c
behoud, herstel en ontwikkeling van landschapswaarden in
de uiterwaarden;
d
wegen
en straten;
e
nutsgebouwen
en –voorzieningen;
f
geluidwerende
voorzieningen;
g
(on)gelijkvloerse
kruisingen ten behoeve van wegen, straten en water;
h
groenvoorzieningen;
i
water
en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen
gebouwen worden gebouwd.
15.2.2 Bouwwerken,
geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde gelden de volgende bepalingen:
a
De
bouwhoogte van draagconstructies voor bovenleidingen, seinpalen, bakens en
andere railverkeersvoorzieningen mag niet meer bedragen dan
b
De
bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
c
De
bouwhoogte van bouwwerken voor het onderbrengen van voorzieningen van de
elektronische systemen mag niet meer bedragen dan
d
De
bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen gemeten van de bovenkant spoorstaaf
mag niet meer bedragen dan