ARTIKEL |
12 |
SPORT
|
|
12.1 |
Bestemmingsomschrijving
|
|
|
De voor "Sport" aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. sport- en speelvelden; b. bijbehorende voorzieningen; c. groenvoorzieningen; d. voorzieningen voor de waterhuishouding, waterberging, waterzuivering en hemelwaterinfiltratie; e. ondergeschikte horecavoorzieningen ten dienste van deze functie. f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “verenigingsleven” voor het verenigingsleven.
|
|
12.2 |
Bouwregels
|
|
12.2.1 |
Op gronden met de bestemming “Sport” mogen uitsluitend worden gebouwd: a. kantines, kleedruimtes en ruimten voor beheer, bergingen en sanitaire voorzieningen; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding, waterberging, waterzuivering en infiltratie van hemelwater; c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals afrasteringen en (keer)-muren, toestellen voor sport en spel, zitbanken, reclameborden, scoreborden, lichtmasten, verkeers- en verwijsborden, dug-outs en ballenvangers; met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding “verenigingsleven” tevens mag worden gebouwd: d. een werkplaats voor het vervaardigen van corsowagens.
|
|
12.2.2 |
Voor het bouwen van de lid 12.2.1 sub a en d genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 60%, met dien verstande dat, voor zover een aanduiding "maximum bebouwingspercentage (%)" is opgenomen, het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan ter plaatse van die aanduiding is aangegeven; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat, indien de bestaande goothoogte hoger is, deze hogere maat maatgevend is; c. bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m.
|
|
12.2.3 |
Voor het bouwen van de in lid 12.2.1 sub b genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 1 m.
|
|
12.2.4 |
Voor het bouwen van de in lid 12.2.1 sub c genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten niet meer mag bedragen dan 15 m en de bouwhoogte van ballenvangers niet meer mag bedragen dan 8 m. |