ARTIKEL |
11. |
ALGEMENE WIJZIGINGSREGELS
|
|
|
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen ten aanzien van het gehele plangebied, voor de verschuiving van bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen, indien en voorzover: a. de verschuiving noodzakelijk is voor een goede realisering van het plan, of voor zover een aanpassing aan de nader ingemeten situatie, of als gevolg van afwijkingen of onnauwkeurigheden in de plankaart noodzakelijk is; b. de verschuiving niet meer bedraagt dan 10 m.
|