^

 

ARTIKEL

18

ALGEMENE WIJZIGINGSREGELS

 

 

18.1

Archeologische waarden

 

 

18.1.1

Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het be­paalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en de algemene procedureregels van dit plan, wijzigen ten aanzien van de gronden met de bestemmingen "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 1" of "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 2", waarbij de bestemming geheel of gedeeltelijk vervalt indien op basis van ar­cheologisch onderzoek is aangetoond dat op de betreffende gronden geen archeologische waarden (meer) aan­wezig zijn, dan wel er niet langer ar­cheo­logische begeleiding of zorg nodig is.

 

 

18.1.2

Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het be­paalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en de algemene procedureregels van dit plan, wijzigen waarbij gronden alsnog worden bestemd tot "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 1" of "Waarde - Archeologisch onderzoekgebied 2", indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

 

 

18.2

Nutsvoorzieningen

 

 

 

Burgemeester en wethouders kunnen het plan, met inachtneming van het be­paalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en de algemene procedureregels van dit plan, wijzigen waarbij gronden worden bestemd voor de bouw van bouwwerken voor verdeel-, regel- en trans­formatorruimten met een grotere goothoogte dan 3 m en een grotere in­houd dan 50 m3, met dien ver­stande dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 5 m en de inhoud niet meer mag bedragen dan 150 m3.