^

 

ARTIKEL

26

ALGEMENE ONTHEFFINGSREGELS

 

 

26.1

Bed & breakfast

 

 

 

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bepalin­gen van het plan voor de inrichting en het gebruik van woningen ten be­hoeve van bed & breakfast, waaronder wordt verstaan een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt en bedoeld voor kortstondig, wisselend recre­atief verblijf, indien en voor zover:

a.    het betreft een woning, die tevens bewoond blijft;

b.    geen groter vloeroppervlak dan 60 m2 ten behoeve van bed & breakfast in beslag wordt genomen;

c.    niet meer dan 3 slaapkamers, ten behoeve van maximaal 6 personen, van de betreffende woning worden inge­richt en gebruikt voor bed & breakfast;

d.    indien in voldoende mate aangetoond kan worden dat geen (volledig) gebruik kan worden gemaakt van de woning, (tevens) gebruik mag worden gemaakt van een bestaand bijgebouw;

e.    de bed & breakfast voorziening niet functioneert als een zelfstandige woning;

f.    parkeren plaats vindt op eigen terrein;

g.    van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen onevenredig nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen of voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven.

 

 

26.2

Erkers

 

 

 

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bepalin­gen van het plan ten behoeve van de bouw van erkers buiten een bouwvlak mits de overschrijding van bouwgrens niet meer bedraagt dan 1,50 m, in geval de erker aan de wegzijde van het bouwvlak wordt gebouwd, de afstand tot de bestemmingsgrens tenminste 2 m dient te bedragen en de erker ten hoogste 2/3 van de breedte van de gevel waaraan de erker wordt gebouwd, in beslag neemt.

 

 

26.3

Evenementen

 

 

 

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bepalin­gen van het plan voor het gebruik van gronden voor het houden van meer­daagse evenementen, waaronder worden verstaan kermissen, jaarmarkten, tentfeesten en daarmee vergelijkbare evenementen.

 

 

26.4

Grenzen en aanduidingen

 

 

 

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiks­mogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen ten behoeve van:

a.    het afwijken van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en overige aandui­dingen in het horizontale vlak, indien en voor zover afwij­king noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het ter­rein en er geen dringende redenen zijn die zich tegen de afwijking ver­zetten, mits de afwij­king ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer bedraagt dan 2,50 m;

b.    het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizon­tale vlak, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking nood­zakelijk is uit een oogpunt van doelmatig ge­bruik van de grond, mits de af­wijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aan­gegeven niet meer bedraagt dan 2,50 m;

c.    de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwer­ken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouw­werken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m.

 

 

26.5

Mantelzorg

 

 

 

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bepalin­gen van het plan, voor de verbouw van een woning, indien en voor zover:

a.    er, ingeval er geen ouder/kind relatie is, sprake is van een medische indicatie;

b.    de verbouw noodzakelijk is om te voorzien in de behoefte aan inwoning ten behoeve van mantelzorg;

c.    de inwoning plaats vindt in het hoofdgebouw en geen groter vloeroppervlak in beslag neemt dan 60 m2;

d.    er sprake is van een gemeenschappelijke entree;

e.    het verbouwde gedeelte voor inwoning technisch/functioneel altijd weer bij de oorspronkelijke woning kan worden betrokken;

f.    indien in voldoende mate aangetoond kan worden dat geen (volledig) gebruik kan worden gemaakt van de woning, mag naast of in plaats van inwoning door verbouw van de woning ook inwoning plaats vinden in een be­staand bijgebouw, binnen een afstand van 12 m van de woning waar het bijgebouw bij behoort en mits dit gebruik als persoonsge­bonden wordt benoemd en de getroffen technische en functionele voor­zieningen na afloop van dit persoonsge­bonden gebruik worden verwij­derd.

 

 

26.6

Monumenten

 

 

26.6.1

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bepalin­gen van het plan voor de instandhouding, dan wel het herstel of de her­bouw van bouwwerken, indien en voor zover de instandhouding, dan wel het herstel of de herbouw, noodzakelijk is om te voldoen aan het bepaalde in de Monumentenwet, dan wel de gemeentelijke Monumentenverordening.

 

 

26.6.2

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bepalin­gen van het plan voor het bouwen van bouwwerken op een erf dat behoort bij een Rijks- of gemeentelijk monument, mits:

a.    de bouwwerken een meerwaarde geven aan de (het) aanwezige (ensemble van) monumentale bebouwing;

b.    alle niet bij het monumentale karakter passende bebouwing wordt gesloopt;

c.    de gemeentelijke monumentencommissie is gehoord en een positief advies heeft gegeven.

 

 

26.6.3

Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de gemeentelijke monumentencommissie, eenmalig ontheffing verlenen van de bepalin­gen van het plan voor de realisering van één extra woning, indien en voor­ zover:

a.    de extra woning wordt gerealiseerd binnen de bestaande inhoud van een gebouw dat tevens is aangemerkt als Rijksmonument of gemeen­telijk monument overeen­komstig de Monumentenwet of de gemeente­lijke Monumentenverordening, dan wel is aan te merken als karakteristiek en wordt gerealiseerd met als oogmerk de karakteristiek van het desbetreffende gebouw in stand te houden, dan wel te herstellen,

of:

b.    de extra woning wordt gerealiseerd binnen een be­staande woning met een grotere inhoud dan 1000 m3,

en:

c.    de extra woning een inhoud heeft van tenminste 300 m3.

 

 

26.7

Nutsvoorzieningen e.d.

 

 

 

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bepalin­gen

van het plan ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor nuts­voor­zieningen zoals pompgemalen, verdeel-, regel- of transformatorruimten, te­le­fooncentrales, telefooncellen, geldautomaten en abri's, waarvan de inhoud niet meer mag bedragen dan 50 m3 en de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m, alsmede voor beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzin­nige elementen met geen grotere hoogte dan 6 m en lichtmasten en vlaggenmasten met geen grotere hoogte dan 10 m.