ARTIKEL |
20 |
WAARDE - CULTUURHISTORIE
|
|
20.1 |
Bestemmingsomschrijving
|
|
|
De voor "Waarde - Cultuurhistorie” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden en nader zijn omschreven in de als bijlage bij de regels opgenomen "Toelichting beschermd dorpsgezicht".
|
|
20.2 |
Bouwregels
|
|
|
Op gronden met de bestemming “Waarde - Cultuurhistorie” mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
|
|
20.3
|
Ontheffing van de bouwregels |
|
20.3.1 |
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 20.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in de bestemmingsomschrijving van dit artikel bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, en gehoord de gemeentelijke monumentencommissie, is gebleken dat hierdoor het cultuurhistorisch waardevolle karakter van het gebied niet blijvend onevenredig wordt aangetast.
|
|
20.3.2 |
Indien op grond van lid 20.3.1 ontheffing wordt verleend dienen tevens de volgende bepalingen in acht te worden genomen: a. de hoofdnokrichting van hoofdgebouwen dient overeenkomstig de bestaande hoofdnokrichting te zijn; b. de hoofdgebouwen dienen voorzien te worden van een kap waarvan de dakhelling overeenkomstig de bestaande dakhelling dient te zijn; c. voor het bouwen van hoofdgebouwen mag de bouwhoogte, respectievelijk de goothoogte niet meer dan 0,50 m afwijken van de bestaande bouwhoogte respectievelijk goothoogte; het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte en de goothoogte volgens de bestemmingsbepalingen van de eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, blijven daarbij buiten toepassing; met dien verstande dat van het bovenstaande kan worden afgeweken indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het beschermd dorpsgezicht, de gemeentelijke monumentencommissie is gehoord en een positief advies heeft gegeven.
|
|
20.4 |
Sloopvergunning
|
|
20.4.1. |
Het is verboden op gronden met de bestemming “Waarde - Cultuurhistorie” sloopwerkzaamheden te verrichten, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning).
|
|
20.4.2. |
Het in lid 20.4.1 vervatte verbod geldt niet voor: a. sloopwerkzaamheden die het gewone onderhoud betreffen; b. sloopwerkzaamheden, indien en voor zover daarvoor, op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, reeds een sloopvergunning is verleend; c. sloopwerkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren; d. sloopwerkzaamheden die zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken.
|
|
20.4.3 |
Burgemeester en wethouders gaan eerst over tot het verlenen van een schriftelijke vergunning (sloopvergunning), als bedoeld in lid 20.4.1, indien, gehoord de gemeentelijke monumentencommissie is gebleken dat hierdoor cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende bouwwerken niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze cultuurhistorische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld dan wel worden teruggebracht. |