De voor 'Agrarisch
met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
agrarische doeleinden, agrarische bouwpercelen met bijbehorende erven,
alsmede het behoud, beheer en/of herstel van de
landschappelijke, aardwetenschappelijke en ecologische waarden, met daaraan
ondergeschikt;
b.
het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep
of bedrijf;
c.
detailhandel in eigen voortgebrachte producten
en streekgeproduceerde producten;
d.
extensief recreatief medegebruik, voor zover de
onder a genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast;
e. het geven van cursussen, workshops en andere dagrecreatieve activiteiten, gelieerd aan natuur- en plattelandsbeleving, het aanbieden van kleinschalige culturele en educatieve bijeenkomsten en startpunt voor natuurwandelingen;
f. het op hobbymatige basis houden van dieren;
g. gemeenschappelijke voorzieningen voor dagrecreatie en een recreatiebedrijf;
h. parkeervoorzieningen voor agrarische doeleinden, dagrecreatie en een bij het agrarisch bedrijf behorend recreatiebedrijf.
Op gronden met
deze bestemming zijn gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming
toegestaan. Daarbij moeten de aanduidingen in acht worden genomen.
3.2.1 voor
gebouwen geldt het volgende:
a.
ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch bedrijf'
mag uitsluitend voor één agrarisch bedrijf worden gebouwd;
b.
het bestaand aantal dienstwoningen geldt als
maximum;
c.
voor de dienstwoningen geldt dat de bestaande
oppervlakte met maximaal 25% mag worden vergroot tot een maximum van
d.
indien de bestaande oppervlakte van de woning
meer dan
e.
herbouw van de woning is mogelijk waarbij de
nieuwe bebouwingscontour op enig punt is geprojecteerd op maximaal
f.
voor
de dienstwoningen en de bedrijfsgebouwen dienen de volgende goothoogte- en
maximale hoogtematen in acht te worden genomen;
goothoogte / hoogte (in
meters) |
|
dienstwoningen |
3 / 9 |
bedrijfsgebouwen |
6 / 10 |
g.
ingeval de bestaande oppervlakte, goothoogte en
hoogte van de dienstwoningen en bedrijfsgebouwen groter of hoger zijn
dan de in de vorige leden genoemde maten, gelden deze als maximum;
h.
teeltondersteunende kassen zijn tot een maximale
oppervlakte van
i.
maximaal
j.
maximaal
k.
in afwijking van het gestelde in de aanhef van lid
3.2.1.a, geldt voor agrarische bedrijven dat maximaal
l.
gemeenschappelijke voorzieningen behorende
bij het recreatiebedrijf, met een totale bebouwde oppervlakte van maximaal
3.2.2 voor andere
bouwwerken geldt het volgende:
a.
de maximale hoogte hiervan binnen het agrarisch
bouwperceel is in onderstaande tabel vermeld:
andere bouwwerken |
hoogte (in
meters) |
sleufsilo’s |
2,5 |
verlichtings- en vlaggenmasten |
8 |
mestsilo’s |
4 |
silo’s |
12 |
overkappingen |
3 |
b.
de hoogte van overige andere bouwwerken binnen
het agrarisch bouwperceel mag maximaal
c.
de hoogte van overige andere bouwwerken buiten
het agrarisch bouwperceel bedraagt maximaal
d. in afwijking van het bepaalde onder 3.2 is een zwembad binnen deze bestemming niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een
omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde :
3.3.1 in lid 3.2.a.3 voor de
bouw van tweede agrarische dienstwoning onder
de volgende voorwaarden:
·
De (bedrijfsmatige) noodzaak
in verband met controle en toezicht buiten normale werkuren en op niet
voorziene tijdstippen. Deze (bedrijfsmatige) noodzaak wordt beoordeeld aan de
hand van de criteria aard,
de omvang en de continuïteit van het bedrijf. De milieuhygiënische toelaatbaarheid
dient te worden aangetoond;
·
Natuur- en landschapswaarden
worden niet onevenredig aangetast;
·
Er is geen sprake van een elders gesitueerde dienstwoning;
·
Vooraf dient een bindend
advies te worden ingewonnen bij de Stichting Advisering Agrarische
Bouwplannen of bij een
gelijkwaardig ter zake deskundig bureau of persoon.
3.3.2 in lid 3.2.a.1 om de
vorm van het agrarisch bouwperceel te wijzigen onder de volgende voorwaarden:
·
De oppervlakte van het
agrarisch bouwperceel wordt niet vergroot. De aanwezige bouwwerken blijven gesitueerd binnen de begrenzing van het gewijzigde agrarisch
bouwperceel;
·
Er wordt volledig rekening
gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven
en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun
ontwikkelingsmogelijkheden geschaad;
·
De vormwijziging betekent
geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking
met het huidige bouwperceel;
·
De vormwijziging van
bouwperceel is alleen toegestaan als een bijdrage wordt geleverd aan de
versterking van de kernkwaliteiten van het landschap.
3.3.3 in lid 3.2.a.1 voor
het overschrijden de grens van het agrarisch bouwperceel onder de volgende
voorwaarden:
·
De oppervlakte van het
agrarische bouwperceel mag aan één zijde met maximaal
·
De (bedrijfsmatige) noodzaak
en de milieuhygiënische toelaatbaarheid worden aangetoond;
·
Er wordt volledig rekening
gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven
en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden
geschaad;
·
De overschrijding betekent
geen onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking
met ligging van huidige bouwperceel;
·
De overschrijding van de
grens is alleen toegestaan als een bijdrage wordt geleverd aan de versterking
van de kernkwaliteiten van het landschap.
3.3.4 in lid 3.1.a voor
het oprichten van een paardenbak onder de volgende voorwaarden:
·
Het oprichten van een
paardenbak aansluitend op het agrarisch bouwperceel of aansluitend op het bestemmingvlak kan worden
toegelaten als wordt aangetoond dat dit
niet binnen het bouwperceel danwel het bestemmingvlak
kan worden gerealiseerd. De maximale afmetingen van de paardenbak bedragen 20
bij
·
De afstand van de paardenbak
tot woningen van derden of andere gebouwen van derden bedraagt ten minste
·
De activiteit leidt niet tot
extra (licht)hinder voor omwonenden en niet tot een onevenredige aantasting van
de aanwezige natuur- en landschapswaarden. Lichtmasten mogen uitsluitend binnen
het agrarische bouwperceel of binnen de bestemming 'Wonen' worden geplaatst;
·
Er wordt volledig rekening
gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven
en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden
geschaad;
·
De initiatiefnemer dient een
door het college goed te keuren inrichtingsplan te overleggen waarin in ieder
geval het kleur- en materiaalgebruik
afgestemd moet zijn op de landelijke omgeving;
·
Het oprichten van een
paardenbak aansluitend op het agrarische bouwperceel of bij een burgerwoning
direct aansluitend op het bestemmingvlak 'Wonen' is alleen toegestaan als een
bijdrage wordt geleverd aan de versterking van de kernkwaliteiten van het
landschap.
3.3.5 in lid 3.2.b voor het
oprichten van antennemasten onder de volgende voorwaarden:
·
Antennemasten mogen niet
worden geplaatst op Rijksmonumenten of gemeentelijke monumenten;
·
De plaatsing moet in
overeenstemming zijn met het gemeentelijk antennebeleid.
Burgemeester en wethouders
kunnen de regels en/of de verbeelding van deze bestemming wijzigen voor het vergroten
van de afmetingen van het agrarisch bouwperceel onder
de volgende voorwaarden:
·
Het betreft een reëel
agrarisch bedrijf;
·
De oppervlakte van het
perceel voor een grondgebonden agrarisch bedrijf mag maximaal worden uitgebreid
met
·
De (bedrijfsmatige) noodzaak
en de milieuhygiënische toelaatbaarheid worden aangetoond;
·
Initiatiefnemer dient een
bindend advies in te winnen bij de Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen
of bij een gelijkwaardig terzake deskundig bureau of persoon;
·
De aanwezige bouwwerken
blijven gesitueerd binnen de begrenzing van het gewijzigde
agrarisch bouwperceel;
·
De bestemming betekent geen
onevenredige aantasting voor natuur, landschap en milieu in vergelijking met de
huidige mogelijkheden;
·
Er wordt volledig rekening
gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven
en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden
geschaad;
·
Het vergroten van het
agrarisch bouwperceel is alleen toegestaan als een bijdrage wordt geleverd aan
de versterking van de
kernkwaliteiten van het landschap.