Inhoud
Artikel 3 Bedrijf – Nutsbedrijf
Artikel 5 Verkeer –
Verblijfsgebied
Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 9 Algemene gebruiksregels
Artikel 10 Algemene ontheffingsregels
Artikel 11 Algemene procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
In deze
regels wordt verstaan onder:
het
bestemmingsplan ‘Wilgenoord’ van de gemeente Beuningen.
de geometrisch
bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand
NL.IMRO.0209.BPwilgenoord-dfva met de bijbehorende regels en bijlagen.
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een
geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien
van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
detailhandel in automobielen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen.
een bedrijf waar auto’s in goede of oorspronkelijke staat worden teruggebracht.
één of meer
gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een
gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
de totale
vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die
wordt gebruikt voor de uitoefening van een (dienstverlenend) bedrijf of een
dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en
dergelijke.
a
t.a.v.
bebouwing:
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan,
dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde
vergunning;
b
t.a.v.
gebruik:
het gebruik van grond en opstallen, zoals
aanwezig op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft
verkregen.
een
geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het plaatsen,
het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten
van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of
veranderen van een standplaats.
de grens van
een bouwvlak.
een
aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij
elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een
geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke
constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die
hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of
indirect steun vindt in of op de grond.
het
bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop,
het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die
goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening
van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
de
natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of
in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere
plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en
bemiddelingsbureaus.
doeleinden
ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen
daarvan is toegestaan.
elk
bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk
met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
voorzieningen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie, niet zijnde
inrichtingen waarop het Bevi van toepassing is.
een
aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij
elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
het zich
beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van
een ander tegen vergoeding.
een
seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué
tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.
een voor
het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een
omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of
vertoningen van erotisch-pornografische aard
plaatsvinden.
Onder een
seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop,
seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en
een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een
bedrijf dat auto’s, gebouwen en/of ander producten uit elkaar haalt en/of
afbreekt.
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen waarop voorzieningen aanwezig zijn, die op het leidingnet van de openbare nutsvoorziening, andere instellingen of van de gemeente zijn aangesloten.
het door
handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot
prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken.
de lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
een
constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats, zoals bedoeld in artikel 1 onder h van de Woningwet, en dat in z’n geheel of in delen kan worden verplaatst.
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van ene perceel verbindt.
Bij
toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de
kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig
punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
de
oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
het
oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de
oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de
bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die
bestemming.
vanaf het peil
tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een
daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de
onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het
hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil
tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw
zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen,
antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de
scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het
afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
a
voor bouwwerken,
waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg
ter plaatse van de hoofdtoegang vermeerderd met
b
in
andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het
afgewerkte bouwterrein vermeerderd met
Bij
toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte
bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen,
ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons
en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet
meer bedraagt dan
De voor 'Bedrijf – Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a bedrijfsmatige doeleinden in de vorm van voorzieningen voor het openbaar nut, zoals de telecommunicatie, water- en energiedistributie;
b paden en wegen;
c parkeervoorzieningen;
d water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
e groenvoorzieningen.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a Bedrijfsgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd.
b
De bouwhoogte mag niet meer
bedragen dan
Voor het bouwen van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5m.
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a groenvoorzieningen, met inbegrip van speelplekken en langzaamverkeersroutes;
b voorzieningen voor de verkeersgeleiding;
c openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, pompgebouwtjes en gebouwen voor de telecommunicatie;
d water, waterafvoer en waterbeheer.
Binnen de als 'Groen' aangegeven gronden mogen alleen worden opgericht gebouwen, andere bouwwerken en voorzieningen die tevens voldoen aan de volgende bebouwingseisen:
a Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen zoals bedoeld in 3,1 sub c zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
b
De bouwhoogte van gebouwen ten
behoeve van nutsvoorzieningen mag maximaal
c
Van andere bouwwerken zoals
banken, afscheidingsmuren, keerwanden, voorzieningen voor het waterbeheer e.d.
mag de bouwhoogte van maximaal
d
Van speelvoorzieningen en
kunstwerken mag de bouwhoogte maximaal
De voor
'Verkeer – Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a
verkeers- en groenvoorzieningen, met inbegrip van
fietsen, voetpaden, bermen, openbare parkeerplaatsen;
b
speeltoestellen;
c
water,
waterafvoer en waterbeheer;
d
openbaar
nut, zoals transformatorhuisjes, pompgebouwtjes en gebouwen voor de
telecommunicatie.
Binnen de
als 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangegeven gronden mogen alleen worden
opgericht gebouwen, andere bouwwerken en voorzieningen die tevens voldoen aan
de volgende bebouwingseisen:
a
Behoudens
het bepaalde in sub b zijn gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen
uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. De bebouwingshoogte van gebouwen
ten behoeve van nutsvoorzieningen mag maximaal
b
Buiten
het bouwvlak zijn openbare nutsgebouwen zoals
telefoongebouwen, wachthuisjes voor busdiensten (abri's) e.d. toegestaan met
dien verstande dat de bebouwingshoogte maximaal
c
Van
andere bouwwerken zoals banken, bloembakken, nutskasten,
verkeersinstallaties, bruggen, kademuren, keerwanden en voorzieningen voor
waterbeheer mag de bouwhoogte maximaal
d
Van
speelvoorzieningen en kunstwerken mag de bouwhoogte maximaal
e
Van
lichtmasten mag de bouwhoogte maximaal
Tot een
strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
a
Het
gebruik van de gronden en opstallen voor detailhandel.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a wonen in een woning;
b tuinen, erven en verhardingen;
c water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
a Hoofdgebouwen, aan- uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd.
b De totale oppervlakte aan hoofdgebouwen, aan- uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak bedraagt per perceel niet meer dan voor:
1 percelen kleiner dan 200 m2: 60%;
2 percelen van 200 tot 400 m2: 55%;
3 percelen van 400 tot 800 m2: 45%;
4 percelen van 800 tot 1200 m2: 35%;
5 percelen vanaf 1200m2: 25%.
c Ondergronds bouwen is niet toegestaan.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a Het maximum aantal wooneenheden binnen het bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden is aangegeven.
b Ter plaatse van de bouwaanduiding ‘twee-aaneen’: twee-aaneen bouwen.
c Ter plaatse van de bouwaanduiding ‘vrijstaand’: vrijstaand bouwen.
d De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ is aangegeven.
e De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ is aangegeven.
f De dakhelling mag niet minder bedragen dan 450en niet meer dan 600.
g Van een hoofdgebouw bedraagt de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste:
1
bij vrijstaande woningen
2
bij twee-aan-een
gebouwde woningen tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
dienen ten minste
b
De goothoogte mag niet meer
bedragen dan
c
De bouwhoogte mag niet meer
bedragen dan
d Bij vrijstaande bijgebouwen bedraagt de dakhelling maximaal 45°.
e Bij aangebouwde bijgebouwen mag de dakhelling niet meer bedragen dan de dakhelling van het hoofdgebouw.
f
Maximaal
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b (Schotel)antennes – inclusief antennedrager – mogen niet hoger zijn dan de woning waarbij ze gelegen zijn.
c (Schotel)antennes -inclusief antennedrager -zijn uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning.
d
De bouwhoogte van tuinmeubilair
mag niet meer bedragen dan
e
De bouwhoogte van overige
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmetingen van de bebouwing alsmede de kapvorm, ten behoeve van:
a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
b het beeldkwaliteitsplan;
c toetsing aan welstand.
Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:
a Aan-huis-verbonden beroepen en -bedrijven zijn niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 6.4 sub b teneinde een beroep of bedrijf aan huis toe te staan dat gezien de aard, omvang en intensiteit passend is binnen de woonfunctie. Van een dergelijke aan-huis-verbonden beroep of bedrijf is sprake indien de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft. Dat is het geval indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a
Het bebouwingspercentage ten
behoeve van het beroep of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van
de totaal op het bouwperceel toegestane bebouwde oppervlakte, met dien
verstande dat de bebouwde oppervlakte van
b De woning blijft voldoen aan de bepalingen ingevolge of krachtens de Woningwet.
c Het gebruik de woonfunctie ondersteunt; dat wil zeggen dat de gebruiker van de woning ook de beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteit ontplooit.
d Het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren en mag ook geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. Dit betekent bijvoorbeeld dat het geen activiteit mag zijn waarvoor een vergunning of melding op grond van de milieuwetgeving verplicht is. Ook mag de activiteit geen industriële handelingen inhouden; evenmin is een seksinrichting toegestaan.
e Het onbebouwde deel van het bouwperceel mag niet worden gebruikt voor de activiteiten.
f Buitenopslag is niet toegestaan.
g De activiteit mag niet in vrijstaande bijgebouwen worden ontplooit.
h Detailhandel mag niet plaatsvinden tenzij het gaat om een beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit dat direct verband houdt met het aan huis verbonden beroep of bedrijf.
i Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans.
j Er mag geen onevenredige verstoring plaatsvinden in de voorzieningenstructuur van het centrum.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduidingen binnen de bestemming te wijzigen in een bestemming zonder functieaanduiding of met een andere functieaanduiding, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
a De wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover er geen stedenbouwkundige bezwaren bestaan, gelet op de aanwezige functies en woningtypen in de omgeving, tegen verandering van de aanduidingen.
b Wijziging wordt toegepast indien er geen milieuhygiënische belemmeringen aanwezig zijn.
c Wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies.
d In het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
a Voor een bouwwerk, dat krachtens een bouwvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
1 bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
2 bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
b In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
c Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan van toepassing.
Onder strijdig gebruik, als
bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in elk geval
verstaan het gebruik van bebouwde en onbebouwde gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens
ten behoeve van:
a een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
b sloopbedrijven;
c autoherstelinrichtingen en autohandel;
d woonwagens.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing
verlenen van de bepalingen in het plan voor het bouwen van kleine niet voor
bewoning bestemde gebouwen ten openbare nutte zoals gasreduceerstations
en transformatorhuisjes met een bebouwde oppervlakte van ten hoogste
Met betrekking tot de voorbereiding van de wijziging van het bestemmingsplan ingevolge artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening en van een ontheffing ingevolge artikel 3.6 lid 1 sub c van de Wet ruimtelijke ordening door Burgemeester en wethouders, is Afdeling 3.4 (Uniforme openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
a de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
b de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
c de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
d de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden, en
e de ruimte tussen bouwwerken.
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
a Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
1 gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2 na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
c Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
a Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Voor
zover toepassing van het overgangsrecht leidt tot een onbillijkheid van
overwegende aard voor een of meerdere natuurlijke personen, die op het tijdstip
van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in
strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kunnen burgemeester en
wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht
ontheffing verlenen.
Deze regels worden aangehaald als:
‘Regels van het bestemmingsplan Wilgenoord van de gemeente Beuningen’.
Rosmalen, mei 2010 Vastgesteld 18 mei 2010