De voor ‘Bedrijf –
a bedrijven in de milieucategorieën 2, 3.1 en 3.2 die zijn genoemd in de bijlage (Staat van bedrijfsactiviteiten) met uitzondering van risicovolle inrichtingen;
b bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
c afwijkende bedrijfsdoeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
1
‘specifieke vorm van bedrijf –
2
‘specifieke vorm van bedrijf –
3
‘specifieke vorm van bedrijf –
4
‘specifieke vorm van bedrijf –
5
‘specifieke vorm van bedrijf –
6
‘specifieke vorm van bedrijf –
d productiegebonden detailhandel;
e opslag en uitstalling;
f voorzieningen voor verkeer en verblijf;
g parkeervoorzieningen;
h nutsvoorzieningen;
i tuinen, erven en verhardingen;
j groenvoorzieningen;
k water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de
volgende bepalingen:
a Bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
b De naar de wegzijde toegekeerde begrenzing van het bouwvlak dient per bouwperceel voor ten minste 60% aaneengesloten met bedrijfsgebouwen te worden bebouwd.
c Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage (%)’.
d
De afstand van bedrijfsgebouwen tot de
zijdelingse en achterste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan
e De bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’.
f
In afwijking van het bepaalde onder e mag de
hoogte van silo’s, afzuiginstallaties e.d. niet meer bedragen dan
g
Bedrijfsgebouwen mogen tot
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van
nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
a
De oppervlakte van gebouwen mag niet meer
bedragen dan
b
De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer
bedragen dan
Voor het bouwen ten behoeve van bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’, gelden de volgende bepalingen:
a Er mogen uitsluitend vervangende bedrijfswoningen worden gebouwd. Nieuwe bedrijfswoningen zijn uitgesloten.
b
De afstand tot de zijdelingse en achterste
perceelsgrens mag niet minder bedragen dan
c
De goothoogte mag niet meer bedragen dan
d
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
e In afwijking van het bepaalde onder c en d gelden voor in de bedrijfsbebouwing opgenomen bedrijfswoningen de volgende bepalingen:
1 De woning moet grenzen aan de openbare weg.
2 De bouwhoogte, zoals toegestaan voor bedrijfsgebouwen, mag niet worden overschreden.
3
Een inpandige bedrijfswoning mag uit niet meer
dan twee bouwlagen bestaan, waarbij de oppervlakte bij één bouwlaag niet meer
mag bedragen dan
f
De inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer
bedragen dan
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen
mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte van antennes en reclamemasten mag
niet meer bedragen dan
c
De bouwhoogte van palen en masten mag niet meer
bedragen dan
d
De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer
bedragen dan
e
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde:
a in 5.2.1 onder c voor het verhogen van het bebouwingspercentage tot maximaal 80% met dien verstande dat er geen toename plaats vindt van het groepsrisico;
b
in 5.2.1 onder d en e voor het oprichten van een
hijsinstallatie, met dien verstande dat de toegestane hoogte met niet meer dan
Voor het gebruik van de gronden en
bouwwerken ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf –
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde:
a in 5.1 onder a voor bedrijven welke niet voorkomen in de bijlage (Staat van bedrijfsactiviteiten), maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de toegelaten milieucategorieën 2, 31 en 3.2.
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Bedrijf-
a
een aangegeven aanduiding ‘specifieke vorm van
bedrijf –
b een aangegeven aanduiding ‘bedrijfswoning’ wordt verwijderd, mits de betreffende bedrijfswoning ter plaatse niet meer als bedrijfswoning wordt gebruikt.