Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Keizershoeve 2
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0209.BPKeizershoeve2-vadf

Artikel 7 Woongebied - Den Alst

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  2. een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 3.2;
één en ander met bijbehorende bouwwerken, groen- en verkeersvoorzieningen, nutsvoorzieningen en voorzieningen voor regenwaterretentie.
 

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemeen

Gebouwen moeten voldoen aan de volgende kenmerken:
  1. hoofdgebouwen ten behoeve van de in artikel 7 lid 1  bedoelde woondoeleinden mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  2. het totaal aantal woningen binnen alle voor ‘Woongebied - Den Alst’ aangewezen gronden tezamen mag niet meer bedragen dan 6.
 

7.2.2 Situering en maatvoering van hoofdgebouwen

Een hoofdgebouw moet voldoen aan de volgende kenmerken:
  1. de maximale goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  2. de afstand van een hoofdgebouw tot de perceelsgrenzen mag nergens minder bedragen dan 1 m;
  3. de oppervlakte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 60% van het kaveloppervlak;
  4. dakkapellen mogen worden gerealiseerd mits deze tenminste 0,50 m boven de voet van het dak en ten minste 0,50 m onder de nok van het dak worden geplaatst, mits de hoogte van de dakkapel niet meer bedraagt dan 1,50 m gemeten vanaf de voet van de dakkapel tot aan de goot van de dakkapel en over de gehele breedte van het dakvlak behoudens op naar de openbare weg gekeerde dakvlakken, waar dakkapellen een maximale breedte van 1/3 van de breedte van het dakvlak, waarin de dakkapel wordt geplaatst, mogen hebben.
 

7.2.3 Situering en maatvoering van bijbehorende bouwwerken

Bijbehorende bouwwerken bij een woning moeten voldoen aan de volgende kenmerken:
  1. bijbehorende bouwwerken bij een woning mogen uitsluitend worden gebouwd op tenminste 1 m achter de voorgevel en het denkbeeldig verlengde daarvan;
  2. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,75 m;
  3. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken met een kap mag niet meer bedragen dan 7 m;
  4. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de begane grondbouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 4,25 m;
  5. voor erkers, balkons en entreepartijen aan de voorgevel van het hoofdgebouw geldt het volgende;
    1. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 4 m²;
    2. de maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,75 m;
    3. de maximale bouwdiepte mag niet meer bedragen dan 1 m, gerekend vanuit de gevel waaraan gebouwd wordt;
    4. voor zover de afmetingen van een bestaande, legaal gebouwde, bouwwerken reeds meer bedraagt geldt de bestaande maatvoering als maximum;
  6. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50% van het oppervlak van het hoofdgebouw.
 

7.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde bij een woning

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde bij een woning moeten voldoen aan de volgende kenmerken:
  1. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevel en op ten minste 1 m van de weg of het openbaar groen mag niet meer bedragen dan 2 m;
  2. de bouwhoogte van overige erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m;
  3. de bouwhoogte van pergola's en carports mag niet meer bedragen dan 3 m;
 

7.2.5 Bouwwerken, niet behorende bij een woning

Bouwwerken, niet behorende bij een woning moeten voldoen aan de volgende kenmerken:
  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, behoudens van palen, masten en verkeerstekens, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 12 m;
  2. voor nutsvoorzieningen zoals pompgemalen, verdeel-, regel- of transformatorruimten, telefooncentrales, geldautomaten en abri's mag de oppervlakte niet meer bedragen dan 30 m².
 

7.3 Specifieke gebruiksregels

7.3.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor:
  1. buitenopslag;
  2. een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
  3. detailhandel;
  4. bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
  5. meer dan 15 m² aan bijbehorende bouwwerken voor het houden van dieren.
 

7.3.2 Niet-publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming wordt het gebruik van ruimten binnen de woning en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. maximaal 45% van het bruto-vloeroppervlak van de woning en de bijbehorende bouwwerken, tot ten hoogste 45 m² mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  2. degene die de activiteiten uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  3. de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit is ondergeschikt aan de woonfunctie;
  4. uitsluitend is toegestaan een inrichting type a conform het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit).
 

7.4 Afwijken van de gebruiksregels

7.4.1 Omgevingsvergunning publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7 lid 3.2  ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/of bijbehorende bouwwerken voor een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. maximaal 45% van het bruto-vloeroppervlak van de woning en de bijbehorende bouwwerken, tot ten hoogste 45 m² mag worden gebruikt voor publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis;
  2. degene die de activiteiten uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  3. het gebruik blijft ondergeschikt aan de woning;
  4. de noodzakelijke parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gesitueerd of in de directe omgeving, mits hierdoor geen overlast wordt veroorzaakt;
  5. het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren en mag ook geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt.
 

7.4.2 Omgevingsvergunning mantelzorg

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7 lid 3.1 sub d  en toestaan dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. een dergelijke bewoning is aantoonbaar nodig vanuit een oogpunt van mantelzorg. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hieromtrent advies aan een onafhankelijk terzake deskundige instantie;
  2. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  3. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken;
  4. er dient gebruik te worden gemaakt van het dichtst bij de hoofdwoning gelegen bouwwerk, tenzij op grond van doelmatigheidsmotieven een ander op het perceel gelegen bijbehorend bouwwerk meer geschikt is;
  5. de afhankelijke woonruimte dient te worden bewoond door degene(n) die de zorg nodig heeft / hebben;
  6. de voorziening dient te voldoen aan de eisen van het bouwbesluit;
  7. zakenrechtelijke splitsing is niet toegestaan;
  8. de afhankelijke woonruimte mag geen eigen perceelsontsluiting hebben;
  9. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden.
 

7.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

7.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken op de in artikel 7 lid 1 bedoelde gronden, de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
  1. het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders overeenkomstig het bepaalde in de Monumentenwet respectievelijk de 'gemeentelijke monumentenverordening' over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van een beeldbepalend pand ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend pand'
  2. het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken is slechts toelaatbaar indien als gevolg daarvan voor vervangende nieuwbouw een omgevingsvergunning is verleend of anderszins nieuwbouw in redelijke mate vaststaat;
  3. het in verband met de onder artikel 7 lid 5.1 sub b  bedoelde sloopwerkzaamheden verrichten van graafwerkzaamheden in de grond.
 

7.5.2 Uitzonderingen

Een omgevingsvergunning voor het slopen als bedoeld in artikel 7 lid 5  is niet vereist voor:
  1. sloopwerkzaamheden, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  2. sloopwerkzaamheden, welke worden uitgevoerd in overeenstemming met een vergunning krachtens de Monumentenwet 1988;
  3. sloopwerkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
 

7.5.3 Verlening

De omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend pand' (artikel 7 lid 5.1 sub a) kan slechts worden verleend na het inwinnen van advies van de gemeentelijke monumentencommissie.